Uitbreiding over honderd leerzaame zinnebeelden
(1722)–Claes Bruin– Auteursrechtvrij
[pagina 150]
| |
[pagina 151]
| |
Op het LXXVste Zinnebeeld.
De Buitenbast der Pynboomvrucht
Is niet behaag'lyk in ons oogen,
Maar 't sap maakt ieder opgetoogen,
Waar naar de lekk're tong steeds zucht,
En wenscht die steeds te mogen smaaken.
ô Schets van de eed'le ziel, die hier
Van buiten aangemerkt, geen zwier
Van aardsche glori weet te maaken,
Waar door zy steeds ten doel moet staan
Voor spotterny en schamper hoonen,
Als of in haar niets goeds kan woonen!
Maar waart ge, ô waereld! niet door waan
Bedroogen zy zou u haar gaaven
Vertoonen, daar all' de overvloed
Van uw bezit voor zwichten moet,
Die uw beminnaars maakt tot slaaven.
Wel hem die om 't inwendig schoon
Zich vind getroost getrouw te stryden,
Ja zelf de grootste smert te lyden,
Aan 't eind van 't vechtperk is de kroon.
Laat and'ren zich in schyn vermaaken,
Hy zal de waare vruchten smaaken.
|
|