Bibliografie
Afkortingen
|
ACFF:
Annales du Comité Flamand de France |
AGOKR: Annalen van de Geschied- en Oudheidkundige Kring van
Ronse en het Tenement van Inde |
ASEB: Handelingen
van het Genootschap voor Geschiedenis gesticht onder de benaming Société
d’émulation de Bruges |
BCFF:
Bulletin du Comité Flamand de France |
BCRH: Bulletin de la Commission Royale
d’Histoire/Handelingen van de Koninklijke Commissie voor Geschiedenis |
BG: Bijdragen tot de Geschiedenis |
BGD:Bijdragen tot de geschiedenis der Stad Deinze |
BM: Belgisch Museum |
BMGOG: Bulletijn van de Maatschappij voor Geschiedenis en
Oudheidkunde te Gent |
BTFG: Belgisch
Tijdschrift voor Filologie en Geschiedenis |
ESB: Eigen Schoon en
de Brabander |
GOKD:Gedenkschriften
van de Oudheidkundige kring der stad en des voormaligen lands van Dendermonde |
HGOKO: Handelingen
van de Geschied- en Oudheidkundige Kring van Oudenaarde |
HKGOK: Handelingen
van de Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring van Kortrijk |
HKKM: Handelingen
van de Koninklijke Kring voor Oudheidkunde, Letteren en Kunst van Mechelen |
HMGOG: Handelingen van de Maatschappij voor Geschiedenis en
Oudheidkunde te Gent |
JbF: Jaarboek de Fonteine |
NT: De nieuwe taalgids |
RN:Revue du Nord |
SL: Standen en Landen |
SpL: Spiegel der Letteren |
TvBG: Tijdschrift voor Brusselse Geschiedenis |
VHB: Varia Historica Brabantica |
VM:Vaderlandsch Museum |
VMA: Verslagen en Mededelingen van de Koninklijke Vlaamse
Academie voor Taal- en Letterkunde |
ZE: De Zeventiende Eeuw |
Ackersdijck
1781 - Ackersdijck, W.C.,
‘Geschiedenis der rederijkkamers der Hoofdstad en Meyerye van ’s
Hertogen-bosch’, in: Tweede proeve van oudheid-, taal- en dichtkunde, door
het genootschap Dulces ante omnia musae. Utrecht 1782, 213-53. |
Adriaanse
1930 - Adriaanse, J., Beelden uit
het verleden van Hulst en zijn ambacht. Amsterdam 1930. |
Adriaensen
1899 - Adriaensen, E., Hoogstraeten.
Verzameling van handschriften. Hoogstraten 1899. |
Angillis
1854 - Angillis, A.A., Geschiedenis
der Rousselaersche rederijkkamer De Zeegbare Herten. Tielt 1854. |
Angillis
1856 (a) - Angillis, A.A., ‘Over de
Rederykkamer: “Altoos doende”, te Leffinghe’, in: Rumbeeksche Avondstonden.
Roeselare 1856, 81-89. |
Angillis
1856 (b) - Angillis, A.A., ‘Kronyk
der Rederykkamer de Zebaer Herten’, in: Rumbeeksche Avondstonden. Roeselare 1856, 140-75. |
Arickx
1962 - Arickx, V., ‘Baljuw Jacob Wybo
uit Pittem, prins van de rederijkerskamer van Tielt in 1539’, Biekorf,
63 (1962), 48-50. |
Arickx
1963 (a) - Arickx, V., ‘Verdwenen
blazoenen van Westvlaamse Rederijkerskamers’, Biekorf, 64 (1963),
233-39. |
Arickx
1963 (b) - Arickx, V., ‘Blazoenen en
deviezen van de Westvlaamse Rederijkerskamers’, West-Vlaanderen, 12
(1963), 242-61. |
Arnade 1996 - Arnade, P., Realms of Ritual. Burgundian
Ceremony and Civic Life in Late Medieval Ghent. Ithaca/London 1996. |
Baccaert
1952 - Baccaert, F., ‘Op stap door de
Mechelse Rederijkerswereld’, De Toerist, 31 (1952), 534-37. |
Baillien
1952 - Baillien, H., ‘Het
“Rhetorijcken-liedeken” van Tongeren’, Het Oude Land van Loon, 7 (1952),
140-43. |
Batselier
1976 - Batselier, A., Kroniek van
het toneel en van het letterkundig leven te Geraardsbergen (1416-1808). Geraardsbergen 1976. |
BB 1891-1923 - ‘Chambres de rhétorique et sociétés dramatiques des
Pays-Bas depuis leur origine jusqu’à la fin du XVIIIe siècle, Belgique,
chambres secondaires’, in: Bibliotheca Belgica. Brussel 1891-1923, C643. |
Bergmann
1873 - Bergmann, A., Geschiedenis
der stad Lier. Antwerpen 1873. |
Bets 1861 - Bets, P.V., Histoire de la ville et des institutions de Tirlemont.
Deel 2, Leuven 1861. |
Bets
1888 - Bets, P.V., Zout-Leeuw,
beschrijving, geschiedenis, instellingen. Deel 2, Tienen 1888. |
Beuken
1978 - Beuken, W.H. (ed.), Die
eerste bliscap van Maria en Die sevenste bliscap van onser Vrouwen.
Culemborg 1978. |
Beyaert
1978 - Beyaert, M., Opkomst en
bloei van de Gentse rederijkerskamer Marien Theeren. Kultureel Jaarboek van
Oost-Vlaanderen 7. Gent 1978. |
Billiet
1875 - Billiet, L., ‘Over de
rhetorika “De Goudbloem” van Sint-Nicolaas’, Annalen van den
Oudheidskundigen Kring van het Land van Waas, 5 (1873-75), 325-60. |
Blieck
1856 - Blieck, F.-J., Geschiedenis
der Wervicksche Rederykkamer oudtyds genaemd Droogaers. Roeselare 1856. |
Blieck
1863 - Blieck, F.J., Mengelpoezy.
Deel 3, Roeselare 1863. |
Blommaert
1837 - Blommaert, Ph., ‘Beknopte
geschiedenis der kamers van rhetorica te Gent’, BM, 1 (1837), 417-44. |
Blommaert
1838 (a) - Blommaert, P.,
‘Rederykkamers van Veurne en Ommestreken’, BM, 2 (1838), 357-74. |
Blommaert
1838 (b) - Blommaert, P., Beknopte
Geschiedenis der kamers van rhetorica te Gent. Gent 1838. |
Blommaert
1846 - Blommaert, P.,
‘Tooneelgenootschappen te Gent’, BM, 10 (1846), 364-458. |
Blommaert
1847 - Blommaert, Ph., Geschiedenis
der rhetorykkamer De Fonteine te Gent. Gent 1847. |
Blommaert
en Serrure 1839-40 - Blommaert, P. en
C.P. Serrure (eds.), Kronyk van Vlaenderen van 580 tot 1467. 2 delen, Gent 1839-40. |
Bols
1903 - Bols, J., ‘Bijdrage tot de
geschiedenis van de Iepersche Rederijkkamer “De Korenbloem”, gezeid
Lichgelaen’, VMA, 1903, 203-16. |
Bostoen
1981 - Bostoen, K., ‘Dingman Beens en
de kamer van Vreugdendal’, Jaarboek Oranjeboom, 34 (1981), 134-63. |
Bovyn 1974 - Bovyn, M., ‘Het Dendermonds handschrift’, GOKD, 22 (1974)3/4,
65-101. |
Brachin
1959 - Brachin, P., ‘De Brusselse
kamer “Den Boeck” op het Gentse rederijkersfeest’, VMA, 1959, 105-24. |
Brachin 1960 - Brachin, P., ‘La “fete de rhétorique” de Gand (1539)’, in: J.
Jacquot (ed.), Les fêtes de la Renaissance. II. Fêtes et cérémonies au temps
de Charles Quint. Parijs 1960, 255-79. |
Braekman
1977 - Braeckman, W.L., ‘Een onbekend
Gents handschrift met rederijkersteksten’, JbF, 27 (1976-77)1, 61-96. |
Braekman
1992 - Braekman, W.L., ‘De Gibeanen,
een narrengilde te Poperinge’, in: W.L. Braekman, Spel en kwel in vroeger
tijd. Verkenningen van charivari, exorcisme, toverij, spot en spel in
Vlaanderen. Gent 1992, 13-55. |
Brand
1961 - Brand, P.J., ‘Geschiedenis van
de Hulsterse rederijkers’, Jaarboek van de oudheidkundige kring De Vier
Ambachten, 16 (1960-61), 70-129. |
Brand
1966 - Brand, P., ‘Een
Rederijkersfeest te Wervik 1493’, Biekorf, 67 (1966), 36. |
Brand
1972 - Brand, P.J., De
geschiedenis van Hulst. Hulst 1972. |
Brinkman
1994 - Brinkman, H., ‘De weerklank
van de Bourgondische hofliteratuur in het Middelnederlands’, Millennium,
8 (1994), 125-33. |
Broeckaert
1892 - Broeckaert, J., ‘Mededeeling
van eenen bundel rederijkersgedichten der 16de eeuw’, VMA, 1892, 335-48. |
Broeckaert
1893 - Broeckaert, J. (ed.), Rederijkersgedichten
der 16e eeuw. Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde, 5e
reeks 2. Gent 1893. |
Brouwers en Terme 1900 - Brouwers, D.D. en G. Terme, Catalogue Descriptif
des objets qui ont figuré à l’exposition-concours des Anciennes Gildes,
Corporations et Chambres de Rhétorique. Luik 1900. |
Bruijnen
1999 - Bruijnen, Y., Leuvense
schilderkunst 1520-1570. Onuitgegeven doctoraatverhandeling, Amsterdam
1999. |
Bruynooghe
1998 - Bruynooghe, N., ‘Een
uittreksel uit 500 jaar toneel te Bevere. Een korte schets n.a.v. de viering
van 100 jaar vriendschapsbeker 1898-1998’, HGOKO, 35(1998), 445-56. |
C.B.
1969 - C.B., ‘Rederijkers houden
bijen te Poperinge 1531 (Cruusbroers)’, Biekorf, 1969, 57. |
Cabantous et Pfister 1993 - Cabantous, A. en C. Pfister, ‘Originalité et
diversité d’une société portuaire du XVIe au XVIIIe siècle’, in: A. Cabantous
(ed.), Histoire de Dunkerque. Toulouse
1993, 95-125. |
Caland
1868 - Caland, F., ‘De oudste
stadsrekening van Axel, augustus 1492-25 augustus 1493’, Kroniek van het
historisch genootschap te Utrecht, 24 (1868), 312-434. |
Caland
1872 - Caland, F., ‘Bergen op Zoom
van 1412 tot 1613 (plus 1716)’, De Navorscher, 22 (1872), 137-42. |
Caland
1879 - Caland, F., ‘Geschiedkundige
bijzonderheden van Zaamslag’, De Navorscher, 29 (1879), 134-36. |
Caland
1882 - Caland, F., ‘Uit de
stadsrekeningen van Hulst van 1478’, De Navorscher, 32 (1882), 65-73. |
Caland
1886 - Caland, F., ‘De
rederijkerskamer van Bergen op Zoom. Historische schets uit haren bloeitijd van
1441 tot 1561’, De Dietsche Warande, 5(1886), 70-113. |
Carnel 1860 - Carnel, D., ‘Les sociétés de rhétorique et leurs présentations
dramatiques chez les Flamands de France’, ACFF, 5 (1859-60), 29-88. |
Carton
1981 - Carton, Y., Geschiedenis van
de Ieperse rederijkerskamers. Onuitgegeven licentiaatverhandeling, Gent 1981. |
Cartwright 1993 - Cartwright, J., ‘The politics of rhetoric: the 1561
Antwerp Landjuweel’, in: C. Davidson en J.H. Stroupe (eds.), Medieval Drama
on the Continent of Europe. Kalamazoo
1993, 54-63. |
Cassiman
s.d. - Cassiman, A., Geschiedenis
van de stad Deinze. Gent/Ledeberg s.d. |
Catalogus
1927 - Catalogus van de
retrospectieve Tentoonstelling van het tooneelleven te Mechelen. Mechelen
1927. |
Catalogus
1995 - Selden is volmaect de
feeste. Zeshonderd jaar rederijkersleven te Brugge.
Tentoonstellingscatalogus (Stadsarchief Brugge
6 mei-5 juni 1995). Brugge
1995. |
Cerutti
1961 - Cerutti, F.F.X., ‘Gegevens
over Bredase kunst en kunstenaars in de zestiende eeuw, 2: de beeldende
kunstenaars en de spelen en omgangen’, Jaarboek Oranjeboom, 14 (1961),
17-21. |
Cerutti
e.a. 1952 - Cerutti, F.F.X e.a., Geschiedenis
van Breda.
Deel 1: De
middeleeuwen. Tilburg 1952. |
Ceyssens
1907 (a) - Ceyssens, K. (ed.), Hasseltse
“historiael” spelen: Coninck Balthasar.- Die belegeringhe van Samariën.
Leuvense Tekstuitgaven 3. Leuven/Amsterdam 1907. |
Ceyssens
1907 (b) - Ceyssens, K. (ed.), ‘Eene
Spelende Prologe oft Salutatie van Willecom Aenden doorluchtighen Prince ende
Corenvorst Ferdinandus Bauarus Biscop tot Luyck Graue tot Loen &a’, Bulletin
des Melophiles, 39 (1907), 25-54. |
Chocqueel 1920 - Chocqueel, J., ‘Les Chambres de Rhétorique en
Flandre Française’, Le Beffroi de Flandre, 2 (1920)13, 7-8; 14, 19-22;
15, 1-10; 16, 1-6 en 17, 1-8. |
Christoforus
1943 - Christoforus, ‘Die eedele
Roose van Jericho’, Jaarboek de Ghulden Roos, 3 (1943), 145-49. |
Claes
1961 - Claes, L., ‘Judith, een
onuitgegeven Hasselts Historiaelspel’, JbF, 11 (1961), 19-34. |
Coigneau
1984 - Coigneau, D., ‘Literatuur en
Pennestrijd’, in: J. Decavele (ed.), Het einde van een rebelse droom.
Opstellen over het Calvinistisch bewind te Gent (1577-1584) en de terugkeer van
de stad onder de gehoorzaamheid van de koning van Spanje (17 september 1584).
