De CL. Davids psalmen
(1644)–Johan de Brune (de Oude)– Auteursrechtvrij§1HAlelu-jah, lovet Godt
In zijn heylighdom: looft hem
In 't uyt-spansel zijner sterckt'.
Looft hem, om zijne krachten:
| |
[fol V5r, p. 313]
| |
Lovet hem, nae de menighteGa naar margenoot+
Zijner grootheydt. Lovet hem
Met gheklanck der Basuyne.
Looft hem met de Luyt, end' de Harp'.
| |
§2Lovet hem met den trommel,
End' met de fluyte: looft hem
Met snaeren-spel, end' Orghel.
Lovet hem, met Cymbaelen
Van helden-gheluyt: lovet hemGa naar margenoot+
Met klinckende Cymbalen.
Alles watter Adem heeft,
Loof' den Heere. Halelu-jah.
|