Strofen en verzen
In moderne liedboeken zijn de strofen van de psalmen, liederen en gezangen genummerd. In de hier gedigitaliseerde kerkboeken, met uitzondering van Het Boek der Psalmen uit 1773, staan geen strofenummers. Wel is de tekst verdeeld in verzen, waarvan telkens de eerste regel is ingesprongen. Om de vergelijking tussen de verschillende berijmingen, inclusief moderne, te vergemakkelijken zijn in de digitale editie strofenummers toegevoegd. De strofe-indeling in Dathenus, Marnix en Het Boek der Psalmen uit 1773 komen met elkaar overeen, omdat ze alledrie van hetzelfde melodieëncorpus uitgaan. Al deze werken konden dus bij het toevoegen van de strofenummers als hulpmiddel dienen. De strofenbouw in de Lutherse psalmen van Van Haecht berust echter op een geheel andere traditie, ook de melodieën zijn anders. In concreto is de volgende werkwijze gevolgd.
In het kerkboek van Dathenus staat in het origineel aan het begin van iedere strofe van een psalm of gezang een ingesprongen paragraafteken, behalve bij de eerste strofe, die is voorzien van een notenbalk. Een strofe bestaat voorts uit meerdere verzen, waarvan telkens de eerste regel is ingesprongen zónder paragraafteken. In de digitale editie is het inspringen van de verschillende verzen uit het origineel overgenomen. Daarnaast heeft de eerste strofe het nummer 1 gekregen en is in de volgende strofen het ingesprongen paragraafteken vervangen door opeenvolgende strofenummers. Bij onzekerheid over de strofenummering is de gemoderniseerde editie op http://www.hervormdegemeente-delft.nl/ geraadpleegd.
In het kerkboek van Van Haecht zijn evenmin strofenummers opgenomen, maar in plaats daarvan is de tekst verdeeld in ingesprongen verzen. Dat inspringen is in de digitale editie overgenomen; sommige regels zijn dieper ingesprongen dan de overige en ook dat is exact overgenomen. Voorts zijn door ons strofenummers toegevoegd. Als gezegd komt de strofe-indeling in de Lutherse psalmen niet overeen met die van de andere kerkboeken. Latere edities van Van Haecht zijn echter wél voorzien van strofenummers. Op basis van een editie uit 1671 heeft vrijwilliger Sybe Bakker een overzicht gemaakt van de strofe-indeling bij Van Haecht, die in de digitale editie is verwerkt.
In het kerkboek van Marnix is de situatie het ingewikkeldst. Marnix plaatste boven elke psalm een inleiding (argument), terwijl in de marge zijn prozavertaling van de desbetreffende psalm werd afgedrukt. De nummers die Marnix in de kantlijn geeft, zijn dus geen strofenummers, maar corresponderen met de versnummering van de bijbelvertaling in de marge. Na de titel van de gezangen gaf hij aan uit welk bijbelgedeelte het gezang afkomstig was. Marnix heeft steeds het versnummer van zijn prozavertaling overgenomen op de corresponderende plaats in zijn berijming. Daarmee wilde hij laten zien dat hij in zijn berijming zo getrouw mogelijk de bijbelse tekst volgde – de versnummering komt meestal overeen met die in de latere Statenvertaling. Soms staat voor het opschrift boven de berijmde psalm al een 1, wat dus betekent dat in de onberijmde tekst het opschrift het eerste vers is. In de digitale editie zijn de versnummers overgenomen uit het origineel; een enkele maal staat het versnummer midden in het eerste woord, na de beginkapitaal – in de digitale editie is het nummer dan vooraan de tekst opgenomen.
Behalve deze versnummers zijn in de digitale editie tussen vierkante haken strofenummers toegevoegd, die ontbreken in het origineel. Dat gebeurde op basis van de indeling in de andere kerkboeken, maar daarnaast bevat het kerkboek van Marnix zelf ook een typografische aanwijzing: de beginkapitalen van strofen zijn namelijk iets groter en dikker gezet, en vertegenwoordigen (binnen de fractuurfamilie) duidelijk een ander lettertype dan de overige kapitalen, juist om aan te geven dat er een nieuwe strofe begint. In de originele tekst worden de regels bij Marnix voorts op enigszins onregelmatige manier ingesprongen en soms ook uitgesprongen. Dit is in de digitale editie niet overgenomen.
In het kerkboek van De Brune zijn de strofenummers opgenomen, behalve die van de eerste strofe; in de digitale editie is daarvan het nummer toegevoegd. In het origineel staan de strofenummers telkens gecentreerd op een aparte regel boven de tekst gevolgd door een punt, maar in de digitale editie zijn de nummers vooraan de regels geplaatst en is de punt weggelaten. Daarnaast zijn in het kerkboek van De Brune in de kantlijn (links op linkerpagina’s en rechts op rechterpagina’s) de versnummers opgenomen van de Statenvertaling 1637, behalve het eerste versnummer. De versnummers zijn in de digitale editie uit het origineel overgenomen en altijd in de rechtermarge geplaatst.
In Het Boek der Psalmen uit 1773 tot slot zijn in het origineel strofenummers opgenomen, behalve bij de eerste strofe; wij hebben de strofenummers uit het origineel in de digitale editie overgenomen en bij de eerste strofe het strofenummer 1 toegevoegd. Alleen in psalm 18 komt eerst een zogenaamde ‘voorzang’, die bestaat uit vier regels, gevolgd door strofe 1. Die voorzang is in de digitale editie als strofe 0 opgenomen – de strofen van psalm 18 in Dathenus en Marnix hebben deze zelfde nummering gekregen.