Gedenkboek van het Athenaeum en de Universiteit van Amsterdam 1632-1932
(1932)–Hajo Brugmans, J.H. Scholte– Auteursrecht onbekendHajo Brugmans en J.H. Scholte, Gedenkboek van het Athenaeum en de Universiteit van Amsterdam 1632-1932. Stadsdrukkerij, Amsterdam 1932
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar DBNL
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Gedenkboek van het Athenaeum en de Universiteit van Amsterdam 1632-1932 van Hajo Brugmans en J.H. Scholte uit 1932.
redactionele ingrepen
p. 130: voetnoot ‘6’ heeft in het origineel abusievelijk nootverwijzing ‘3’ gekregen in de lopende tekst. In deze digitale editie is dat verbeterd.
p. 539: de kop ‘Levensberichten’ is tussen vierkante haken toegevoegd.
p. 541: dicrecteur → directeur: ‘zijn benoeming tot directeur van het Instituut’
p. 581: voetnoot ‘1’ heeft in de lopende tekst geen nootverwijzing. In deze digitale editie is de noot alsnog geplaatst.
p. 584: Mücnhen → München: ‘aan de Universiteit van München’
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (12, 108, 365, 368, 483, 486, 534, 536, 716) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina I]
GEDENKBOEK VAN HET ATHENAEUM EN DE UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM
[pagina III]
GEDENKBOEK
VAN HET ATHENAEUM EN DE UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM
1632-1932
DRUK EN UITGAVE VAN DE STADSDRUKKERIJ TE AMSTERDAM - 1932
[pagina IV]
Dit Gedenkboek werd ter Stadsdrukkerij te Amsterdam gedrukt. Het werd op de Monotype gezet uit de Bodoni-letter. De firma Van Gelder Zonen te Amsterdam leverde het papier; de clichees zijn van Van Leer en Co. eveneens te Amsterdam, terwijl de firma Van Son te Hilversum de drukinkt voor dit boek leverde. Het bindwerk werd verzorgd door Gebr. Kusters te Amsterdam. De typografische verzorging geschiedde in overleg met mejuffrouw Fré Cohen, die ook de initialen en den bandstempel teekende.
De titelplaat stelt voor het Athenaeum Illustre omstreeks 1770, genomen naar de teekening van H. Schouten voor den atlas van Fouquet, in het bezit van den heer G. Leonhardt te Amsterdam.
In de onderschriften van de portretten der hoogleeraren zijn de jaartallen die van hun ambtsfunctie. H.V.U. beteekent Historische Verzameling der Universiteit.
[pagina 717]
INHOUD
Bladz. | ||
---|---|---|
Een woord vooraf, door de redactie | V | |
Na driehonderd jaar, door P. Scholten | VII | |
Inleiding, door H. Brugmans | 1 | |
Eerste afdeeling. Algemeene geschiedenis van universiteit en athenaeum, door H. Brugmans. | ||
Eerste hoofdstuk. De voorgeschiedenis van het athenaeum | 13 | |
Tweede hoofdstuk. Stichting van het athenaeum | 23 | |
Derde hoofdstuk. De eerste eeuw van het athenaeum | 33 | |
Vierde hoofdstuk. De achttiende eeuw | 43 | |
Vijfde hoofdstuk. De Fransche tijd | 55 | |
Zesde hoofdstuk. Naar het tweede eeuwfeest | 61 | |
Zevende hoofdstuk. Het midden der negentiende eeuw | 69 | |
Achtste hoofdstuk. Van athenaeum tot universiteit | 81 | |
Negende hoofdstuk. De universiteit van Amsterdam | 91 | |
Tweede afdeeling. Geschiedenis van het academisch onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek. | ||
Eerste hoofdstuk. De godgeleerdheid, door H.A. van Bakel | 109 | |
Tweede hoofdstuk. De rechtsgeleerdheid, door L.J. van Apeldoorn | 127 | |
Derde hoofdstuk. De geneeskunde, door W.P.C. Zeeman c.s. | 163 | |
Vierde hoofdstuk. De wis- en natuurkundige wetenschappen, door J.D. van der Waals en P. van der Wielen c.s. | 225 | |
Vijfde hoofdstuk. De letteren en wijsbegeerte, door H. Brugmans c.s. | 291 | |
Zesde hoofdstuk. De handelswetenschappen, door N.W. Posthumus | 351 | |
Derde afdeeling. De academische instellingen. | ||
Eerste hoofdstuk. De Stedelijke bibliotheek, door C.P. Burger Jr. en J.S. Theissen | 369 | |
Tweede hoofdstuk. De hortus, door Th.J. Stomps | 393 | |
Derde hoofdstuk. De anatomie, door M.W. Woerdeman | 407 | |
Vierde hoofdstuk. De gasthuizen, door G. Hellinga en C.C. Delprat | 415 | |
Vijfde hoofdstuk. De seminaria, door J.H. Scholte | 475 | |
Zesde hoofdstuk. De historische verzameling der universiteit, door H. Brugmans | 481 | |
Vierde afdeeling. Bijzondere inrichtingen in verband met de universiteit. | ||
Eerste hoofdstuk. De kerkelijke seminaria, door W.J. Kühler | 487 | |
Tweede hoofdstuk. De Thomistische leerstoel, door R.R. Welschen | 505 | |
Derde hoofdstuk. Het zoölogisch museum, door J.C.H. de Meijere | 509 | |
Vierde hoofdstuk. Het koloniaal instituut, door J.C. van Eerde | 519 | |
Vijfde hoofdstuk. Het Nederlandsch centraal instituut voor hersenonderzoek, door C.U. Ariëns Kappers | 523 | |
Zesde hoofdstuk. Het nutsseminarium voor paedagogiek, door Ph. Kohnstamm | 525 | |
Zevende hoofdstuk. De Amsterdamsche universiteits-vereeniging, door H.K. Westendorp | 527 | |
Aanhangsel. Levensberichten van professoren en lectoren, door J.S. Theissen | 535 |