Uitbreiding over honderd leerzaame zinnebeelden
(1722)–Claes Bruin– Auteursrechtvrij
[pagina 186]
| |
[pagina 187]
| |
Op het XCIIIste Zinnebeeld.
Vergeefs bedekt dit Kleed de straal
Van 't Kaarslicht, 't zal de gantsche zaal,
Schoon elk 't verhind'ren wou, beschynen.
ô Schets der waarheid die haar glans
Verkregen heeft van 's Hemels trans,
Waar voor de nevelen verdwynen
Van nyd, bedrog, geweld en twist!
Men dekk' haar met het kleed van list
En logen, 't zal haar licht niet deeren:
Dat dringt, hoe zeer veracht, bestreên
Met kracht door die vermomming heen;
Niets kan die tintelingen weeren.
Verdrukte, schoon de laster woed
En kwetst uw' goeden naam, schep moed;
Wil alle uw vrees door hoop verbannen:
De waarheid tot uw hulp gereed,
Schoon zy op wolle zoolen treed
Zal eindeling haar vierschaar spannen,
Tot schrik der boosheid, die nu lagcht
En spot, wanneer ze door de kracht
Van haar onwederstaanb're straalen,
Elks misdaad, hoe geheim die is
Verschoolen in de duisternis,
Voor ieder zal te voorschyn haalen,
Tot troost in uw verdriet en pyn;
Is 't hier niet, 't zal daar boven zyn.
|
|