had opmaken, dat hij licht de veertig gepasseerd blijken zou.
Met verbluffend gemak vouwde de nieuw-gekomene zijn lange beenen onder zich, beginnende, of men hem erom gevraagd had, te vertellen. Goedig wierp de professor zich weder op als vertaler voor de niet het Engelsch machtigen, daarbij zin voor zin in zijn aarzelig Fransch overbrengend. Met de Duitsche boeren, op wier gezichten geenerlei belangstelling glansde, behoefde niet te worden gerekend.
Het begon met een soort apotheose van de Daily Crier. Dit meestgelezen blad van Amerika had zijn correspondent met een blanco crediet, eersteklas passage, de beste aanbevelingsbrieven, speciale introducties bij alle opperbevelhebbers, een onbepaalde volmacht, naar de Oude Wereld gezonden voor het oorlogsverslag. Al deze gewichtigheden, onder den indruk waarvan hij telkens door den neus begon te praten, scheen de journalist tot verheerlijking zijner zending te behoeven; als met medailles behing hij er zijn persoonlijkheid mede.
In onderscheiding met den graaf, voor wien alles vanzelf sprak - wat hem iets kinderlijk-natuurlijks, een zekere sympathieke onnoozelheid gaf - lichtte de Amerikaan het belang zijner ikheid met omslachtige uiterlijkheden toe, op deze wijze een onbenulligheid bereikend, welke de ander als een natuurlijke begaving van zijn vaderen had meegekregen.
Van huis uit een weinig beschaafd man, en zich