Hoofdstuk XXXIV
De onderhandelingen, door het corps diplomatique inmiddels aangeknoopt, namen een eigenaardig, door niemand verwacht verloop.
In een groot aantal exemplaren vermenigvuldigd, was de nota der gezamenlijke mogendheden de kolonie aangeboden, men had daar beminnelijk toegelaten haar aan alle huizen aan te plakken, en er behoefde niet aan te worden getwijfeld: alle mannen moesten haar hebben gelezen.
Het effect echter bleef uit. Niemand scheen zich verder om het schriftuur of zijne afzenders te bekommeren. Uitgezonden spieders rapporteerden: iederen morgen begon, als vroeger, zingende het werk, en elken avond werd het zingende gestaakt; harmonie en eensgezindheid bleven ginds als veldbloemen bloeien. Dichterlijk, zei een der beloerders: het geluk groeide daar in de lucht! Men lachte om hem, blozende ging hij heen, verbergend de schaamte om zijn wonderlijk aangedaan hart.
Het gewichtige document, waarvan de avondwind de laatste verregende flarden van de houten muren rukte en met straatjongensmanieren honend sleurde door de ruimte, tot het slik van den weg de sidderende vlinders vasthield, - dit document scheen in de hoofden geenerlei aandacht te vinden.
Ervaren advokaten, lieten de diplomaten de tegenpartij haar termijn. Zij werden niet ongeduldig. Hunne maaltijden waren goed, hun siesta verliep voorspoedig, geen droom stoorde hun sluimer, geen meeningsverschil hun dag. Zij hadden bijna