Gent 1984, 89-112. |
Coigneau 1986 (a) - Coigneau, D., ‘Matthijs de Castelein (1485?-1550)’,
JbF, 35-36 (1985-86), 7-13. |
Coigneau
1986 (b) - Coigneau, D., ‘De
Goudbloem en haar factor Jeronimus van der Voort’, JbF, 35-36 (1985-86),
45-80. |
Coigneau
1993 - Coigneau, D., ‘9 december
1448: Het Gentse stadsbestuur keurt de statuten van de rederijkerskamer De
Fonteine goed. Literaire bedrijvigheid in stads- en gildeverband’, in:
Schenkeveld-van der Dussen 1993, 103-08. |
Coigneau 1996 - Coigneau, D., ‘9 december 1448. De statuten van de rederijkerskamer De Fonteine worden
officieel erkend door de stad Gent. Rechten en plichten van spelende gezellen’,
in: Erenstein 1996, 50-55. |
Coigneau
2000 - Coigneau, D., ‘‘Den Boeck’ van
Brussel: een geval apart?’, JbF, 49-50 (1999-2000), 31-44. |
Coigneau
2001 (a) - Coigneau, D., ‘‘Tot Babels
schande’. Een Refreinfeestbundel in het Calvinistische Brussel (1581)’, SpL,
43 (2001)3, 205-23. |
Coigneau 2001 (b) - Coigneau, D. ‘Brugge, 3 mei 1517. De twee plaatselijke rederijkerskamers organiseren een
interlokale liederenwedstrijd. Muziek bij de rederijkers’, in: L.P. Grijp
(ed.), Een muziekgeschiedenis der Nederlanden. Amsterdam 2001, 116-21. |
Coigneau e.a. 1994 - Coigneau, D. e.a., Uyt Ionsten Versaemt.
Het Landjuweel van 1561 te Antwerpen. Tentoonstellingscatalogus
KBR. Brussel 1994. |
Cornillie
1950 - Cornillie, J.E., Ieper door
de eeuwen heen. Ieper 1950. |
Cortyl 1905 - Cortyl, E., ‘Notes et documents concernant les Sociétés de
Rhétorique de Steenvoorde et d’ Hazebrouck’, BCFF, 3 (1900-05), 395-411. |
Couckelaere 1890 - ‘Couckelaere, 1521’, Fragmenta, 4 (1890),
77. |
Coulon 1904 - Coulon, A.-M., Histoire de Halluin d’après les documents
authentiques. Kortrijk 1904. |
Courteaux
1971 - Courteaux, F., ‘De Koninklijke
aloude Rederijkerskamer ‘De Catharinisten’, Hoofdkamer van het Land van Aalst’,
Het Land van Aalst, 23 (1971), 241-308. |
Coveliers 1937 - Coveliers, L., Arendonk. Geschiedkundige
beschrijving. Arendonk 1937. |
Curveiller 1989 - Curveiller, S., Dunkerque. Ville et port de
Flandre à la fin du Moyen Age. Rijsel
1989. |
Cuypers
van Velthoven 1863 - Cuypers van
Velthoven, P., ‘Rederijkerskamer te Bergen op Zoom’, De Navorscher, 13
(1863), 42-43. |
D’Hondt
1908 - D’Hondt, V., Geschiedenis
van het tooneel te Aalst en bezonderlijk van de Koninklijke Rederijkkamer De
Catharinisten onder kenspreuk : “aMor VinCIt”. Aalst 1908. |
D’Huyvetter
1952 - Huyvetter, R. D’, ‘De
Mastbloem, rederijkerskamer van Cruyshautem’, BGD, 19 (1952), 59-68. |
Danhieux
1954 - Danhieux, L., ‘De statuten van
de rederijkersgilde te Reninge in 1700’, Biekorf, 55 (1954), 215-18. |
Dansercoer
2002 - Dansercoer, R., Van
Vroescepe Dinne.
De
Nieuwpoortse rederijkerskamer.
Nieuwpoort 2002. |
De Baecker 1850 - Baecker, L. De, Les Flamands de France. Etudes
sur leur langue, leur littérature et leurs monuments. Gent 1850. |
De
Baere 1944 - Baere, C. De, ‘Het
Aandeel der Gulden in de Ontwikkeling van het Nederlandsch Tooneel te Brussel’,
ESB, 27 (1944) 1, 1-4. |
De
Baere 1946 (a) - Baere, C. De, ‘De
Brusselsche Kamers van Rhetorica’, ESB, 29 (1946), 1-16. |
De
Baere 1946 (b) - Baere, C. De, ‘De
Bedrijvigheid der oude Kamers van Rhetorica te Brussel’, ESB, 29 (1946),
97-119. |
De
Baere 1948 (a) - Baere, C. De, ‘De
Brusselse refereynen en liedekens van 1562’, VMA, 1948, 119-55. |
De
Baere 1948 (b) - Baere, C. De,
‘Rhetoricale feesten te Brussel’, in: Miscellanea J. Gessler. Deel 1, ’s-Gravenhage 1948, 146-58. |
De
Baere 1950 - Baere, C. De,
‘Rederijkers op bezoek’, ESB, 33 (1950), 158-59. |
De
Baere en Gessler 1911 - Baere, C. De
en J. Gessler, ‘De Roode Roos. Geschiedenis der Hasseltse Rederijkerskamer’, Limburgsche
Bijdragen, 10 (1911), 21-132. |
De
Baets 1958 - Baets, J. De, ‘Het
eerste Lam Gods-spel. 1458’, Wetenschappelijke Tijdingen, 18 (1958),
16-24 en 94-108. |
De
Baets 1959 - Baets, E.P. De, ‘De
“Toog” der Gentse Rederijkers van 1458’, JbF, 9 (1959), 33-40. |
De
Baets 1974 - Baets, R. De,
‘Rederijkersleven’, in: Dendermonde Folklore; uitgave naar aanleiding van de
tentoonstelling “Dendermonde Folklore” in het Folklorejaar 1974. Dendermonde 1974, 151-67 en 176-77. |
De Belhault de Dornon en Wagemans 1914 - Behault de Dornon, A. De en E. Wagemans,
‘Guillaume de Gortter, dit Sombeke, rhétoricien de Malines et les deux
manuscrits de la Bibliothèque royale qui lui sont attribués’, HKKM, 24
(1914), 211-30. |
De
Clerck 1652 - Clerck, J. De, Eerlyck
Tydt-Verdryf, Vertoont in Lucifers Val, Bacchus Beeldt, Megaeras Heerschappije,
Zoylus Winckel, Ende eenige vermakelijcke Kluchten. Brussel, Jan Mommaert, 1652. |
De Coussemaker 1883 - Coussemaker, I. De, ‘Comptes de l’église
paroissiale de Saint-Vaast à Bailleul. Analyse du Ier volume 1576 à 1600’, ACFF,
14 (1877-83), 159-266. |
De
Gheldere 1905 - Gheldere, K. De, De
oude Thorhoutsche kamer van rhetorica met kenspreuk: Door geest en arbeid.
Gent 1905. |
De
Grave 1900 - Grave, De D., Geschiedenis
der gemeente Asse. Gent 1900. |
De
Groote 1975 - Groote, B. De, ‘De
overheid en het Gentse rederijkersfeest van 1539’, JbF, 25 (1975)1,
105-18. |
De
Keyser 1947 - Keyser, P. De,
‘Bijdrage tot de Blazoenkunde van de Rederijkerskamers (met plaat)’, JbF,
4-5 (1946-47), 35-66. |
De
Keyser 1964 - Keyser, P. De (ed.), Het
onuitgegeven tafelspel van Al Hoy met Ydel Lusken, Willeken Noyt genoech en
Buycxken selden Sat uit het Dendermonds handschrift. Oudheidkundige Kring
van het Land van Dendermonde, bijzondere Uitgaven 20. Dendermonde 1964. |
De
Keyser 1965 (a) - Keyser, P. De, ‘Het
Dendermonds handschrift van Jan vanden Bossche’, VMA, 1965, 133-61. |
De
Keyser 1965 (b) - Keyser, P. De
(ed.), Het spel van sinnen van de dolende Mensche ende de gratie Gods.
Oudheidkundige Kring van het Land van Dendermonde, bijzondere Uitgaven 21.
Dendermonde 1965. |
De
Keyser 1984 - Keyser, H. De, ‘De
Brusselse rederijkers in de opstand’, TvBG, 1 (1984), 121-33. |
De
Keyser 1986 - Keyser, H. De, ‘Het
onstaan en de werkzaamheden van de Brusselse rederijkerskamers tussen 1400 en
1500’, TvBG, 3 (1986), 65-75. |
De Laserna Santander 1809 - Laserna Santander, De, Mémoire historique sur la
bibliothèque dite de Bourgogne, présentement bibliothèque publique de Bruxelles.
Brussel 1809. |
De
Lepper 1975 - Lepper, J.L.M. de,
‘Kermisattracties en toneelvoorstellingen te Breda in de zeventiende en
achttiende eeuw’, Jaarboek Oranjeboom, 28 (1975), 135-61. |
De
Montensis 1922 - Montensis, G. De,
‘Aanteekeningen betreffende de Rederijkkamers en het vroeger Tooneel te
Geeraardsbergen (1476-1808)’, De Brabander, 2 (1922), 8-12, 17-22,
33-36, 76-79 en 81-88. |
De
Paepe 2006 - Paepe, T. De,
‘Inrichting en gebruik van het Antwerpse rederijkerstoneel tussen 1619 en 1664:
een virtuele reconstructie’, ZE, 22 (2006)2, 316-22. |
De
Potter 1866 (a) - Potter, F. De,
‘Gentsche Kamers van Rhetorica’, De Eendracht, 20 (1865-66), 53. |
De
Potter 1866 (b) - Potter, F. De,
Geschiedkundige schets der stad Blankenberge. Gent 1866. |
De Potter 1872 - Potter, F. De, ‘De rederijkerskamer “Maria ter
Eere”, te Gent’, Bulletins de l’Académie Royale des Sciences, des Lettres et
des Beaux-Arts de Belgique, 33 (1872), 532-83. |
De
Potter 1874 - Potter, F. De, Geschiedenis
der stad Kortrijk. Deel 2, Gent 1874. |
De
Potter 1875 - Potter, F. De, Schets
eener Geschiedenis van de stad Rousselare. Roeselare 1875. |
De
Potter e.a. 1873 - Potter, F. De
e.a., Geschiedenis der stad en kasselrij van Veurne. Deel 1, Gent 1873. |
De
Potter en Borre 1870 - Potter, F. De
en P. Borre, Geschiedenis der rederijkerskamer van Veurne onder kenspreuk:
Arm in de beurs en van zinnen jong. Gent 1870. |
De
Potter en Broeckaert 1870-72 -
Potter, F. De en J. Broeckaert, Geschiedenis van de gemeenten der provincie
Oost-Vlaanderen. Tweede Reeks. Arrondissement Eekloo. 3 delen, Gent
1870-72. |
De
Potter en Broeckaert 1875 - Potter,
F. De en J. Broeckaert, Geschiedenis der stad Aalst, voorgegaan van eene
historische schets van ‘t voormalige Land van Aalst. Deel 2, Gent 1875. |
De
Potter en Broeckaert 1878 - Potter,
F. De en J. Broeckaert, Geschiedenis van de gemeenten der provincie
Oost-Vlaanderen. Derde reeks. Arrondissement St.-Nicolaas. Deel 2, Gent
1878. |
De
Potter en Broeckaert 1879 - Potter,
F. De en J. Broeckaert, Geschiedenis van de gemeenten der provincie
Oost-Vlaanderen. Derde reeks. Arrondissement St.-Nicolaas. Deel 3, Gent
1879. |
De
Potter en Broeckaert 1881 - Potter,
F. De en J. Broeckaert, Geschiedenis van de gemeenten der provincie
Oost-Vlaanderen. Derde reeks. Arrondissement St.-Nicolaas. Deel 4, Gent
1881. |
De
Potter en Broeckaert 1882 - Potter,
F. De en J. Broeckaert, Geschiedenis der stad St.-Nicolaas. Deel 2, Gent
1882. |
De
Potter en Broeckaert 1884 - Potter,
F. De en J. Broeckaert, Geschiedenis der stad Lokeren. Gent 1884. |
De
Potter en Broeckaert 1887 – Potter,
F. De en J. Broeckaert, Geschiedenis van de gemeenten der provincie
Oost-Vlaanderen. Vierde reeks. Arrondissement Dendermonde. Deel 2, Gent
1887. |
De
Potter en Broeckaert 1900 - Potter,
F. De en J. Broeckaert, Geschiedenis van de gemeenten der provincie
Oost-Vlaanderen. Vijfde reeks. Arrondissement Aalst. Deel 4, Gent 1900. |
De
Potter en Broeckaert 1903 - Potter,
F. De en J. Broeckaert, Geschiedenis van de gemeenten der provincie
Oost-Vlaanderen. Zesde reeks. Arrondissement Oudenaarde. Deel 1, Gent 1903. |
De
Potter s.d - Potter, F. De, Gent,
van den oudsten tijd tot heden. Geschiedkundige beschrijving der stad. 8
delen, Gent s.d. |
De
Reiffenberg 1845 - Reiffenberg, Baron
de, ‘La fête de l’arbalète et du prince d’amour à Tournai en 1455’, BCRH,
10 (1845), 255-66. |
De
Rouck 1957 - Rouck, G. De, ‘De
Rederijkers te Ronse in de 15e en 16e eeuw’, AGOKR, 6 (1957), 9-27. |
De
Rouck 1958 - Rouck, G. De, ‘De
Rederijkers te Ronse in de 17e eeuw’, AGOKR, 7 (1958), 19-30. |
De Sagher 1898 - Sagher, E. De, Notice sur les archives
communales d’Ypres et documents pour servir à l’histoire de Flandre du XIIe au
XVIe siècle. Ieper 1898. |
De Schoutheete de Tervarent 1872 - Schoutheete de Tervarent, Chevalier de, Inventaire
général analytique des archives de la ville et de l’église primaire de
Saint-Nicolas. Brussel e.a. 1872. |
De
Schryver 1945 - Schryver, H. De, ‘De
Blazoenen van onze Rederijkerskamers’, JbF, 3 (1945), 44-56. |
De Sutter 2002 - Sutter, L. De, ‘De Koninklijke Rederijkerskamer
Sint-Pieter Vreugd en Deugd, alias ‘De Vodden’ bestaat 525 jaar: een
merkwaardige geschiedenis’, De heemschutter, 181 (2002), 25-28. |
De Vivario 1787 - Vivario, H.M.F. de, Réponse à un ami qui
demandait des éclaircissements sur une célèbre académie qu’il y aurait eu à
Malines au XIIe siècle et sur l’époque des constitutions des chambres de
Rhétorique de la même ville. S.l.
1787. |
De
Vlaminck 1863 - Vlaminck, A. De,
‘Jaerboeken der Thieltsche Rhetorijkkamer’, VM, 5 (1863), 1-249. |
De
Vlaminck 1865 en 1867 - Vlaminck, A.
