weg! Hoor, de wind staat stil in de boomen, een fluister gaat er van geluk......! daar slaat het carillon der vogelen uit, en de sterren zelf, verholen in het blauwe licht, beginnen als orgelen te zingen!
De bruigom komt! O, hij komt als een held met zwaaiende zwaarden van zijn licht, daavrend doorwaadt hij de hemelen, alom pralende met de flonkeringen van zijn licht, hij slaat de afgronden open, als kraters barsten zij uit, en het licht, het dronkene oogdoorvlijmende licht klatert van alle kanten!
Stil vallen hemel en aarde. Midden in de schepping staat het mysterie.
Dan opeenen zetten alle orgelen aan in een stroomend alleluja! Geloofd zij de liefde in de hoogste hemelen!
Adam herleefde in dat visioen het wonder der éénwording mede. Gleed daar niet zijn Eva smalheupig door het gewas? Gracelijk is ze als een graslancet, die zich wet aan het licht, haar coquette maagdelijke flanken slijpen zich aan den zonnebrand, in parelglanzen glipt hare zwevende blankheid achter het gouden bedgordijn van vergulde pril-groene heesters.
Kom, mijn lief, kom!
En ziet! daar is ze reeds te voorschijn. Achter haar sluiten zich de boeketten, zij staat in een waaier van groenfonkelende meien, - als de stralen van een pauwerad zijn de groen en gouden betipte meien! Goudene lichthommels zwalken daar overal heen en doorheen, een levend krioelsel opent zich op de rechte stralen van het rad, vol verglijdende vonken en schroeiende aureolen.
Kom mijn lief! open uwe armen, mij te begroeten, uw bruigom!
Ja, ja, de liefste verlaat hare schelp van licht, haar uitpralenden spiegel van licht, haar zweefsel-