De dwaze rondschouw
(1926)–Victor J. Brunclair– Auteursrecht onbekend
[pagina 49]
| |
boven de tuintooi van alle sezoenen
en de bomenbruiloft ingewijd door de zon
trok Marnix Gysen uit.
Een kruiswoordraadsel betralict zijn pak
wirwar horizontaal vertikaal doorheen zijn hart
in chiaroscuro
want er is weemoed in zijn mijmerij
Eens sloot hij bij domino het spel af met dobbelblank
zetsteen aan de droomdrempel der reine regioon
toen stond op in hem de zonnezoon
die bracht met een toets aan de luit
tere trilling in het herfsthuis en in de dove ruit
kristalklank
Hij is de wilde wijngaard genegen naar een ijsbloem op het glas
lang gras
onder de dauwdrop niet gebogen
hij toog onbewogen
en liet het weeldeland na in zijn opwaartse marsj naar eeuwige sneeuw
Geen gems is schuw van hem
want zijn stem
is doorzaaid met treurviolen
blauwdiep
mijn heimweehart wees met hem
in het hoogland
|
|