De, ‘De Stad en de heerlijkheid van Dendermonde’, GOKD, 4 (1865), 5-152
en 5 (1867), 1-351. |
De
Vlaminck 1868 - Vlaminck, A. De, ‘De
oude Rederijkkamers van Dendermonde’, GOKD, 1 (1868), 45-49. |
De Vlaminck 1900 - Vlaminck, A. De, ‘Les anciennes chambres de
rhétorique de Termonde’, GOKD, 8 (1900), 61-125. |
De
Vooys 1947 - Vooys, C.G.N. de, ‘Een
ruzie tussen Oudenaardse en Doornikse Rederijkers’, JbF, 4-5 (1946-47),
5-6. |
De
Vos 1879 - Vos, K. De, Beschrijving
van Zevecote. Brugge 1879. |
De
Vos 1884 - Vos, K. De, Geschiedkundige
schets van de gemeente Leffinghe. Brugge 1884, 225-34. |
De
Vos 1908 - Vos, V. De, De
rederijkkamer “Het Kersouwken” te Leuven. Oorkondige bijdragen tot hare
geschiedenis. Eerste deel, 1473-1842. Leuven 1908. |
De
Vos 1960 - Vos, M. De, ‘De
Rederijkerskamer “Sinte Barbara” te Asse - Henricus Calenus en “De Gecroonde
Leersse”’, Toerisme, 39 (1960), 878-79. |
De
Vos 1982 - Vos, F. De, ‘Toneel te
Lokeren in vroegere tijden’, De Souvereinen. Tijdschrift van de Heemkring
van Lokeren, 13 (1982), 69-84. |
De
Waard 1962 - Waard, G.C. de, ‘Het
spel van Meesene uit de Gentse bundel van 1539’, NT, 55 (1962), 90-96. |
Debaecker 1849 - Debaecker, L., Recherches historiques sur la
ville de Bergues, en Flandre. Brugge
1849. |
Decavele
1975 - Decavele, J., De Dageraad
van de Reformatie in Vlaanderen. Verhandelingen van de Koninklijke Academie
voor Wetenschappen, Klasse der Letteren XXXVII nr. 76. 2 delen, Brussel 1975. |
Decavele
1990 - Decavele, J., ‘Rederijkers’,
in: J. Decavele (ed.), Keizer tussen stropdragers: Karel V 1500-1558.
Leuven 1990, 89-96. |
Defrancq
1966 - Defrancq, R., Bijdragen tot
de geschiedenis van Wervik. Deel 3, 1966. |
Degroote
1948 - Degroote, G., ‘Gysbrecht
Mercx’ gedicht ter ere der opening van de “Nieuwe Schipvaert”
Brussel-Willebroek (1561)’, ESB, 31 (1948), 263-76. |
Delmelle 1960 - Delmelle, J., ‘Géographie littéraire du Brabant. La Hesbaye thioise’, Le folklore
Brabançon, 145-48 (1960), 530-86. |
Delwalhens 1959 - Delwalhens, P., ‘Folklore et Légendes de Tirlemont.
Les Chambres de Rhétorique’, Le folklore Brabançon, 141 (1959), 573-602. |
Denorme
1936 - Denorme, C., ‘De gilden van
Nieuwpoort volgens de oude grafzerken’, Biekorf, 42 (1936), 169-81. |
Deruelle
1945 - Deruelle, M.I.J., ‘Het huis
“De Fonteyne” te Gent’, JbF, 3 (1945), 38-43. |
Derycke
en Van Bruaene 2005 - Derycke, L. en
A.-L. Van Bruaene, ‘Sociale en literaire dynamiek in het vroeg
vijftiende-eeuwse Brugge. De oprichting van de rederijkerskamer De Heilige
Geest ca. 1428’, in: Johan Oosterman (ed.), Stad van koopmanschap en vrede.
Literaire cultuur in Brugge tussen Middeleeuwen en Rederijkerstijd. Leuven
2005, 59-96. |
Desrumeaux
1996 - Desrumeaux, J., ‘Geschiedenis
van de Wervikse rederijkerskamer ‘Droogaers’, Stedelijke Oudheidkundige
Commissie Wervik. Jaarboek, 1996, 97-172. |
Diegerick 1854 - Diegerick, I., ‘Quelques lettres et autres
documents inédits concernant l’empereur Charles-Quint’, ASEB, 13
(1851-54), 287-326. |
Diegerick 1855 - Diegerick, J., Neuve-Eglise.
Notes sur sa draperie et ses chambres de
rhétorique. Brugge 1855. |
Diegerick 1859 - Diegerick, J.L.A., ‘Notes sur les chambres de
Rhétorique de la Flandre maritime (1517 à 1551)’, ACFF, 5 (1858-59),
134-54. |
Dilis
1910 - Dilis, E. (ed.), De
rekeningen der rederijkkamer De Olijftak over de jaren 1615 tot 1629.
Uitgaven der Antwerpsche bibliophilen 24. Antwerpen/’s-Gravenhage 1910. |
Donnet
1907 - Donnet, F. (ed.), Het
jonstich versaem der Violieren. Geschiedenis der rederijkkamer De Olijftack
sedert 1480. Uitgaven der Antwerpsche Bibliophilen 23. Antwerpen 1907. |
Donnet 1924 - Donnet, F., ‘Un manuscrit de la chambre de rhétorique anversoise “De
Goudtbloemen”’, De gulden passer, 2 (1924), 1-15. |
Doubel
1974 - Doubel, F., ‘De rederijkers’, Het
gebied van Staden, 4 (1974), 75-88. |
Driesen 1852 - Driesen, F., ‘Les chambres de rhétorique dans le Limbourg’, Bulletin
de la Société scientifique et littéraire du Limbourg, 1 (1852), 76-95. |
Duclos 1910 - Duclos, A., Bruges, histoire et souvenirs. Brugge 1910. |
Dumon
1989 - Dumon, R., Geschiedenis van
Nieuwpoort. Langemark 1989. |
Dupas 1978 - Dupas, G., Histoire de Bourbourg et de sa Châtellenie, des
origines à la Libération. Duinkerken
1978. |
Duverger
1935 - Duverger, J., ‘Leekenbijdragen
tot de Geschiedenis van de Brusselsche Kamers van Rhetorica en van de Brusselse
Rederijkers uit de 15e eeuw’, in : J. Duverger, Brussel als kunstcentrum in
de XIVe en de XVe eeuw. Bouwstoffen tot de Nederlandsche Kunstgeschiedenis
3. Antwerpen/Gent 1935, 72-95. |
Erenstein
1996 - Erenstein, R.L. (ed.), Een
theatergeschiedenis der Nederlanden. Tien eeuwen drama en theater in Nederland
en Vlaanderen. Amsterdam 1996. |
Ernalsteen
1920 - Ernalsteen, J., ‘Eene
rederijkerskamer te Brecht’, Oudheid en Kunst, 11 (1920), 116-17. |
Ernalsteen
1956 - Ernalsteen, J., ‘De
rederijkerskamer “Tcoren bloetsel smenschen voetsel”’, Oudheid en Kunst,
39 (1956), 49-50. |
Erné
en Van Dis 1982 - Erné, B.H. en L.
van Dis (eds.), De Gentse spelen van 1539. 2 delen, ‘s-Gravenhage 1982. |
Everaert
1964 - Everaert, G., Letterkundig
leven te Gent in de vijftiende eeuw. De rederijkers. Onuitgegeven
licentiaatverhandeling, Gent 1964. |
Everaert
en Bouchery 1879 - Everaert, L. en J.
Bouchery, Histoire de la ville de Hal. Leuven 1879. |
Eversen
1871 - Eversen, H.P.H., ‘De
Maastrichtse rederijkers-kamers: eene bijdrage tot de Geschiedenis der
Nederlandsche Letterkunde’, Publications de la société historique et
archéologique dans le duché de Limbourg, 8 (1871), 304-32. |
Feys en Van de Casteele 1873-78 - Feys, E. en D. Van de Casteele, Histoire
d’Oudenbourg, accompagnée de pièces justificatives comprenant le cartulaire de
la ville et de nombreux extraits des comptes communaux. 2 delen, Brugge
1873-78. |
Flahault 1898 - Flahault, R., ‘Le culte de Saint Antoine Ermite
dans la Flandre Maritime. Notes et documents’, ACFF, 24 (1898), 355-412. |
Flahault 1903 - Flahault, R., ‘Les Sociétés de Rhétorique
d’Hondschoote’, BCFF, 47 (1903), 242-44. |
Foncke
1911 - Foncke, R., ‘Jacobi de Clerck
Iprensis, Eerlyck Tydt-verdryf, 1652’, Tijdschrift voor Boek- en
Bibliotheekwezen, 11 (1911), 193-232. |
Foncke
1920 - Foncke, R., ‘De Mechelse
Peoene-Kamer tegen Jan Coleman anno 1560’, Toneelgids, 6 (1920), 10-12. |
Foncke
1922 (a) - Foncke, R., ‘Drie Mannen
van de Oude Peoene’, Mechlinia, 1 (1922), 19-21 |
Foncke
1922 (b) - Foncke, R.,
‘Tooneelopvoeringen met Driekoningendag’, Mechlinia, 2 (1922), 6-8. |
Foncke
1923 - Foncke, R.,
‘Rederijkers-Kannekijkers’, Mechlinia, 2 (1922-23), 153-55. |
Fris
1911 - Fris, V., Geschiedenis van
Geraardsbergen. Gent 1911. |
Fris
1912 - Fris, V., ‘Uittreksels der
stadsrekeningen van Geraardsbergen van 1475 tot 1658’, BMGOG, 20 (1912),
45-99 en 163-227. |
Fris 1921 - Fris, V., ‘La Chronique d’Ypres d’Augustin van Hernighem’, BCRH,
1921, 1-76. |
Galama
1941 - Galama, E.G.A., Twee
zestiende-eeuwse spelen van de verlooren zoone door Robert Lawet. Utrecht/Nijmegen 1941. |
Galamé 1988 - Galamé, R., ‘Les sociétés badines, bachiques, chantantes et
littéraires à Dunkerque du XVIe siècle au milieu du XIXe siècle’, Revue de
la Société Dunkerquoise d’Histoire et d’Archéologie, 22 (1988), 85-122. |
Geeraerts
1953 - Geeraerts, D., ‘De Lange Man
en de Hasseltse rederijkers’, Oostvlaamsche Zanten, 1953, 1-14. |
Geirnaert
1983 - Geirnaert, N., ‘De miniatuur
met de Drie Santinnen. Een nieuwe datering van het cartularium van de Brugse
rederijkerskamer van de Drie Santinnen’, Het Brugs Ommeland, 23 (1983),
243-48. |
Geirnaert
1995 (a) - Geirnaert, N., ‘Selden is
volmaect de feeste. Tentoonstelling over 600 jaar rederijkersleven te Brugge’, Archiefleven.
Nieuwsbrief van het Stadsarchief Brugge, 2 (1995), n.g. |
Geirnaert
1995 (b) - Geirnaert, N., ‘Bronnen
van het Stadsarchief. Archieven van rederijkersgilden’, Archiefleven.
Nieuwsbrief van het Stadsarchief Brugge, 2 (1995), n.g. |
Geirnaert
1995 (c) - Geirnaert, D., ‘De kamers
van rhetorica te Brugge. Een blik op 400 jaar Brugse rederijkersactiviteit’, Biekorf,
95(1995), 234-50. |
Geirnaert
2005 - Geirnaert, N., ‘Het
Cartularium van de Drie Santinnen’, Archiefleven. Nieuwsbrief van het
Stadsarchief Brugge,
12 (2005)1, 4. |
Génard
s.d. - Génard, P., ‘Personen te
Antwerpen in de XVIe eeuw, voor het “feit van religie” gerechtelijk vervolgd.
Lijst en ambtelijke bijhoorige stukken’, Antwerpsch Archievenblad, 8
(s.d.), 322-472. |
Gessler
1927 - Gessler, J., ‘La prise de
Mombeeck par les rhétoriciens hasseltois’, Jaarboek van het Limburgsch
Geschied- en Oudheidkundig Gezelschap, 41 (1927), 32-34. |
Gilden
1889 - ‘De gilden van rhetorica te
West-Nieuwkerke in 1614’, Fragmenta, 3 (1889), 228-29. |
Gilliodts van Severen 1896 - Gilliodts van Severen, L., Coutumes des pays et
comté de Flandre. Quartier de Furnes. Tome deuxième. Brussel 1896. |
Gilliodts-Van Severen 1871-85 - Gilliodts-Van Severen, L., Inventaire des
archives de la ville de Bruges. 7 delen, Brugge 1871-85. |
Gilliodts-Van Severen 1884 - Gilliodts-van Severen, L., ‘Les archives de la
ville de Bruges. La Société de Rhétorique “De Drie Sanctinnen”’, La Flandre,
1884, 392-95. |
Goris
1969 - Goris, J.M., ‘n Stad maakt
geschiedenis. Bijdrage tot de aloude geschiedenis van de stad Herentals.
Herentals 1969. |
Gramaye 1610 - Gramaye, I.B., Antiquitates illustrissimi ducatus Brabantiae.
Brussel, Jan Mommaert, 1610. |
Grumiau
1994 - Grumiau, D., Liber
Memorialis Nieuwkerken 1294-1994. Nieuwkerken-Waas 1994. |
Gysseling
1952 - Gysseling, M., ‘Inventaris van
het archief van de Sint-Jacobskerk te Gent’, HMGOG, 6 (1952), 43-130. |
Haelewyn
1969 - Haelewyn, R., ‘De Torhoutse
rederijkerskamer’, Het Houtland, 11 (1969)1, 1-19. |
Haeserijn
1960 - Haeserijn, R. (ed.), Oorspronck
der cameren van Rhetorycke, statuten ende ordonnancien der selve onder den
titel Jesus metter Balsem Bloume. Kultureel Jaarboek voor Oost-Vlaanderen
14. Gent 1960. |
Hanssens
1927 - Hanssens, M. ‘De Bergen op
Zoomse rederijkers op het landjuweel te Antwerpen in 1561’,in: Tweede
lustrumjaarboek van de studenten aan de R.K. Leergangen 1927. Tilburg 1927,
134-81. |
Harrau 1906 - Harrau, A., Histoire politique et religieuse de
Bergues-Saint-Winoc, depuis son origine jusqu’à nos jours. Duinkerken 1906. |
Heijbroek
1952 - Heijbroek, J.F., ‘De auteur
van het Bredase sacramentsspel’, Jaarboek Oranjeboom, 5 (1952), 97-103. |
Henne en Wauters s.d. - Henne, A. en A. Wauters, Histoire de la ville de
Bruxelles. 3 delen, Brussel s.d. |
Henrotay
1909 - Henrotay, H., ‘t
Sgrevenhuis of Stadhuis van Borgloon met aanteekingen over de gerechtshoven der
stad, hare schutterijen en ambachten, hare rederijkerskamer. Loon 1909. |
Henrotay
1911-12 - Henrotay, H., ‘De
Rederijkerskamer te Loon’, L’Ancien Pays de Looz, 15 (1911), 8, 15,
21-23, 29-32, 39-41, 45-49 en 16 (1912), 1-3. |
Herentals
1868 - ‘De rederijkkamer van
Herentals in de XVIIe eeuw’, De Vlaamsche School, 1868, 65. |
Hermans
1845 - Hermans, C.R., ‘Geschiedenis
der rederijkers in Noord-Brabant’, Bijdragen tot de geschiedenis, oudheden,
letteren, statistiek en beeldende kunsten der provincie Noord-Braband, 1
(1845), 1-107. |
Hermans
1867 - Hermans, C.R., Geschiedenis
der Rederijkers in Noordbrabant. ’s-Hertogenbosch 1867. |
Horsthuis
1872 - Horsthuis, J.G.,
‘Rederijkerskamer “de Vreugdenbloem” te Bergen op Zoom’, De Navorscher,
22 (1872), 285-86. |
Hosten
1910 - Hosten, E., De oude
rederijkersgilden te Dixmude. Diksmuide 1910. |
Hummelen
1977 - Hummelen, W.M.H., ‘Sporen van
gebruik in handschriften van rederijkersspelen’, in: H. Heestermans (ed.), Opstellen
door vrienden en vakgenoten aangeboden aan dr.
