De dwaze rondschouw(1926)–Victor J. Brunclair– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 23] [p. 23] Avondindruk. Trillen de lantaarns schamele dwaallichten, met magiese greep gezaaid in de nacht elfensleep weids over de stad Effen licht dwarrelt als leliebladeren van de gevelrij geen grens tussen de hemel en mij. 't Leven tast naar een centrum, regelt de grootstraat haar hartslag op tremdiapason, saamgebalde ritmen alzijdig verspatten als een generaalsalvo dum-dum, leeg blijven de hulzen der huizen. Scheurt het versomberd azuur tot een kimkwetsuur zonverlaten, zo zieltoogt de dag, wen impulsen heidens kruisen het gebed in vroom boomsuizen, op een groots katafalk. Myrrhe walmen wolken uit de wijdingsurn der gebouwen. Omsluierde katedralen, zwijgzame vrouwen rouwen, daarrond een rei bars koddig in cake- walk! Vorige Volgende