Proverbia, of, de spreucken van Salomon
(1619)–Johan de Brune (de Oude)– AuteursrechtvrijJohan de Brune (de Oude), Proverbia, of, de spreucken van Salomon. Symon Moulert, Middelburg 1619
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur: 1155 F 21, scan van Google Books
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Proverbia, of, de spreucken van Salomon van Johan de Brune (de Oude) uit 1619.
redactionele ingrepen
fol. *7r: God-looosheyt → God-loosheyt: ‘om de grouwelen van haer schendige God-loosheyt’.
p. 8: Ketetenen → Ketenen: ‘haer goude Ketenen draghen’.
p. 8: Atheiften → Atheisten: ‘So oordeelen de godloose Atheisten’.
p. 9: het onjuiste versnummer 14 is verbeterd in 13.
p. 23: het onjuiste versnummer 22 is verbeterd in 12.
p. 24: het onjuiste versnummer 12 is verbeterd in 21.
p. 36: eude → ende: ‘ende onse jaeren, natuerlicke wijse, verkortet’.
p. 41: Hcere → Heere: ‘Dese sesse haet de Heere’.
p. 44: ftouwen → stouwen: ‘die de andere tot neersticheydt stouwen’.
p. 46: fteelt → steelt: ‘Maer die de eere van een vrouwe steelt’.
p. 52: sprekeu → spreken: ‘by maniere van spreken’.
p. 53: hcerschen → heerschen: ‘Door my heerschen de Heeren’.
p. 57: het onjuiste versnummer 9 is verbeterd in 8.
p. 59: het onjuiste versnummer 27 is verbeterd in 26.
p. 59: geformeeert → geformeert: ‘noch niet wel geformeert zijnde’.
p. 59: het onjuiste versnummer 22 is verbeterd in 29.
p. 60: contrefeytfel >contrefeytsel: ‘ghelijck als een beworp, ende contrefeytsel’.
p. 63: het onjuiste versnummer 4 is verbeterd in 3.
p. 63: voegendr → voegendt: ‘specialick daer by voegendt’.
p. 71, 72: eeugen → eeuwigen: ‘als den tijdelicken, ende eeuwigen toorn Godts’.
p. 89: verhopendr → verhopende: ‘toecommende gelucksalicheyt verhopende, heeft’.
p. 100: eude → ende: ‘wordt van Godt ghesegent, ende verheven’.
p. 102: het onjuiste versnummer 25 is verbeterd in 23.
p. 104, 105: gheghelijck → ghelijck: ‘ghelijck of sy ghestadich in een vrolick’.
p. 105: het onjuiste versnummer 22 is verbeterd in 21.
p. 105: het onjuiste versnummer 2 is verbeterd in 24.
p. 110: ghevondeu → ghevonden: ‘inden wech der gerechticheyt ghevonden wordt’.
p. 113: het onjuiste versnummer 12 is verbeterd in 19.
p. 115: eude → ende: ‘ende hem t'eenemael soeckt te vernielen’.
p. 127: sprekeu → spreken: ‘maer soo wanneermen parthije hoort spreken’.
p. 130: snlt → sult: ‘sult ghy noch toedoen’.
p. 135: profijtclick → profijtelick: ‘is tot alle dinghen profijtelick’.
p. 138: heʇ → het: ‘Een erve in het begin verhaesticht zijnde’.
p. 144: onrechtveeerdighe → onrechtveerdighe: ‘de onrechtveerdighe omkeerende om het quaedt’.
p. 145: het onjuiste versnummer 12 is verbeterd in 19.
p. 148: her → het: ‘letten neerstelic op het comportement der onrechtveerdige’.
p. 150: overdenekt → overdenckt: ‘Godsaligh herte overdenckt eerst wat Godt’.
p. 152: het onjuiste versnummer 19 is verbeterd in 16.
p. 155: onders → ouders: ‘dat hy de tucht zijner ouders t'eenemael veracht’.
p. 159, 160: dencde → dencke: ‘Want niemant en dencke’.
p. 164: het onjuiste versnummer 22 is verbeterd in 12.