C.H.A. Kruyskamp. ’s-Gravenhage 1977, 108-23. |
Hummelen
1993 - Hummelen, W.M.H., ‘12-23 juni
1539: Negentien rederijkerskamers nemen deel aan een wedstrijd te Gent.
Rederijkersdrama en reformatie’, in: Schenkeveld-van der Dussen 1993, 142-46. |
Hummelen
1996 - Hummelen, W.M.H., ‘31 augustus
1539. De eerste bundel met rederijkersspelen die bij een wedstrijd opgevoerd
zijn, komt uit bij Joos Lambrecht Lettersteker te Gent. Spelen van sinne en hun
opvoeringspraktijken’, in: Erenstein 1996, 98-105. |
Hüsken
1992 - Hüsken, W.N.M., ‘Kroniek van
het toneel in Brugge (1468-1556)’, VMA, 1992, 219-52. |
Hüsken 1996 (a) - Hüsken, W.N.M., ‘1391-1392. In Dendermonde wordt in de Paasdagen een
Verrijzenisspel gespeeld. Kerkelijk drama in de volkstaal’, in: Erenstein 1996,
24-29. |
Hüsken
1996 (b) - Hüsken, W.N.M., ‘1
augustus 1541. De klucht Tielebuys van Willem Vrancx wordt als welkomstspel
gespeeld op het landjuweel van Diest. De kluchtentraditie in de Nederlanden’, in: Erenstein 1996, 106-11. |
Iansen
1970 - Iansen, S.A.P.J.H.,
‘Speurtocht naar het leven van Matthijs Castelein. Archivalia en onzekerheden’,
VMA, 1970, 321-446. |
Ilsen
1991 - lsen, M., Rederijkers in
Limburg: Tentoonstelling: Hasselt, Stedelijk Museum Stellingwerff-Waerdenhoff,
4 mei 1991. Hasselt 1991. |
Jacobs
1870 - Jacobs, A.J.L., Oorkondige
verzamelingen der Lovensche Rederijkkamer De Kerssouw, met geschiedkundige
aantekeningen. Leuven 1870. |
Jagenau
1934 - Jagenau, J., ‘Is P. Franciscus
Costerus S.J. de zoon van Franchoys de Costere, den factor der Pioenen te
Mechelen?’, Ons Geestelijk Erf, 8 (1934), 338-40. |
Jansen
1937-38 - Jansen, J.E., ‘De
Rederijkkamer Ste Apollonia bijgenaamd “Het Heibloemken” en eenige
letterkundige genootschappen der XIX eeuw te Turnhout’, Taxandria, 9
(1937)4, 188-205 en 7 (1938), 18-53. |
Janssens
2003 - Janssens, J., ‘De macht van
het schone woord. Literatuur in Brussel van de 14de tot de 17de eeuw’, in: J.
Janssens en R. Sleiderink (red.), De macht van het schone woord. Literatuur
in Brussel van de 14de tot de 18de eeuw. Leuven 2003, 13-105. |
K.R.K.
1895 - K.R.K., ‘De Fonteynisten van
Isenberghe’, Biekorf, 6 (1895), 301-02. |
Katalogus
1958 - Katalogus van de
Tentoonstelling over de Aloude Hoofdcamere vander Rhetorycken van den Heylighen
Gheest, 30-31 maart 1958. Brugge
1958. |
Keersmaekers
1951 - Keersmaekers, A., ‘De
Turnhoutse Rederijkers in de jaren 1598-1620’, Taxandria, 1951, 71-90. |
Keersmaekers
1952 (a) - Keersmaekers, A., Geschiedenis
van de Antwerpsche rederijkerskamers in de jaren 1585-1635. Aalst 1952 (ook
verschenen in: BG, 4 (1952), 123-56 en 187-227). |
Keersmaekers
1952 (b) - Keersmaekers, A., ‘De
Zuidnederlandse deelname aan twee Noordnederlandse rederijkersfeesten gedurende
het Twaalfjarig Bestand (1613)’, BG, 4 (1952), 5-22. |
Keersmaekers
1956 - Keersmaekers, A.,
‘Letterkundig leven te Lier in de 17de eeuw. De heropleving’, ‘t Land van
Ryen, 6 (1956), 73-86. |
Keersmaekers
1957 - Keersmaekers, A., ‘Drie
rebus-blazoenen van de Antwerpse “Violieren” (1618-1619-1620)’, VMA,
1957, 343-50. |
Keersmaekers
1976 - Keersmaekers, A., ‘Peeter
Lenaerts van Hoochstraten, facteur van de Antwerpse rederijkerskamer De
Goudbloem (17e eeuw)’, in: Liber amicorum Jozef Lauwereys. Antwerpen
1976, 152-60. |
Keersmaekers
1977 - Keersmaekers, A., ‘Rederijkers
uit Rubens’ omgeving: Ludolph van Hattum (+1616), factor van de
Violieren-Kamer’, Vlaamse Stam, 13 (1977), 271-79. |
Keersmaekers
1978 - Keersmaekers, A., ‘De
rederijkerskamers te Antwerpen: kanttekeningen in verband met ontstaan,
samenstelling en ondergang’, VHB, 6-7 (1978), 173-86. |
Keersmaekers
1980 - Keersmaekers, A., ‘Het
literaire leven’, in: R. Van Uytven (ed.), Leuven, “de beste stad van
Brabant”. Deel I: De geschiedenis van het stadsgewest Leuven tot omstreeks 1600.
Leuven 1980, 272-80. |
Keersmaekers
1982 - Keersmaekers, A., ‘De schilder
Sebastiaen Vrancx (1573-1647) als rederijker’, Jaarboek van het Koninklijk
Museum voor Schone Kunsten Antwerpen, 1982, 165-86. |
Keersmaekers
1996 - Keersmaekers, A., ‘1639. De
jonge losbol Guillaum Ogier brengt nieuw leven op het Antwerps toneel. Komedie
en rederijkers in zeventiende-eeuws Antwerpen’, in: Erenstein 1996, 212-17. |
Kempeneers
1913 - Kempeneers, A., ‘Bijdrage tot
de Geschiedenis van de Sint-Truidensche Rederijkerskamers’, L’Ancien Pays de
Looz, 17 (1913), 11-13 en 28-29. |
Koldeweij
2001 - Koldeweij, A.M., ‘De ‘bosboom’
als beeld voor ’s-Hertogenbosch’, in: B. Baert en V. Fraeters (eds.), Aan de
vruchten kent men de boom: de boom in tekst en beeld in de middeleeuwse
Nederlanden. Leuven 2001, 140-65. |
Kops
1774 - Kops, W., Schets eener
geschiedenisse der Rederijkeren. Werken van de Maetschappy der
Nederlandsche Letterkunde te Leyden 2. Leiden 1774. |
Kossmann
1926 - Kossmann, F.,
‘Rederijkersgedichten voor de loterij der Sint Jacobskerk te Antwerpen 1574’, De
Gulden Passer, 4 (1926), 1-18. |
Koyen
1965 - Koyen, M.H., ‘De
rederijkerskamers van Geel: De Brembloem en de Heide Bloem’, Noordgouw,
5 (1965), 61-88. |
Kronenberg
1943 - Kronenberg, M.E., ‘Gemengde
berichten uit de kringen van theologen en rederijkers te Antwerpen, Brussel en
Gent (begin 16e eeuw)’, in: Prosper Verheyden gehuldigd ter gelegenheid van
zijn zeventigsten verjaardag 23 Oct. 1943. Antwerpen 1943, 235-44. |
L.
1900 - L., ‘Iets over de
Godsdienstige Strekking der Diestersche Rederijkkamers’, De Hagelander,
7 (1900), 136-40. |
Lambin
1838 - Lambin, J.J., ‘Over de
rederykkamers van Strazeele en Meenen’, BM, 2 (1838), 330-33. |
Lambin
1839 - Lambin, J.J., ‘Claudius de
Clerck of de Bierkruyer van Ypre’, BM, 3 (1839), 156-73. |
Lambin
1840 - Lambin, J.F., Geschiedkundigen
oogslag op de Rederykkamers van Ypre, met opgave van veel andere in West- en
Fransch-Vlaanderen, die aen de schryvers onbekend zyn. Ieper 1840. |
Lameere en Simont 1907 - Lameere, J. en H. Simont (eds.), Recueil des
Ordonnances des Pays-Bas. Deuxième série 1506-1700. Tome Quatrième contenant
les ordonnances du 9 janvier 1536 (1537 n.st.) au 24 décembre 1543. Brussel
1907. |
Laurent 1893 - Laurent, Ch. (ed.), Recueil des Ordonnances des Pays-Bas.
Deuxième série - 1506-1700. Tome premier contenant les ordonnances des 7
octobre 1506 au 16 décembre 1519. Brussel
1893. |
Lauwerys
1933 - Lauwerys, J., ‘De Koninklijke
Rederijkerskamer “Het Eglantierken” van Hoogstraten 1533-1933’, Tijdschrift
voor Geschiedenis, Oudheidkunde en Folklore.
Orgaan van Hoogstratens’s Oudheidkundige Kring, 1 (1933), 161-85. |
Lecluyse 1845 - Lecluyse, P.C., ‘Explication de deux anciens
gravures provenant de la société de rhétorique à Nieuport’, ASEB, 7
(1845), 220-24. |
Lemahieu
1991 - Lemahieu, J., ‘De Koninklijke
Rederijkerskamer Langhoirs Victorinen van Poperinge bestaat 500 jaar
(1491-1991)’, Aan de Schreve: Driemaandelijks tijdschrift van de kring voor
heemkunde voor Poperinge en omliggende gemeenten, 21 (1991)2, 34-56. |
Levelt
1924 (a) - Levelt, H., ‘De “gesellen
der Vroeghdenbloeme” te Bergen-op-Zoom’, Sinte Geertruydtsbronne, 1
(1924), 16-22. |
Levelt
1924 (b) - Levelt, H., ‘De Bergsche
rederijkkamer “De Vreugdebloem” en het Antwerpsche landjuweel in 1561’, Sinte
Geertruydtsbronne, 1 (1924), 70-73. |
Liedt-boeck
1618 - Een nieu devoot geestelijck
liedt-boeck, ghemaeckt door Nicolaes Iansen van Rosendael. Inhoudende
leys-liedekens, nieuwe jaren, gheestelijcke liedekens, ende soete hemelsche
lof-sangen met eenighe geestelijcke Refereijnen. Antwerpen, Gheleyn Jansz.,
1618. |
Lindanus
1612 - Lindanus, D., De
Teneraemonda libri tres. Antwerpen, Hieronymus Verdussen, 1612. |
Logie
1977 - Logie, P., ‘De Wervikse
Rederijkers “Droogaers” genaamd’, De gidsenkring, 15 (1977)2, 13-17. |
Lowyck
1986 - Lowyck, A., ‘Nederlandstalige
schrijvers in Hondschote, Westhoek van de Nederlanden in Frankrijk’, Zannekin.
Jaarboek, 8 (1986), 5-30. |
Lowyck
1989 - Lowyck, A., ‘Nederlandstalige
schrijvers en Rederijkerskamers in Steenvoorde, in de Westhoek van de
Nederlanden in Frankrijk’, Zannekin. Jaarboek, 11 (1989), 17-70. |
Luwel
1950 - Luwel, M., Twee eeuwen rederijkersbedrijvigheid
te Brugge, 1600-1800. Onuitgegeven doctoraatverhandeling, Gent 1950. |
Luwel
1963 - Luwel, M., ‘Rederijkers te
Brugge in de 17e en de 18e eeuw’, West-Vlaanderen, 12 (1963), 225-39. |
Lyna
1935 - Lyna, J., ‘De Ster van de
Rederijkerskamer’, Verzameling Opstellen, Geschied- en Oudheidkundige Kring,
Hasselt, 11 (1935), 284-92. |
Maertens-de Noorthout 1932 - Maertens-de Noorthout, J., ‘Notes concernant la
Chambre de Rhétorique Princière “De Kornebloem” dite Notre-Dame d’Alsemberghe à
Ypres’, BMGOG, 40 (1932), 37-43. |
Maes
1961 - Maes, H., ‘Drie Refreinen in
de 16e eeuw door Deinzenaars gedicht’, BGD, 28 (1961), 67-78. |
Maes
1989 (a) - Maes, H., ‘Toneel te
Deinze in de 15de en 16de eeuw’, BGD, 56 (1989), 185-97. |
Maes
1989 (b) - Maes, H., ‘Deinse rederijkers
en de hervorming’, BGD, 56 (1989), 199-205. |
Maestertius
1646 - Maestertius, J., Beschryvinge
vande stadt ende landt van Dendermonde. Leiden 1646. |
Mak
1952 - Mak, J.J., ‘“Moyses Bosch”.
Bevestigd tot Souvereine Kamer op 22 April 1951’, Brabantia, 1 (1952),
74-78. |
Mantelius
1663 -Mantelius, F.J., Hasseletum,
sive eijusdem oppidi descriptio. Leuven 1663. |
Marnef
1987 - Marnef, G., Het
Calvinistisch Bewind te Mechelen 1580-1585. Standen en Landen 87.
Kortrijk-Heule 1987. |
Marnef
2003 - Marnef, G., ‘Rederijkers en
religieuze vernieuwing te Antwerpen in de tweede helft van de zestiende eeuw’,
in: Ramakers 2003, 174-88. |
Masquelin
1990 - Masquelin, H., ‘De
rederijkerskamers in het Heuvellandse’, Dovie Kroniek, 3 (1990)1, 14-41. |
Mast
1889 - Mast, E., Geschiedkundig
Liersch dagbericht, met talrijke aanteekeningen. Lier 1889. |
Masure 1911 - Masure, A., ‘Lettres des Archiducs Albert et Isabelle, princes
souverains et gouverneurs généraux des Pays-Bas, approuvant les statuts et
règlements de la Société de Rhétorique de Hondschoote’, BCFF, 4
(1906-11), 391-95. |
Matthieu 1877 - Matthieu, E., Histoire de la ville d’Enghien.
Deel 2, Bergen 1877. |
Meertens
1943 - Meertens, P.J., Letterkundig
leven in Zeeland in de zestiende en de eerste helft der zeventiende eeuw.
