basisgegevens
gestandaardiseerde naam kamer:
De Olijftak
spelwijze in bron(nen):
'Die Olyftacke' (1570)
varianten:
'Die Olyftacke' (1570); 'Olijftack' (1620)
zinspreuk:
gebruikte code:
SINT3
patroonheilige:
H. Geest (belangrijkste patroon), OLV Presentatie en H. Odilia (hulppatronen) (1570)
vroegste bronvermelding:
28-07-1570
gedoopt:
geografisch-politieke situering van de kamer
plaats:
Sint-Truiden
(stad/dorp/vrijheid):
Stad
district:
Kwartier Haspengouw
gewest:
Luik
korte geschiedenis
Op 23 april 1569 vaardigden de prinsbisschop van Luik en de abt van de abdij van Sint-Truiden, heren van Sint-Truiden, een ordonnantie uit naar aanleiding van de troebelen. Een van de bepalingen was dat er voortaan maar een rederijkerskamer mocht zijn, die moest voldoen aan strenge voorwaarden. Op 28 juli 1570 werden de statuten van de nieuwe en enige kamer De Olijftak bekrachtigd door de schouten van de heren samen met de burgemeesters en de raad van de stad.
De kamer wordt vermeld in het 'Mey Liedeken' van de Peoene dat gezongen werd op de opening van de wedstrijd in Mechelen in 1620, maar nam waarschijnlijk niet deel.
documenten
reglementen:
- Gildenbrief verleend door de schouten van de heren samen met de burgemeesters en de raad van de stad (28 juli 1570): origineel verloren/ afschrift: Stadsarchief Sint-Truiden, nr. 1044, 198 e.v./ editie: Straven 1886-95. Deel 4, 489-94 [1570 SINT3].
ledenlijsten:
rekeningen:
inventarissen:
processtukken:
rekwesten:
rentetitels:
correspondentie:
literaire productie:
historische nota's:
andere nota's:
- Supplieken door de kamer gericht aan de abten van de abdij van Sint-Truiden: Simenon 1904, 551-58.
verantwoording
broncitaten:
literatuur:
Kops 1774, 328; Schotel 1871, 288; BB 1891-1923, 150; Van Elslander e.a. 1944, 30; Van Elslander 1968, 47.
Piot 1874, 617-31; Straven 1886-95. Deel 4, 484-95; Simenon 1904, 551-58; Kempeneers 1913; Remans 1937, 88-89; Sterken 1951; Notermans 1961 (a), 54-60; Notermans 1961 (b); Sterken 1962; Van Vinckenroye 1968; Ilsen 1991, 11.
naar bibliografie