p. 164: het onjuiste versnummer 25 is verbeterd in 15.
p. 165: het onjuiste versnummer 14 is verbeterd in 16.
p. 166: het onjuiste versnummer 31 is verbeterd in 34.
p. 167: eeu → een: ‘twelck onder haer een groote weerdicheydt’.
p. 168: het onjuiste versnummer 14.14 is verbeterd in 13.14.
p. 169: uyterltcke → uyterlicke: ‘haer alsoo in een uyterlicke ellende’.
p. 171: verheeerlijckt → verheerlijckt: ‘En verheerlijckt dy niet voor den Coninck’.
p. 171: Edeleu → Edelen: ‘dan dy te vernederen voor den Edelen’.
p. 171: nasten → naesten: ‘Twist dijnen twist af met dijnen naesten’.
p. 172: het onjuiste versnummer 6 is verbeterd in 16.
p. 172: verboken → verbroken: ‘liedekens singht aen een verbroken’.
p. 174: geordinaert → geordineert: ‘den Coninck Hiskia daer toe geordineert hadde’.
p. 177: Eur0pa → Europa: ‘van Europa doen’.
p. 179: eeu → een: ‘een ander occasie gheven’.
p. 180: eude → ende: ‘ende ghelijck den regen in den Oogst’.
p. 182: het onjuiste versnummer 12 is verbeterd in 22.
p. 185: vijs → vijf: ‘Godt gheeft den eenen vijf talenten’.
p. 188: dijnelippen → dijne lippen: ‘ende niet dijne lippen’.
p. 191: vrymoedicheyc → vrymoedicheyt: ‘de fauten met een dappere vrymoedicheyt’.
p. 192: vreinden → vrienden: ‘Godt biddende voor haere vrienden’.
p. 194: eude → ende: ‘soo wanneer hy gepresen, ende verheven’.
p. 195: siijn → sijn: ‘sullen den prijs des velts sijn’.
p. 197: het onjuiste versnummer 13 is verbeterd in 23.
p. 201: het onjuiste versnummer 14 is verbeterd in 15.
p. 202: over-heereu → over-heeren: ‘ende die wilt over-heeren’.
p. 204: onrechtveeerdigen → onrechtveerdigen: ‘den onrechtveerdigen en verstaet geen kennisse’.
p. 204: het onjuiste versnummer 19 is verbeterd in 10.
p. 210: fijn → sijn: ‘Den uytghelaten jong hen beschaemt sijn Moeder’.
p. 213: eeen → een: ‘hy is een Schildt den ghenen’.
p. 217: conneu → connen: ‘om de wijsheyt Gods te connen aenschouwen’.
p. 218: gedreveu → gedreven: ‘alderley vleesschelicke wel-lusten gedreven worden’.
p. 219: schijuen → schijnen: ‘die anders niet en schijnen te segghen’.
p. 222: nict → niet: ‘verstaet die niet bemint en wort’.
p. 223: het onjuiste versnummer 22 is verbeterd in 29.
p. 225: gramschay → gramschap: ‘so ghy de gramschap druckt’.
p. 226: Kindederen → Kinderen: ‘alle de Kinderen der veranderinge’.
p. 228: vock → oock: ‘Also en zijn oock alle de Psalmen’.
p. 231: isibeyde → is beyde: ‘hoe wel het best is beyde t'samen te voegen’.
p. 232: her → het: ‘dat sy dickwils het selve’.
p. 233: verhjnderinge → verhinderinge: ‘in vele wercken groote verhinderinge’.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (voorplat, binnenkant voorplat, *1v, binnenkant achterplat, achterplat) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[fol. *1r]
PROVERBIA,
OF,
De spreucken van Salomon:
Nu eerst uyt de Hebreeusche in onse Neder-duytsche tale over-gheset, ende in alle duystere plaetsen uyt-gheleght, ende verklaert
Door Iohannem de Brune I.C.
Tot Middelbvrgh,
By Symon Moulert, Boeck vercooper woonende op den Dam, by de oude Beurse ANNO 1619.