[I]
Sin sse! Als de leeuw ontwaakt! Eéns zal dit volk ZIJN!
Dan zal het geweest zijn als een wild beest in den ochtend dat om voedsel huilt; alle andere dieren beefden;
en als een naakte knaap die staat in de schuimende branding; vlaggen wapperen de winden om zijn rustig lijf. Licht klimt in den hogen dag, en de onmetelike ruimten dreunen van de wateren waar hij glimlachend waadt.
Zijn lijdzaamheid was als een water dat de olie draagt, niet opnam. Edel en onaantastbaar is zijn heimwee geweest - een schuchtere onrust deed hem zijn vuist soms ballen. Als van een knááp is zijn verzet geweest.
Een leeg en vreemd vernuft heeft geheerst over de wijsheid van zijn geest; als een lang en schandelijk juk heeft het op hem gerust. En als een lange, spitse dolk zocht het den weg naar zijn hàrt.
Maar als een knááp heeft hij zichzèlf slechts gewantrouwd. Hij heeft de gréép niet gekend van zijn fijn-gelede hand (dat zij wòrgen moest niet geloofd), en niet de sprong en de kracht van zijn lijf. - Zijn lachen verzweeg een aangerand en onuitwisbaar heimwee.
Onverhoeds en woest zijn zij losgebroken als een teugelloos volk; uit de bergen naar de vlakten stormden bloeddorstige horden; als grimmige beesten hebben zij gevochten en gedood.
Maar van een knaap, van een knááp is dit verzet geweest; als bij een knaap is zijn moed spoedig bezweken; besmeurd met bloed en vuil was hij, als met een nieuwe schande.
Als van een schone knaap is zijn aarzelen geweest.
Maar als een sterk beest zal hij het juk verbreken. Hij heeft de Vrijheid gezièn, - en zijn vernedering zal hij wreken. Als een wilde mustang zal hij losbreken naar het waaien en 't scherpe geuren der savanna's. En als een jonge mán, die nu de almacht kent van zijn arm, zal hij niet deinzen. Hij zal sterker zijn dan de kooi, en sterker dan de ketenen, en sluwer dan dit oud vernuft. Kampvuren branden! Een groot volk, een vrij en machtig volk zal hun volk zijn. Iedere dag is nu een dieper en vermeteler leven in hun ontwakende kracht. Sin sse! Sin sse! - De bergen zullen splijten! en donderende lavastromen zullen de vreemde volken van hun trotse flanken drijven! Sin sse! Sin sse! Hij zàl geen gele Yankee zijn. Kampvuren branden waar zij nu schertsen en lachen als jonge zorgeloze goden.