De dwaze rondschouw(1926)–Victor J. Brunclair– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 16] [p. 16] De Passagier Wondermuziek: het algebeuren Finaalmotief en preludium saam wek milde kristuswoorden uit mijn toonloze twijfeltaal nu ik wandel, nietig en groots, door eeuwige schemerharmoniëën overfluisterd met weidse gesteenten, die sterretooiselen zijn gekroond en omluisterde. O bewustzijn, dat alle levenstromen in mij uitmonden maar tevens vrees, of de woelige wateren bedaren zullen tot kalme zilvervaart naar Nieuwland toch, doorheen tormenten, vaarman zijn. Talmt heugenis na, rijzigranke sireenlijven in zee-emerald schijnschoon begochelen blijft het mysterie ongeboden vroom geloof is boven zeediepten vol grillig wier reddingsboei aan de gordel van de passagier Na ondergang, herrijzenis! Geheiligd oergebod van sakrifisie Niet het machtmeesterschap over de kaos der dingen zal de zoektocht van de wijze zijn. Emigratie uit zichzelf om het Al te genaken pijniging en zelfverzaken distelpad en braam, de moeizame staatsiegang vol schemertwijfel om waarheidszeker te belanden in elyseumgaarden lichtdoorzongen overaards. Gevierd het weids festijn op de wankele tafelen der waarde symposion der zelfbegeerten haard van aandriften, zonden brand maar onvergankelik smeult de godsvlam na, die bij dageraad de wereld overgloort en verhemelt tot een wonderland. Tot het diepst van zijn geweten, tabernakel, zal inschrijden dit zoenoffer te plengen, door de folter van zelfnégéren tot alaanvaarden hij, die de broze porseleinbouw der illuzie omstiet het onvruchtbaar geschieden de dracht bijzet van wonderlik bedieden geen rust kennend op zomerzoden onder lommerdreven noch koele dronk bij oasen hij is de magiër gids door 't labirint, [pagina 17] [p. 17] die de verdwaalde reaalmens reinigt tot scheppingskind en wankelgang door aardse schemerstegen heiligt tot pelgrimstocht op hemelwegen O leven, één opbloei, één vergaan, mirakuleus onthullen bont danseresvizioen onder froufrouruisen en waaiertulle Wonderbazar vol nieuwigheden tegelijk prosessie en farandool orkaan van ritmen, intense vloedgolf van bewegen 1001 nacht heerlikheid in vormverschijnen heidense jool simpelike gebeden doem en zegen heen en weerkeer al tegenstrijdigheden en gedolven tweespalten slagschaduwen die de Lichtmens in mij heldert tot ideaalgestalten wen ik de schrilheid der wanklanken in zuivere levenszegging harmonieer. Vorige Volgende