Amsterdam 1943. |
Meeus
1996 - Meeus, H., ‘1687: Michiel de
Swaen wordt prince van de rederijkerskamer De Kersauwe in Duinkerke: de
rederijkerstraditie in Noord-Frankrijk’, in: Erenstein 1996, 278-83. |
Meeus
2003 - Meeus, H., ‘Antwerpse
rederijkers op zoek naar een nieuwe rol’, in: Ramakers 2003, 126-38. |
Messiaen 1892 - Messiaen, L.-J., Histoire de Comines. 3
delen, Kortrijk 1892. |
Mestayer 2000 - Mestayer, M., ‘Rivalités et dépendances entre
villes: l’exemple de Douai du Moyen Age à nos jours’, RN, 82 (2000),
413-22. |
Meulemans
1970-72 - Meulemans, A., ‘De Leuvense
rederijkerskamers’, ESB, 53 (1970), 87-111, 211-32 en 381-400; 54
(1971), 85-94 en 306-12; 55 (1972), 33-45. |
Michielsen
1887 - Michielsen, J., Geschiedenis
der verwoesting van Brecht in 1584. Brecht 1887. |
Millar 2000 - Millar, A., ‘Olivier de la Marche and Urban Culture
in Late Medieval Brussels’, BTFG, 78 (2000)2, 379-92. |
Monballieu
1958 - Monballieu, A., ‘Een
gebeeldhouwd blazoen van de Mechelse rederijkerskamer “De Lischbloeme” (1561)’,
HKKM, 62 (1958), 82-88. |
Mooij
1998 - Mooij, C.C.M., Geloof kan
bergen verzetten : Reformatie en katholieke herleving te Bergen op Zoom
1577-1795. Hilversum 1998. |
Muller
en Scharpé 1920 - Muller, J.W. en L.
Scharpé (eds.), Spelen van Cornelis Everaert. Leiden 1920. |
Nauwelaers
1937 - Nauwelaers, J., ‘De vier
gilden van Vilvoorde. De Rederijkerskamer’, De Brabantsche Folklore, 17
(1937), 83-107. |
Nieuwpoort
1838 - ‘Over de Rederrykkamer van
Nieuport’, BM, 2 (1838), 192-95. |
Nieuwpoort
1891 - ‘[Rhetoorycke te Nieuwpoort]
1526’, Fragmenta, 5 (1891), 140. |
Notermans
1958 - Notermans, J., ‘Ambachtslieden
en Rederijkers spelen in Tricht toneel’, Handelingen van de Kon. Zuidned.
Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis, 12 (1958), 211-22. |
Notermans
1961 (a) - Notermans, J., Schets
van de geschiedenis van ‘t toneel in de Maasgouw voor de Franse Revolutie.
Elsloo 1961. |
Notermans
1961 (b) - Notermans, J.,
‘Rederijkersleven en ondergang te Sint Truien’, Tijdspiegel, 16 (1961),
227-28. |
Ockeley
1987 - Ockeley, J., ‘De
rederijkerskamer Sint-Barbara te Asse en de verering van het H. Kruis’, in: J.
Ockeley (ed.), 650 jaar Heilig Kruis te Asse: situering, legende en
verering: gedenkboek. Asse 1987, 257-60. |
Olbrechts
1935 (a) - Olbrechts, G.,
‘Tooneelbenodigdheden bij de Mechelse rederijkers in de 17de en 18de eeuw’, Mechelse
Bijdragen, 2 (1935), 13-17. |
Olbrechts
1935 (b) - Olbrechts, G., ‘Muziek en
zang in de tooneelstukken der Mechelse Rederijkers’, Germania, 1 (1935),
88-90. |
Olbrechts
1939 - Olbrechts, G., ‘Schrijvers uit
de rederijkerskamer “De Peoene” in de 17e en 18e eeuw. I. Jan Thieullier’, Mechelse
Bijdragen, 6 (1939), 159-76. |
Olbrechts
1940 - Olbrechts, G., ‘Schrijvers uit
de Rederijkerskamers ‘De Peoene’ in de 17e en 18e eeuw. II. Hendrik
Faid’herbe’, Mechelse Bijdragen, 7 (1940), 1-13. |
Oosterman
1995 - Oosterman, J.B., De gratie
van het gebed. Overlevering en functie van Middelnederlandse berijmde gebeden.
2 delen, Amsterdam 1995. |
Ouvry
1982 - Ouvry, B., Culturele
evolutie en sociale disciplinering te Oudenaarde, 1450-1600. Onuitgegeven
licentiaatverhandeling, 2 delen, Gent 1982. |
Ouvry
1985 - Ouvry, B., ‘Officieel
ceremonieel te Oudenaarde, 1450-1600’, HGOKO, 22 (1985), 25-64. |
Ouwerling
1954 - Ouwerling, ‘Een Roosendaals
dichter uit de zestiende eeuw’, Jaarboek de Ghulden Roos, 14 (1954),
119-20. |
Paquay
1905-1906 - Paquay, J.B., ‘De
Rederijkerskamer “De Witte Lelie” van Tongeren’, Limburgsche Bijdragen,
3 (1904-1905), 105-74 en 4 (1906), 99-205. |
Pauwels
1918 - Pauwels, H., ‘Sint-Niklaas, de
Hoofdstad van het Land van Waas’, Vlaamsch Leven, 3 (1918) 22, 339-45. |
Pergameni 1943 - Pergameni, Ch., Les archives historiques de la
ville de Bruxelles.
Notices et
inventaires. Brussel 1943. |
Pieters
1885 - Pieters, R., Geschiedenis
van Dixmude naar de beste oorkonden. Diksmuide 1885. |
Pieters
1956 - Pieters, R., ‘De
Rederijkersgilde “Van Vroescepe Dinne” te Nieuwpoort’, De West-Vlaming.
Orgaan van de Koninklijke kring der Westvlamingen, 49 (1956), 21-23. |
Piot 1839 - Piot, G.J.C., Histoire de Louvain depuis son origine jusqu’
aujourd’hui. Deel 1, Leuven 1839. |
Piot 1859 - Piot, C., ‘Notice historique sur la ville de Leau’, Revue
d’Histoire et d’Archéologie, 1 (1859), 13-48 en 395-419. |
Piot 1874 - Piot, C. (ed.), Cartulaire de l’Abbaye de Saint-Trond. Deel
2, Brussel 1874. |
Piot 1879 - Piot, Ch. (ed.), Chroniques de Brabant et de Flandre. Brussel
1879. |
Plas
1890 - Plas, L., Bladen uit de
geschiedenis van Ninove. Ninove 1890. |
Pleij
1988 - Pleij, H., De sneeuwpoppen
van 1511. Literatuur en stadscultuur tussen middeleeuwen en moderne tijd.
Amsterdam 1988. |
Pleij
1989 - Pleij, H., ‘Van keikoppen en
droge jonkers. Spotgezelschappen, wijkverenigingen en het jongerengericht in de
literatuur en het culturele leven van de late middeleeuwen’, Volkskundig
bulletin, 15 (1989), 297-315. |
Pleij
1993 - Pleij, H., ‘1512: Antwerpse
maagd wint aanmoedigingsprijs op Brussels rederijkersfeest. De grootste
rederijker is een vrouw, Anna Bijns’, in: Schenkeveld-van der Dussen 1993,
126-30. |
Portemont 1870 - Portemont, A. de, Recherches historiques sur la
ville de Grammont en Flandre. Gent 1870. |
Prims
1936 - Prims, F., Geschiedenis van
Borgerhout. Borgerhout 1936. |
Prims
1939 (a) - Prims, F., ‘De “Boom der
Schriftuur” te Antwerpen, 1542’, Antwerpiensia, 13 (1939), 84-91. |
Prims
1939 (b) - Prims, F., ‘Het altaar van
de Goudbloem’, Antwerpiensia, 13 (1939), 322-28. |
Prims
1940 (a) - Prims, F., ‘Het Landjuweel
van 1561’, Antwerpiensa, 14 (1940), 5-76. |
Prims
1940 (b) - Prims, F., De
geschiedenis van Antwerpen. VII.-Onder de eerste Habsburgers (1477-1555). 3de
boek - Geestelijke orde. Antwerpen 1940. |
Prims
1940 (c) - Prims, F., ‘De Proloog der
Berchemisten’, Antwerpiensia, 14 (1940), 39-47. |
Prims
1949 - Prims, F., ‘De oude
rederijkerskamer van Berchem-Antwerpen’, Tijdschrift van de Touring Club van
België, 55 (1949), 102-03. |
Puts
1974 - Puts, F., ‘Geschiedenis van de
Antwerpse rederijkerskamer De Goudbloem’, JbF, 23-24 (1973-74), 5-34. |
Ramakers
1996 (a) - Ramakers, B.A.M., Spelen
en figuren. Toneelkunst en processiecultuur in Oudenaarde tussen Middeleeuwen
en Moderne Tijd. Amsterdam 1996. |
Ramakers
1996 (b) - Ramakers, B.A.M., ‘13
april 1458. Blijde inkomst van Filips de Goede in Gent. De theatrale versiering
van vorstelijke intochten’, in: Erenstein 1996, 56-63. |
Ramakers
1996 (c) - Ramakers, B.A.M., ‘5 mei
1448. Begin van de traditie van de jaarlijkse opvoering van een van de zeven
“Bliscappen” in Brussel. Toneel en processies in de late middeleeuwen’, in:
Erenstein 1996, 42-49. |
Ramakers
1998 - Ramakers, B., ‘Rederijkers en
stedelijke feestcultuur in het laatmiddeleeuwse Noord-Brabant’, in: A.J.
Bijsterveld, e.a. (eds.), Cultuur in het laatmiddeleeuwse Noord-Brabant.
Literatuur, boekproductie, historiografie. ’s-Hertogenbosch 1998, 37-54. |
Ramakers
2003 - Ramakers, B. (ed.), Conformisten
en rebellen. Rederijkerscultuur in de Nederlanden (1400-1650). Amsterdam
2003. |
Raymaekers
1860 - Raymaekers, F.J., ‘Historische
oogslag op de Rederijkkamers van Diest’, VM, 3 (1859-60), 90-129. |
Raymaekers 1863 - Raymaekers, F.J., ‘Chambre de Rhétorique la
Fontaine, à Gand’, Messager des sciences historiques ou Archives des Arts et
de la Bibliographie de Belgique, 1863, 496-98. |
Refereynen
1539 - Refereynen int vroede, op
de vraghe, Wat dier ter waerelt meest fortse verwint. Item int Zotte, op de
vraghe Wat volck ter waerelt meest zotheyt tooght. Item int Amorueze, opden
stoc, Och moghticse spreken, ic ware ghepaeyt. Vertooght binnen Ghendt by de
xix. cameren van Rhetorijcken aldaer comparerende den xx. in April M.D. neghen
ende dertigh. Gent, Joos Lambrecht, 1539. |
Refereynen
1563 - Refereynen ende Liedekens
van diuersche rhetoricienen wt Brabant, Vlaenderen, Hollant, ende Zeelant:
ghelesen en ghesonghen op de Corenbloeme Camere binnen Bruessele op haer
iaerlijcxe Prinsfeeste Anno XVc.Lxij. Brussel, Michiel van Hamont, 1563. |
Remans 1937 - Remans, A., ‘De Limburgse rederijkerskamers’, Limburg (19)
1937, 81-91, 101-12 en 121-33. |
Rembry-Barth 1881 - Rembry-Barth, A.L.F., Histoire de Menin d’après
les documents authentiques. Deel 1, Brugge 1881. |
Renders
1975 - Renders, L., ‘Geschiedenis van
de Rederijkerskamer “De Nazareenen” van Deinze’, BGD, 42 (1975), 55-69. |
Reynaert
1942
- Reynaert, J., De
Oude Broederschappen van de kerk van den H. Martinus te Aalst. Gent 1942. |
Reyntens
1906 - Reyntens, O. (ed.), Boek
met den Haire. Oorkondenboek der stad Aelst. Deel 1, Aalst 1906. |
Ricour 1859 - Ricour, M.A., ‘Note sur quelques sociétés de Rhétorique’, BCFF,
1 (1857-59), 401-04. |
Rierink
1991 - Rierink, M., ‘De missing link:
het Gruuthuuseliedboek als schakel tussen het hoofse lied en rederijkerskunst’,
in: H. Pleij e.a., Op belofte van profijt. Stadsliteratuur en burgermoraal
in de Nederlandse letterkunde van de middeleeuwen. Amsterdam 1991, 135-50 en 372-75. |
Robaeys
1834 - Robaeys, C., ‘Iets over de
Rhetorykkamers van Diksmuide’, Nederduitsche Letteroefeningen, 1834,
116-23. |
Rogghé
1972 - Rogghé, P., ‘Rederijkers te
Eeklo’, Appeltjes van het Meetjesland, 23 (1972), 143-200. |
Rombauts
1946 - Rombauts, E., ‘Een vroege
Vlaamsche Vondel-bewonderaar?’, in: Miscellanea historica in honorem Alberti
de Meyer. Leuven/Brussel 1946, 1176-87. |
Rombouts
en Rooses 1878 - Rombouts, Ph. en M.
Rooses (ed.), Boek gehouden door Jan Moretus II, als deken der St.
Lucasgilde (1616-17). Antwerpen 1878. |
Rombouts
en Van Lerius s.d. - Rombouts, Ph. en
Th. Van Lerius (eds.), De liggeren en andere historische archieven der
Antwerpsche Sint Lucasgilde, onder zinspreuk: ‘Wt ionsten versaemt’. 2
delen, Antwerpen/’s-Gravenhage s.d. |
Roobaert
2001 - Roobaert, E., ‘De parochie van
Sint-Jans-Molenbeek en de Brusselse rederijkers’, ESB, 84 (2001),
421-49. |
Roobaert
2004 - Roobaert, E., ‘‘Prince van den
Onwijzen’: Jan Walravens, schilder en rederijker te Brussel’, JbF, 53-54
(2003-04), 31-111. |
Roose
1970 - Roose, L., ‘De Antwerpse
hervormingsgezinde rederijker Frans Fraet’, JbF, 19-20 (1969-70),
95-108. |
Rudelsheim
1904 - Rudelsheim, M., ‘Sprokkelingen
over de Brusselsche rederijkkamers’, in: Mélanges Paul Fredericq.
Brussel 1904, 137-44. |
Ruelens
1871 - Ruelens, K., ‘Iets over de
rederykkamer het Boeck of de Tytelooskens, te Brussel’, in: E. Van Even (ed.), Mengelingen
voor de geschiedenis van Brabant. Brussel 1871, 81-90. |
Ruelens
1879-81 - Ruelens, K. (ed.), Refereinen
en andere Gedichten uit de XVIe eeuw verzameld en afgeschreven door Jan de
Bruyne. Uitgaven der Antwerpsche Bibliophilen 9. 3 delen, Antwerpen
1879-81. |
Ryckel
1637 - Ryckel, Josephus Geldolphus a,
Historia S. Gertrudis.
