De verversknecht smeerde het buitenwerk en het binnenwerk met de intelligentie, waarvan reeds proeven voorhanden waren. Toen was hij klaar. Hij veegde zijn besmeurde handen aan zijn besmeurde kiel, die er tegen kon. Hij liet de verfpotten vol met water loopen, doopte de kwasten daarin, en als een man, die zijn plicht volbracht heeft in dit leven, ging hij heen.
Maar een onopgehelderde autoriteit daar ter plaatse, zich ergerend aan de vuile ramen, gaf het bevel:
- De glazenwasschers moeten komen!
Nu worden bij een bouwwerk geen bevelen met meer promptheid gehoorzaamd dan die, welke afkomstig zijn van onopgehelderde autoriteiten. Deze schijnen draadloos te worden overgebracht naar de betreffende instanties en de betreffende instanties haasten zich, de opdracht te vervullen.
Zoo kwamen dan weer de glazenwasscher met zijn knechtje en zijn ladders, zij plaatsten de ladders tegen het huis, zij begonnen aan de vensters te lappen.
Het duurde vele uren, eer de glazenwasschers gereed waren met de talrijke duimafdrukken van den schildersknecht en de verfsmeren, die hij, oneerbiedig voor het reeds verlichte lapwerk, met den tong tusschen de tanden had uitgestreken langs de randen.
Ongeveer de helft van de venstertjes was bruikbaar gebleven voor den lichtinval, - waar blijft de vernuftige binnenhuisnijveraar, die van dezen nood een een deugd maakt, en juist dit eigendommelijk glas-