De Architect zei leuk:
- 't Is tegen de usance, de strafclausule toe te passen.
De Bouwheer stond met een pasgeboren gezicht.
- Waarvoor bestaat ze dan? vroeg hij.
En weder lachte de Aannemer om de goede mop. En weder lachte de Architect, want nimmer hadden zij zooveel pret gehad.
Maar de Bouwheer besliste:
- Ik kom met mijn boel! Ik trek erin!
En zoo deed hij.
Verhuizen is als het aanrukken van een storm.
Het begint, naar klassieke traditie, met een stilte.
Een dreigende stilte. Een stilte als een baring.
Iets in de atmosfeer waarschuwt: nu gaat het verschrikkelijk torment gebeuren.
En ja, ineens waait in alle hoeken het stof bij elkaar. Draaikolkjes van stof, hoozen van stof, tornado's van stof.
Waar in werkelijkheid geen stof is, daar maakt de leege lucht draaiende bewegingen. Zij wentelt zichtbaar.
Demonen dansen, verdichten zich, worden menschen.
Het zijn de mannen van het verhuiskantoor.
In een droom naderen ze - geweldig. Zij zullen het weleens klaren. Zij hebben dat meer bij de hand gehad.
Hun opperhoofd is weken van te voren wezen op-