Principis
Virginis. Primae Niuellensis Abbatisae. Notis, te figuris aeneis subinde
illustrata. Brussel 1637. |
Sabbe
1923 - Sabbe, M., ‘Een liedeken van
de Violieren op den vrede van Cateau-Cambresis’, De Gulden Passer, 1
(1923), 124-25. |
Sacré
1919 - Sacré, M., ‘Het voormalig
Dorpstooneel in Brabant volgens onuitgegeven bewijsstukken’, De Brabander,
1 (1919), 3-47. |
Salomon
Tragoedie 1628 - Salomon
Tragoedie. Op den Reghel, Godt Smijt den hooghmoet neer, en cort den dwaes sijn
leven, Den mensch die ned’rich is, wordt door den Heer verheven. Door gVILIaM
Van nIeVWeLanDt Verthoont op de Redenrijcke Camer van de Violiere. An. M.
DCXXVIII. Antwerpen, Hendrick Aertssens, 1628. |
Schadt-kiste
1621 - De Schadt-kiste der
philosophen ende poeten waer inne te vinden syn veel schoone leerlycke
Blasoenen, Refereynen ende Liedekens ghebracht ende ghesonden op de
Peoen-Camere binnen Mechelen van d’omliggende steden in Brabant, Vlaenderen,
Hollandt ende Zeelandt: Geprononciert ende gesongen op henlieder Feeste den 3.
Mey van den Iaere 1620... Mechelen, Hendrick Iaye, 1621. |
Schenkeveld-van
der Dussen 1993 - Schenkeveld-van der
Dussen, M.A. (ed.), Nederlandse literatuur, een geschiedenis. Groningen
1993. |
Schoon
Boecxken 1581 - Een schoon
Boecxken, vol schoone ende stichtelijcke Refferynen, ghedicht op zekere tvvee
vraghen byden Rethorisijnen van Bruessel vuytghegeuen, ende by dieuerssche
Steden daerop Solutie ghesonden. Brussel, Jan van Brecht, 1581. |
Schotel
1871 - Schotel, G.D.J., Geschiedenis
der rederijkers in Nederland. 2 delen, Rotterdam 1871 (1e
uitgave: 1862-64). |
Schouteet
1977 - Schouteet, A., ‘Inventaris van
het archief van de Brugse rederijkersgilden van de H. Geest, van de Drie
Santinnen en van het H. Kruis op het stadsarchief van Brugge’, ASEB, 114
(1977), 361-85. |
Sergeant
1991 - Sergeant, N., De Parochie
Waasmunster. Geschiedenis en Patrimonium. Tielt 1991. |
Serrure
1834 - Serrure, C.P., ‘Beoefening der
Moedertaal te Leuven. Kamers van Rhetorica’, Nederduitsche Letteroefeningen,
1834, 231-67. |
Serrure
1855 (a) - Serrure, C.P., ‘Kamers van
Rhetorica. I. De Violieren te Antwerpen’, VM, 1 (1855), 102-08. |
Serrure
1855 (b) - Serrure, C.P., ‘De Kamer
van S. Rochus, te Dendermonde’, VM, 1 (1855), 109-10. |
Serrure
1855 (c) - Serrure, C.P., ‘Maria ter
eere te Gent’, VM, 1 (1855), 111-12. |
Serrure
1855 (d) - C.P. Serrure, ‘V. De roode
Roos, te Hasselt’, VM, 1 (1855) (e), 113-15. |
Serrure
1855 (e) - Serrure, C.P., ‘Kamers van
Rhetorica. IV. Rhetorykers te Borch-Loon’, VM, 1 (1855), 112. |
Serrure
1858 - Serrure, C.P., ‘De
vreugdebloem te Bergen-op-Zoom’, VM, 2 (1858) (a), 291-93. |
Serrure
1869 - Serrure, C.P. (ed.), Gedichten
van Claude de Clerck. Maetschappy der Vlaemsche Bibliophilen 3e serie
13. Gent 1869. |
Sevens
1911 - Sevens, T., ‘Een paar
bladzijden uit de geschiedenis der Kruisbroeders’, Bulletijn van de
Geschied- en Oudheidkundige Kring te Kortrijk, 8 (1910-11), 155-64. |
Sevens
1929 - Sevens, T., ‘De Kruisbroeders
van Kortrijk 1514-1812. Naar het oorspronkelijk Guldeboeck der Kamer’, HKGOK,
8 (1929), 26-65. |
Severijns
en Goole 1985 - Severijns, P. en F.
Goole, ‘De Tongerse rederijkerskamer “De Witte Lelie” en zijn verdwenen
prinsenkraag’, Het Oude Land van Loon, 40 (1985), 191-210. |
Sigal
1952 - Sigal, M.C., ‘De
rederijkerskamer d’Akerboom te Vlaardingen en haar verzameling blazoenen ten
stadhuize aldaar’, Zuid-Hollandse Studiën, 2 (1952), 52-75. |
Simenon 1904 - Simenon, A., ‘Suppliques adressées aux abbés de St.-Trond’, BCRH,
73 (1904), 406-670. |
Slootmans
1945 - Slootmans, C.J.F., Jan metten
lippen. Zijn familie en zijn stad. Rotterdam/Antwerpen 1945. |
Slootmans
1974 - Slootmans, K., ‘De Bergse
rederijkerskamer en het volksfeest’, Jaarboek de Ghulden Roos, 34
(1974), 42-85. |
Slootmans
1977 - Slootmans, K., Bergen op
Zoom. Een stad als een huis. Zaltbommel
1977. |
Smeyers
en Van der Stock 1997 - Smeyers, M.
en J. Van der Stock, Vlaamse miniaturen voor vorsten en burgers 1475-1550.
Gent 1997. |
Snellaert
1839 - Snellaert, F.A., ‘Over de
Kamers van Rhetorica te Kortryk’, BM, 3 (1839), 5-41. |
Snellaert
1846 - Snellaert, F.A., ‘De Goudbloem
van Sint-Nikolaes, Hoofdkamer van ‘t land van Waes’, BM, 10 (1846),
300-21. |
Soenen 1988 - Soenen, M., ‘Fêtes et cérémonies publiques à Bruxelles aux Temps
Modernes’, BG, 68 (1988), 47-102. |
Speakman
Sutch 2003
(a) - Speakman
Sutch, S., ‘Dichters van de stad. De Brusselse rederijkers en hun verhouding
tot de Franstalige hofliteratuur en het geleerde humanisme (1475-1522)’, in: J.
Janssens en R. Sleiderink (eds.), De macht van het schone woord. Literatuur
in Brussel van de 14de tot de 18de eeuw. Leuven 2003, 141-59. |
Speakman Sutch 2003 (b) - Speakman Sutch, S., ‘Jan Pertcheval and the Brussels Leliebroeders (1490-1500). The model of a conformist rhetoricians chamber?’, in:
Ramakers 2003, 95-106. |
Speeckaert
1942 - Speeckaert, V., ‘De Fonteyne
als “Vrij Souvereyn Hoofd-Gilde der Rhetoriken van Vlaanderen”’, Oostvlaamsche
Zanten, 17 (1942), 96-102. |
Speeckaert
1944 - Speeckaert, V., ‘Archief van
Rederijkerskamers. I. Archief der kamer van Hoogstraten “Het Eglantierken”’, JbF,
2 (1944), 32-33. |
Spelen
van sinne 1562 - Spelen van sinne
vol scoone moralisacien, uutleggingen en bediedenissen op alle loeflijcke
consten waer inne men claerlijck ghelijck in eenen spieghel, Figuerlijck,
Poetelijck ende Retorijckelijck mach aenschouwen hoe nootsakelijck ende
dienstelijck die selve consten allen menschen zijn. Antwerpen, Willem
Silvius, 1562. |
Spelen
van zinne 1539 - Spelen van zinne
by den xix. gheconfirmeirden Cameren van Rhethorycken binnen der Stede van
Ghendt comparerende vertooght: Volghende den Octroye vander K. Maiesteyt, Grave
van Vlaendren, onzen geduchten Heere, Schepenen der zelver stede ende Camere
van Rhetorijcke vand’ helighe Drivuldigheyt ghezeyt de Fonteynisten, verleent
ende der quarte wtghezonden op de questye ‘welc den mensche stervende meesten
troost es?’... Gent, Joos Lambrecht 1539. |
Steenbergen
1947 - Steenbergen, G.J., ‘Het Spel
der Violieren op het Gentse “Landjuweel”’, JbF, 4-5 (1946-47), 15-26. |
Steenbergen
1951 - Steenbergen, G.J., ‘De
Rederijkerskamer te Vilvoorde. Corrigenda en addenda’, NT, 44 (1951),
256-59. |
Sterken
1951 - Sterken, J., ‘Die Edele Conste
van Rethorijcken te Sint-Truiden’, De Tijdspiegel, 6 (1951), 167-68 en
178-82. |
Sterken
1962 - Sterken, J.,
‘“Kultuurpolitiek” tijdens het Ancien Régime. Die edele conste van Rethorycken
te Sint-Truiden’, SL, 24 (1962), 195-208. |
Steurbaut
1961 - Steurbaut, W., Bijdrage tot
de kennis van de rederijkerij te Kortrijk in de 17de - 18de eeuw, met
tekstuitgave. Deel I: Inleiding (met een beknopte geschiedenis van de Kortrijkse
kamers). Onuitgegeven licentiaatverhandeling, Gent 1961. |
Stockman
1990 - Stockman, L., ‘De
Bourgondische periode. Cultureel en ontspanningsleven’, in: Zevenhonderdvijftig
jaar Eeklo. Eeklo 1990, 77-80. |
Stockmans
1895 - Stockmans, J.B., Deurne en
Borgerhout sedert de vroegste tijden tot heden. Deel 1, Brecht 1895. |
Straven 1886-95 - Straven, F., Inventaire analytique et
chronologique des archives de la ville de Saint-Trond. 6 delen,
Sint-Truiden 1886-95. |
Strohm 1985 - Strohm, R., Music in Late Medieval Bruges. Oxford 1985. |
Stroobant
1843 - Stroobant, C., ‘Statuten der
Rederykkamer, Het Eglentierken, te Hoogstraten’, BM, 7 (1843), 378-85. |
Taverne de Tersud 1890 - Taverne de Tersud, C., Hazebrouck depuis son
origine jusqu’à nos jours. Hazebroek
1890. |
Temmerman
1964 - Temmerman, W., ‘Hope duer
Schriftuere’, BGD, 31 (1964), 111-31. |
Tentoonstelling
1992 - Tentoonstelling 500 jaar
Balsemblomme in beeld en archief. ‘t Toreken. Aloude overste ende souvereine
princelycke camere van der rhetorycke “Jhesus met der Balsemblomme”. Gent 1992. |
Thijs
1990 - Thijs, A.K.L., Van
geuzenstad tot katholiek bolwerk. Antwerpen en de Contrareformatie.
Turnhout 1990. |
Thys
1960 - Thys, H., ‘Berthelmeus Boecx
en zijn Lierse gedichten’, ‘t Land van Ryen, 10 (1960), 65-73. |
Torfs
1899 - Torfs, J.A., ‘Kamers van
rhetorika’, in: J.A. Torfs, Geschiedenis van Leuven van den vroegsten tijd
tot op heden. Leuven 1899,
192-94. |
Trio
1990 - Trio, P., De Gentse
broederschappen (1182-1580). Verhandelingen van de Maatschappij voor
Geschiedenis en Oudheidkunde te Gent 16. Gent 1990. |
Van
Autenboer 1954 - Autenboer, E. Van,
‘De Turnhoutse rederijkers in de 16e eeuw’, Taxandria, 26 (1954),
122-37. |
Van
Autenboer 1955 - Autenboer, E. Van,
‘Rhetoricale varia’, ‘t Land van Ryen, 5 (1955), 72-77. |
Van
Autenboer 1956 - Autenboer, E. Van,
‘De Mechelse Ommegang van 1563’, Volkskunde, 15 (1956), 110-18. |
Van
Autenboer 1962 - Autenboer, E. Van, Volksfeesten
en rederijkers te Mechelen, 1400-1600. Koninklijke Vlaamse Academie voor
Taal- en Letterkunde 6e reeks 89. Gent 1962. |
Van
Autenboer 1968 - Autenboer, E. Van,
‘Een raadselachtig figuur: de Mechelse rederijker Willem de Gortter (°1585)’, JbF,
18 (1968), 229-46. |
Van
Autenboer 1979 - Autenboer, E. Van,
‘Een landjuweel te Antwerpen in 1496?’, JbF, 29 (1978-1979)1, 125-50. |
Van
Autenboer 1981 - Autenboer, E. Van, Het
Brabants landjuweel der rederijkers, 1515-1561. Middelburg 1981. |
Van
Autenboer 1983 (a) - Autenboer, E.
Van, ‘De reus en de ommegang van Zoutleeuw (15de-16de eeuw)’, Etudes et
documents du Cercle Royal d’Histoire et d’Archéologie d’Ath et de la Région,
5 (1983), 409-26. |
Van
Autenboer 1983 (b) - Autenboer, E.
Van, ‘De verenigingen in de smeltkroes van de evoluerende maatschappij’, in: H.
de Kok en E. Van Autenboer (eds.), Turnhout, groei van een stad.
Turnhout 1983, 519-34. |
Van
Autenboer 1985 - Autenboer, E. Van,
‘De Lelikens wten Dale. Rederijkerskamer van Zoutleeuw’, ESB, 68 (1985),
249-70. |
Van
Autenboer 1993 - Autenboer, E. Van, De
kaarten van de schuttersgilden van het hertogdom Brabant (1300-1800).
Bijdragen tot de Geschiedenis van het Zuiden van Nederland XCVI/A-B. 2 delen,
Tilburg 1993. |
Van
Ballaer 1890 - Ballaer, E.T. Van,
‘Het Turnhoutsch Heybloemken op het feest der Violieren te Antwerpen in 1561’, Kempisch
Museum, 1 (1890), 37-46. |
Van
Belle 2001 - Belle, R. Van, ‘Het
rederijkersblazoen van de Langhoirs Victorinen te Poperinge’, Biekorf,
101 (2001)3, 218-40. |
Van
Boeckel 1911 - Boeckel, L. Van, ‘De
Liersche Rederijkerskamer’, Lyrana, 3 (1911), 113-23. |
Van
Boeckel 1929 (a) - Boeckel, L. Van,
‘Letterkundig leven te Lier in de 15e-16e eeuw. De
rederijkers, opkomst en eerste bedrijvigheid’, Lier Vroeger en Nu, 3
(1929), 1-23. |
Van
Boeckel 1929 (b) - Boeckel, L. Van,
‘Liersche Rederijkers op de Landjuweelen’, Lier Vroeger en Nu, 3 (1929),
173-224. |
Van
Boeckel 1941 - Boeckel, L. Van, ‘Een
zestiende-eeuwsche Liersche rederijker, Ambrosius van Molle’, Tijdschrift
voor geschiedenis en folklore, 4 (1941), 83-136. |
Van
Boeckel 1943 - Boeckel, L. Van,
‘Jeronimus van der Voort. Een zestiende-eeuwsche Liersche rederijker’, Tijdschrift
voor geschiedenis en folklore, 6 (1943), 5-80. |
Van
Boeckel 1944 - Boeckel, L. Van,
‘Ordonnantiën van de Liersche Rederijkerskamer De Jenette of D’Ongeleerde 1654,
1724, 1732, 1735’, Tijdschrift voor geschiedenis en folklore, 7 (1944),
21ff. |
Van
Branteghem 1964 - Branteghem, A. van,
‘Een vroege Rederijker Gilleken Onin’, SpL, 7 (1963-64), 114-19. |
Van Bruaene 2000 (a) - Bruaene, A.-L. Van, ‘Printing Plays. The
Publication of the Ghent Plays of 1539 and the Reaction of the Authorities’, Dutch
Crossing, 24 (2000)2, 265-84. |
Van
Bruaene 2000 (b) - Bruaene, A.-L.
