Ten leste mocht het dan lukken, maar vandaag, och arme, lukt het niet... want net als het toestel wil zoals de juffrouw wil, daar klateren bekkens en trompetten, de groep rolt zich uit tot stoet. Voorwaarts, mars! Hemelblauw, morgenzon, muziek waarop je marcheren kunt.
Een ommegang door het dorp en halt in de aardige boerse tuin van een eenvoudig hotel. En nu trekken ze pas recht van leer, het hele repertoire wordt ten beste gegeven, dat het schalt tussen de kastanjes en over het gazon.
Wie mag die lustige aubade wel gelden? Is misschien de hotelhouder een vriend, die vandaag verjaart of zijn koperen bruiloft viert?
We zijn er die morgen niet achter gekomen, maar een paar dagen later heeft ons de ‘Kurzeitung’ van het raadsel de oplossing gebracht. Die zonnige morgen is er hoog bezoek in het dorp geweest, niemand minder dan de rijkspresident heeft in ‘Stettnerhof’ aan een vergadering van Tiroler burgemeesters deelgenomen, daar hij toch, met zijn familie, in het naburige Sistrans vertoefde.
In Sistrans, dat kleine, boerse dorp, waar enkel kleine, boerse hotelletjes zijn? Ik sta verbaasd, ik had gedacht dat de rijkspresident toch minstens in ‘Tirolerhof’ zou wonen.
Tot mijn schande moet ik bekennen dat ik zelfs niet weet hoe hij heet, de rijkspresident. Het gaat mij te roezig en te snel in Europa toe, die wisseling van staatshoofden en van regeringsvormen, mijn oude hoofd kan er niet meer bij, de steun van eens genoten onderwijs is mij ontvallen. Ik weet minder dan niemendal van de rijkspresident. Maar ik houd hem voor een eenvoudig man, of hij zou niet in Sistrans wonen, en niet naar Igls komen voor een vergadering van dorpsburgemees-