Van, ‘‘Abel in eenighe const’. Claeys vander Meersch, meester-schilder, en de
jonge Fonteine (1448-1476)’, JbF, 49-50 (1999-2000), 77-94. |
Van
Bruaene 2003 (a) - Bruaene, A.-L.
Van, ‘Minnelijke rederijkers, schandelijke spelen. De rederijkerskamers in
Brussel tussen 1400 en 1585’, in: J. Janssens en R. Sleiderink (eds.), De
macht van het schone woord. Literatuur in Brussel van de 14de tot de 18de eeuw.
Leuven 2003, 125-39. |
Van
Bruaene 2003 (b) - ‘Rederijkers en
theaterleven’, in: W. Prevenier en R. Van Eenoo (eds.), Geschiedenis van
Deinze. Deel 1. Deinze en Petegem in de Middeleeuwen en de Nieuwe Tijden. Deinze 2003, 427-42. |
Van
Bruaene 2005 - ‘De contouren van een
nieuw cultuurmodel. Rederijkers in Vlaanderen en Brabant in de zeventiende
eeuw’, Handelingen der Koninklijke Zuid-Nederlandse Maatschappij voor Taal-
en Letterkunde en Geschiedenis, 58 (2005), 221-37. |
Van Bruaene 2006 - Bruaene, A.-L. Van, ‘De gildenbroeders en
gildenzusters van Mariën Theeren. Een prosopografie op basis van de oudst
overgeleverde ledenlijst van een rederijkerskamer (Gent, 1478-1484)’, HMGOG,
60 (2006), 153-246. |
Van
Caulil 2002 - Caulil, C.M.M. van,
‘Een fatsoenlijke en prettige tijtspassering. De Oudenbossche rederijkerskamer
Die eedele roose van Jherico (1549-1560): reglement en historische context’, Jaarboek
de Ghulden Roos, 62 (2002), 54-85. |
Van
Dale 1853 - Dale, J.H. van,
‘Rederijkerskamer te Sluis’, De Navorscher, 3 (1853), 98. |
Van de Casteele 1872 - Casteele, D. Van de, ‘Notes historiques sur
l’ancienne Chambre de Rhétorique dite Cruusbroers” à Poperinghe’, Annales de
la Société Historique, Archéologique et Littéraire de la Ville d’Ypres et de
l’Ancienne West-Flandre, 5 (1872), 13-77. |
Van de Casteele 1873 - Casteele, D. Van de, ‘Documents concernant la
Corporation des Tapissiers, les Ghildes de Tir et les Chambres de Rhétorique à
Alost’, ASEB, 25 (1873), 375-424. |
Van de Putte 1842 - Putte, F. Van de, Histoire de la ville de
Dixmude et de ses chatelains. Brugge
1842. |
Van
den Abeele 1865 - Abeele, A. Van den,
Geschiedenis der stad Deinze. Gent 1865. |
Van
den Broeck 1963 - Broeck, J. van den,
‘Een referein van de factor der Aarschotse rederijkerskamer
Terwenbloeisel-1620’, Meer Schoonheid, 10 (1963), 21-23. |
Van
den Bussche 1998 - Bussche, A. Van
den, Hoofdcamere vander Rhetorycken van den Heylichen Gheest. Brugge
1428-1998. Brugge 1998. |
Van
den Daele en Van Veerdeghem 1899 -
Daele, O. Van den en F. Van Veerdeghem (eds.), De Roode Roos. Zinnespelen en
andere tooneelstukken der zestiende eeuw voor het eerst naar het Hasseltsche
handschrift uitgegeven. Bergen 1899. |
Van
den Weghe 1914 (a) - Weghe, F. Van
den, Schets eener geschiedenis der Oostendsche kamer van rhetorica,
1486-1849. Roeselare 1914. |
Van
den Weghe 1914 (b) - Weghe, F. Van
den, ‘Schets eener geschiedenis der Oostendsche kamer van rhetorica
(1486-1849)’, Onze Stam, 8 (1914), 1-24, 41-66, 81-96 en 121-47. |
Van
den Weghe 1936 - Weghe, M.-J. Van
den, ‘Hallensia. Vierde Reeks’, Gedenkschriften van de Geschied- en
Oudheidkundige Kring van Halle, 11 (1936), 3-161. |
Van
den Weghe s.d. - Weghe, F. Van den,
‘Een blik in de geschiedenis der Oostendsche kamer van rhetorica (1496 (?) -
1849)’, in: Handelingen van het Tweede Vlaamsch Philologencongres, gehouden
te Gent den 20-21-22 september 1913. Sint-Amandsberg s.d., 250-56. |
Van
der Eycken 1980 - Eycken, M. Van der,
Geschiedenis van Diest. Diest 1980. |
Van
der Heyde 1983 - Heyde, R. Van der, De
rederijkerskamer Altoos Doende, 1442-1958. Vijf eeuwen verenigingsleven te
Leffinge 1. Middelkerke 1983. |
Van
der Meersch 1842 en 1843 - Meersch,
P.J. Van der, ‘Kronyk der rederykkamers van Audenaerde’, BM, 6 (1842),
373-408; 7 (1843), 15-72, 231-53 en 386-438. |
Van
der Sluijs 1978 - Sluijs, P. van der,
‘Enkele kanttekeningen met betrekking tot de Bossche Rederijkerskamers’, VHB,
6-7 (1978), 187-205. |
Van
der Sluijs en Van Asperen 1978 -
Sluijs, P. van der en Th. van Asperen, Van stomme vertoning tot levend
toneel...: Bossche rederijkers in verleden en heden. Den Bosch 1978. |
Van
der Straelen 1863 - Straelen, J.B.
Van der, Geschiedenis der Antwerpsche rederykkamers. Antwerpen 1863. |
Van
Dijk 1986 - Dijk, W.G. van, ‘Wij
vaten genucht uyt rechter liefde: overzicht van het ontstaan en de geschiedenis
van de Bredase rederijkers’, Jaarboek Oranjeboom, 39 (1986), 55-99. |
Van
Doorselaer 1906 - Doorselaer, G. Van,
‘Funérailles d’un poète en 1579’, HKKM, 6 (1906), 365-66. |
Van
Duyse 1841 - Duyse, P. Van,
‘Volkssagen. De Rhetorykkamer der Rosiers te Dendermonde’, Kunst- en
Letterblad, 2 (1841), 60. |
Van
Duyse 1845 - Duyse, P. Van, ‘Oude
Pryskaarten van de Brugsche Rederykkamer De Drie Santinnen’, BM, 9
(1845), 453-56. |
Van
Duyse 1846 - Duyse, P. Van, ‘De
Rederykkamer van den Heiligen Geest te Brugge’, BM, 10 (1846), 241-46. |
Van
Eeghem 1935 en 1936 - Eeghem, W. Van,
‘Rhetores Bruxellenses’, BTFG, 14 (1935), 427-48 en 15 (1936), 47-48. |
Van
Eeghem 1937 - Eeghem, W. Van (ed.), Drie
schandaleuse spelen (Brussel, 1559). Antwerpen 1937. |
Van
Eeghem 1941 (a) - Eeghem, W. Van,
‘Bio-bibliographica: Joris de la Formanteel, oprichter van den Olyftak
(1480?-+Antwerpen, 1544)’, VMA, 1941, 347-50. |
Van
Eeghem 1941 (b) - Eeghem, W. Van,
‘Bio-bibliographica: Die Seven Bliscappen en het Corenbloemken’, VMA,
1941, 529-47. |
Van
Eeghem 1941 (c) - Eeghem, W. Van,
‘Bio-bibliographica: Brusselsche Rederijkers op bezoek te Brugge 1515?’, VMA,
1941, 548-53. |
Van
Eeghem 1941 (d) - Eeghem, W. Van,
‘Bio-bibliographica: Cornelis de Mol alias van Ghistele, in de wandeling Talpa
(devies: laet wrueten den mol)’, VMA, 1941, 350-66. |
Van
Eeghem 1944 - Eeghem, W. Van, ‘Het
Brusselsche Rederijkersfeest (1565)’, JbF, 2 (1944), 57-82. |
Van
Eeghem 1963 - Eeghem, W. Van, Brusselse
dichters. Vierde reeks. Brussel 1963. |
Van
Elslander 1944 (a) - Elslander, A.
Van, ‘Het Refreinfeest te Gent in 1539’, JbF, 2 (1944), 38-56. |
Van
Elslander 1944 (b) - Elslander, A.
Van, ‘Een hervormingsgezind Refreinfeest te Brussel in de XVIe eeuw’, De
Gulden Passer, 22 (1944), 62-63. |
Van
Elslander 1945 - Elslander, A. Van,
‘Lijst van Noord-Nederlandsche Rederijkerskamers uit de XVe en XVIe eeuw’, JbF,
3 (1945), 24-35. |
Van
Elslander 1946 - Elslander, A. Van,
‘Een refreinfeest in Antwerpen in 1556’, BTFG, 25 (1946), 134-42. |
Van
Elslander 1949 - Elslander, A. Van,
‘De Instelbrief van de Rederijkerskamer “De Fonteine” te Gent (9 december
1448)’, JbF, 6-7 (1948-49), 15-22. |
Van
Elslander 1953 - Elslander, A. Van, Het
refrein in de Nederlanden tot 1600. Gent 1953. |
Van
Elslander 1968 - Elslander, A. Van,
‘Lijst van Nederlandse rederijkerskamers uit de XVe en XVIe eeuw’, JbF,
18 (1968), 29-60. |
Van
Elslander 1993 - Elslander, A. Van,
‘Een hervormingsgezind refreinfeest te Brussel in de XVIe eeuw’, in: A. Raman
en E. Manning (eds.), Miscellanea Martin Wittek.
Album de codicologie et de paléographie offert
à Martin Wittek. Leuven/Parijs 1993, 355-63. |
Van
Elslander e.a. 1944 - Elslander, A.
Van e.a., ‘Lijst van Zuid-Nederlandsche Rederijkerskamers uit de XVe en XVIe
eeuw’, JbF, 2 (1944), 9-32. |
Van
Ertborn s.d. - Ertborn, E. Van, Geschiedkundige
aentekeningen aengaende de Ste-Lucas Gilde en de Rederyk-Kamers van den
Olyftak, de Violieren en de Goud-Bloem, te Antwerpen. Antwerpen s.d. |
Van
Even 1847 - Even, E. Van, Geschiedenis
der stad Diest. Diest 1847. |
Van
Even 1848 - Even, E. Van, ‘Over den
Oorsprong der Rederykerskamer de Christus-oogen te Diest’, De Eendragt,
3 (1848), 57. |
Van
Even 1850 - Even, E. Van, ‘Over de
rederykkamer Het Lindebloemken, te Molle’, Het Taelverbond, 6 (1850),
487-93. |
Van
Even 1851 - Even, E. Van, Over de
rederykkamers van Thienen (1531). S.l. 1851. |
Van
Even 1852 - Even, E. Van (ed.), Twee
refereinen betrekkelyk de geschiedenis van Leuven door Jan Stroosnyder,
Vlaemschen dichter uit de XVIde eeuw. Leuven 1852. |
Van
Even 1859 - Even, E. Van,
‘Mengelingen voor de vaderlandsche geschiedenis. De Rederijkkamer van
Herenthals, A° 1509’, VM, 3 (1859), 55. |
Van
Even 1861 - Even, E. Van, Het
Landjuweel van Antwerpen in 1561; eene verhandeling over deze beroemden
wedstrijd tusschen de rederijkkamers van Braband, bewerkt naar eventijdige
oorkonden en versierd met 35 platen, naar teekeningen van Frans Floris en
andere meesters uit de 16e eeuw. Leuven 1861. |
Van
Even 1863 (a) - Even, E. Van,
‘Rouwklagten der drie rederykkamers van Antwerpen by den dood van den
burgemeester Nicolaes Rockox, A° 1577’, Brabandsch Museum voor Oudheden en
Geschiedenis, 1863, 33-36. |
Van
Even 1863 (b) - Even, E. Van, ‘Eene
vertooning gegeven in 1455, door de rederykers van Antwerpen voor het hof van
Philips-den-Goeden, hertog van Burgondië’, Brabandsch Museum voor Oudheden
en Geschiedenis, 1863, 159-62. |
Van
Gerheze 1858 - Gerheze, J. Van, Iets
over de Rederijkkamers in het algemeen en die der Kempen in het bijzonder.
Turnhout 1858. |
Van
Goethem 1959 - Goethem, R. Van, ‘De
Vrije gilde van retorica “De Vlas Blomme”, Annalen van den Oudheidskundigen
Kring van het Land van Waes, 63 (1959), 89-108. |
Van
Goor 1744 - Goor, van, Beschryving
der stadt en lande van Breda. ’s-Gravenhage 1744. |
Van
Hauwaert 1893 - Hauwaert, O. Van, Historisch
en critisch overzicht van het Vlaamsch Tooneel in de XVIIde eeuw. Gent
1893. |
Van
Keirsbilck 1965 - Keirsbilck, G. Van,
‘Letterkundig leven te Kaprijke in de vijftiende en zestiende eeuw’, JbF,
14-15 (1964-65), 3-45. |
Van
Lansberghe 1687 - Lansberghe, J. van,
Beschryvinge van de stadt Hulst. ’s-Gravenhage 1687. |
Van
Lauwe 1963 - Lauwe, M. Van, ‘De
rederijkerskamers van Oudenaarde’, JbF, 22-23 (1962-63), 111-24. |
Van
Lom 1740 - Lom, C. van, Beschryving
der stad Lier in Brabant; behelzende eene naeukeurige Verhandeling van deszelfs
oorsprong, benaeming, bevolking, aenwas, voorrechten en rampen als ook de
stichting der kerken, kloosters, godshuysen en andere godvrugtige plaetzen,
mitsgaeders alles wat aldaer zedert het jaer 760 tot op heeden
aenmerkenswaerdig is voorgevallen, getrokken uyt het leven van den H. Gommar,
de archiven der kanonikale kerk, de rekeningen der stads rentmeesters, ende
geloofwaerdigste schryvers. ’s-Gravenhage, Gerard Block, 1740. |
Van
Maanen 1862 - Maanen, C. van,
‘Rederijkerskamers’, De Navorscher, 12 (1862), 237-38 en 334-35. |
Van
Male 1724 - Male, J.P. van, Ontleding
ende Verdediging Vande Edele ende Redenrijcke Konste der Poëzye. Brugge,
Jan Baptist Verhulst, 1724. |
Van
Melckebeke 1861 - Melckebeke, G.J.J.
Van, ‘De Rederykkamer “Den Groeyenden Boom” te Lier’, De Vlaamsche School,
7 (1861), 175. |
Van
Melckebeke 1862 - Melckebeke, G.J.J.
Van, Geschiedkundige Aantekeningen rakende de St. Jansgilde bijgenaemd De
Peoene. Mechelen 1862. |
Van
Mierlo 1939 - Mierlo, S.J. Van, ‘“Den
boem der Schriftueren” en het geval Jacob van Middeldonck’, VMA, 1939,
889-905. |
Van Neuss 1866 - Neuss, H. Van, ‘Quelques recherches sur l’ancienne
chambre de rhétorique De Roode Roos de Hasselt’, Bulletin des Melophiles,
3 (1866), 85-117. |
Van
Ormelingen 1978 - Ormelingen, J.J.M.
Van, ‘Het armoriaal van de Tongerse rederijkerskamer “De Witte Lelie”
(1677-1700)’, Het Oude Land van Loon, 33 (1978), 233-54. |
Van
Rensch 1990 - Rensch, J. van,
‘Broederschappen in Maastricht 1400-1850’, in: Th. J. van Rensch e.a. (eds.), Hemelse
trektochten. Broederschappen in Maastricht 1400-1850. Maastricht 1990,
7-88. |
Van
Vaeck 1992 - Vaeck, M. Van, ‘“De
Schadt-Kiste der philosophen ende poeten” (Mechelen 1621): een blazoenfeest aan
de vooravond van het einde van het Bestand’, ZE, 8 (1992), 75-83. |
Van
Vinckenroye 1956 - Vinckenroye, F.
Van, ‘Hitte vercoelt, Zinspreuk van de Hasseltse Rederijkerskamer’, Limburg,
35 (1956), 290-93. |
Van
Vinckenroye 1962 - Vinckenroye, F.
Van, ‘Nieuwe gegevens over de rederijkers te Sint-Truiden en te Borgloon’, Het
Oude Land van Loon, 17 (1962), 103-13. |
Van
Vinckenroye 1968 - Vinckenroye, F.
Van, ‘De geschiedenis van de rederijkerskamers “De Ockeleye” en “De
Roosencrans” te Sint-Truiden’, Historische bijdragen uitgegeven door de
Geschiedkundige Kring van Sint-Truiden, 1968, 64-68. |
Van
Weddingen 1927 - Weddingen, R. Van,
‘De “Christus-oogen” van Diest’, De Brabantsche folklore, 6 (1927),
375-80. |
Van
Weddingen 1930 - Weddingen, R. Van,
‘De Lelie-kamer van Diest’, De Brabantsche folklore, 9 (1930), 213-25. |
Van
Wijmersch 1951 - Wijmersch, L. Van,
‘Het rhetorica en de rederijkerskamer: “De Zuigelingen van Polus”, Jaarboek
van de Zottegemse Culturele Kring, 2 (1950-51), 17-24. |
Van
Wolvelaer 1976 - Wolvelaer, J. Van, Van
Vlas-Blomme tot Vlasbloem. Nieuwkerken-Waas [1976]. |
Van
Zuylen 1863-65 - Zuylen, R.A. van, Inventaris
der Archieven van de stad ‘s Hertogenbosch, chronologisch opgemaakt en de
voornaamste gebeurtenissen bevattende (Stads Rekeningen van het jaar 1399-1800).
2 delen, Den Bosch 1863-65. |
Vancolen
e.a. 1990 - Vancolen, P. e.a., De
geschiedenis van Kortrijk. Tielt 1990. |
Vandecasteele
1966 - Vandecasteele, M.,
‘Letterkundig leven te Gent van 1500 tot 1539’, JbF, 16 (1966), 3-58. |
Vandecasteele
1967 - Vandecasteele, M., ‘Een
rederijkersfeest te Brugge in 1517’, JbF, 17 (1967), 27-46. |
Vandecasteele
1972 - Vandecasteele, M., ‘Jezus met
de Balsembloem en de Fonteine als Vlaamse hoofdkamers, 1493-1539’, JbF,
21-22 (1971-72), 3-25. |
Vandecasteele
1986 - Vandecasteele, M., ‘Het
Antwerpse rederijkersfeest van 1496: een onderzoek van de bronnen’, JbF,
36-37 (1985-86), 149-76. |
Vandecasteele
1988 - Vandecasteele, M., ‘Een
vroeg-15de-eeuws rederijkersfeest te Nieuwpoort’, JbF, 37-38 (1987-88),
5-7. |
Vandecasteele
1990 - Vandecasteele, M., ‘Een groots
opgezet rederijkersfeest te Ieper in 1529’, JbF, 39-40 (1989-90), 7-20. |
Vandenberghe-Loontjes
1887 - Vandenberghe-Loontjes, E., Schets
eener Geschiedenis der Rederijkkamer Sinte Barbara, gezeid “De Zeegbare Herten”
te Rousselare. Ieper 1887. |
Vandenpeerebome
1881 - Vandenpeerebome, A., Ypriana.
Notes, études, notes et
documents sur Ypres. Deel 5, Brugge 1881. |
Vander
Borcht 1651 - W. Vander Borchts Rosimvnda
Trevrspel, Ghespeelt tot eene af-scheydt van de Lief-hebbers der Rijmer-konste
binnen Brussel op het Stadt-huys. Mitsgaders eene Antwoorde op de Vrage (wat
oft beter is peys oft oorloge?) uyt-gesonden van weghen den Hooft-man van Onse
L. Vrouwe Kranskamer binnen Brussel, in ‘t jaer 1650. door den selven Autheur.
Brussel, Guilliam Scheybels, 1651. |
Vander Straeten 1853 - Straeten, E. Vander, ‘Notice sur André vander
Meulen, poète flamand du XVe siècle’, Messager des sciences historiques de
Belgique, 1853, 9-20. |
Vander
Straeten 1866 (a) - Straeten, E.
Vander, ‘Een verboden Landjuweel te Brugge, in 1628’, De Eendracht,
1866, 63 en 67-68. |
Vander
Straeten 1866 (b) - Straeten, E.
Vander, ‘De Ronssessche Rederijkkamers in 1564’, De Eendracht, 20
(1865-66), 13-14. |
Vander
Straeten 1867 (a) - Straeten, E.
Vander, ‘De Paxvobianen en de Kersauwieren te Gerardsbergen’, in: Aldenardiana
en Flandriana. Deel 1, Oudenaarde 1867, 113-17. |
Vander
Straeten 1867 (b) - Straeten, E.
Vander, ‘De Ronssesche rederykkamers in 1564’, in: Aldenardiana en
Flandriana. Deel 1, Oudenaarde 1867, 150-61. |
Vander
Straeten 1874-80 - Straeten, E.
Vander, Le théâtre villageois en Flandre. 2 delen, Brussel 1874-80. |
Vandewalle
1978 - Vandewalle, A., ‘550 jaar
rederijkerskamer van de H. Geest’, Het Brugs Ommeland, 18 (1978)2,
115-16. |
Vangassen
1957 - Vangassen, H., ‘De
rederijkerskamer van Sint Anna te Ninove in de XVIIe en XVIIIe eeuw’, Het
Land van Aalst, 9 (1957), 49-66. |
Vangassen
1959 - Vangassen, H., ‘Esbattemente
ende Genouchte te Geraardsbergen XVe eeuw’, Het Land van Aalst, 11
(1959), 18-35. |
Vanhoutte
2003 - Vanhoutte, P., “Mijn werck
es hemelick”. De rederijkerskamer van De Heilige Geest te Brugge (1616-1700).
Onuitgegeven licentiaatverhandeling, Gent 2003. |
Vanhoutte
2004 - Vanhoutte, P., ‘Noyt zoo
grooten luyster van Edeldom. Een sociale analyse van de rederijkerskamer
van De Heilige Geest in het zeventiende-eeuwse Brugge’, 141 (2004)1-2, 43-99. |
Verbaere 1879 - Verbaere, A., ‘Chambre de Rhétorique
“Sainte-Ursule” à Ypres’, Messager des Sciences Historiques ou Archives des
Arts et de la Bibliographie de Belgique, 1879, 113-15. |
Verellen
1950 - Verellen, J.R., ‘De Keuren van
Herentals (1410-1567)’, Taxandria, 16 (1950), 20-36 en 89-108. |
Verellen
1951 - Verellen, J.R., ‘De Ste
Woutruydengulde of Cauwoerde’, Oudheid en Kunst, 34 (1951), 93-106. |
Verheyden
1923 - Verheyden, P., ‘Pyoene,
Violieren, goed weeren goede sier’, Mechlinia, 3 (1923), 51-52. |
Verheyden
1949 - Verheyden, A.L.E., De
Vilvoordse koninklijke rederijkerskamer De Goubloem (-1500 t/m 1949). Vilvoorde 1949. |
Vermeulen
1943 - Vermeulen, J., ‘Iets over de
Balsamieren en hun blomme’, Oostvlaamsche Zanten, 18 (1943), 134-35. |
Vernaeve
1987 - Vernaeve, W., ‘Dat boeck vande
Guldebroeders ende Guldesusters van dat Broerscap van der heiliger Maghet
Kathelijne van Aelst’, Het Land van Aalst, 39 (1987), 153-250. |
Verschelde
1867 - Verschelde, K., Geschiedenis
van Middelburg in Vlaenderen. Brugge 1867. |
Verschroeven
1960 - Verschroeven, O., ‘De
rederijkersgilde “De Lauwerenkrans” van Borgerhout’, ‘t Lauwerkransken.
Tijdschrift van de kring voor heemkunde van Borgerhout, 3 (1960), 59-62. |
Verstegen
1974 - Verstegen, V., ‘Het Gilde van
den Soeten Naem Jesus schuylende onder den Bloeiende Wijngaertrancke. De Kamer
van Retorica te Lokeren’, Stadsverslag Lokeren, 1974, 146-203. |
Verstraeten
1976 - Verstraeten, F., De Gentse
Sint-Jakobsparochie. Deel 1: 1100-1500. S.l. 1976. |
Verwaetermeulen
1931 - Verwaetermeulen, A., ‘De
Ghybe-Gilde te Poperinghe’, Biekorf, 37 (1931), 193-96. |
Vinck-Van
Caekenberghe 1983 - Vinck-Van
Caekenberghe, M., ‘Het leven van Cornelis van Ghistele, rederijker en humanist
(1510/11-1573)’, JbF, 33 (1982-83), 5-102. |
Vinck-Van
Caekenberghe 1996 - Vinck-Van
Caekenberghe, M., Een onderzoek naar het leven, het werk en de literaire
opvattingen van Cornelis van Ghistele (1510/11-1573), rederijker en humanist.
Koninlijke Vlaamse Academie voor Nederlandse taal- en letterkunde, 6e reeks:
Bekroonde werken 126. Gent 1996. |
Visschers
1837 - Visschers, P., ‘Een woord over
de oude rhetorykkamers in het algemeen, en over die van Antwerpen in het
byzonder’, BM, 1 (1837), 137-46. |
Vlaamse
primitieven 1969 - Anonieme
Vlaamse primitieven. Zuidnederlandse meesters met noodnamen van de 15de en het
begin van de 16de eeuw. Tentoonstelling ingericht door de stad Brugge in het
Groeningemuseum, 14 juni - 21 september 1969. Tielt 1969. |
Vos
2003 - Vos, P., ‘De Molse
rederijkerskamer, waarheid of verzinsel?’, Molse tijdingen, 11 (2003),
168-74. |
Vrancken
1980 - Vrancken, J., ‘De
Rederijkerskamer van Edingen’, Het Oude Land van Edingen en Omliggende,
8 (1980), 77-85, 150-57 en 273-74. |
Waite 1992 - Waite, G.K., ‘Reformers on Stage: Rhetorician Drama
and Reformation Propaganda in the Netherlands of Charles V, 1519-1556’, Archiv
für Reformationsgeschichte, 83 (1992), 209-39. |
Waite 2000 - Waite, G., Reformers on Stage: Popular Drama and
Religious Propaganda in the Low Countries of Charles V, 1515-1556. Toronto 2000. |
Walters
en De Baere 1906 - Walters, J. en C.
De Baere, ‘“De Mastbloem”, Rederijkkamer van Cruyshautem’, HGOKO, 1 (1906),
60-72, 85-99 en 117-31. |
Waterschoot
1974 - Waterschoot, W., ‘Leven en
betekenis van Lucas d’Heere’, VMA, 1974, 16-126. |
Waterschoot
1981 - Waterschoot, W., ‘Het
Landjuweel te Antwerpen in 1496. Enkele teksten en hun interpretatie’, JbF,
32 (1980-81), 49-68. |
Waterschoot
1983 - Waterschoot, W., ‘Het
landjuweel te Antwerpen in 1496’, Spiegel historiael, 18 (1983), 310-15
en 358. |
Waterschoot
1986 - Waterschoot, W., ‘De
Oudenaardse rederijkers te Gent in 1539’, JbF, 35-36 (1985-86), 17-32. |
Waterschoot
1996 (a) - Waterschoot, W.,
‘Rederijkers bij Marcus van Vaernewijk’, in: J. de Zutter e.a. (eds.), Qui
valet ingenio: liber amicorum aangeboden aan Dr. Johan Decavele ter gelegenheid
van zijn 25-jarig ambtsjubileum als stadsarchivaris van Gent. Gent 1996, 519-28. |
Waterschoot
1996 (b) - Waterschoot, W., ‘3
augustus 1561. De veertien aan het landjuweel deelnemende rederijkerskamers
houden een schitterende inkomst in Antwerpen. De organisatie van een
landjuweel’, in: Erenstein 1996, 120-25. |
Waterschoot
2003 - Waterschoot, W., ‘Gedirigeerd
van hogerhand: rederijkers en drukkers gemobiliseerd voor de ontvangst van
Willem van Oranje te Gent in 1577’, in: Ramakers 2003, 260-69. |
Wauters
1940 - Wauters, J., ‘Rederijkers te
Tienen’, Thiunas Tienen, 14 (1940), 1-38. |
Weemaels
1960 - Weemaels, F., ‘De Koninklijke
Rederijkerskamer ‘De Goubloem’ te Vilvoorde’, Brabant, 12 (1960), 10-14. |
Welvaerts
1891 - Welvaerts, T.I., Geschiedkundige
Bijdragen over de Voogdij van Molle. Turnhout 1891. |
Wesseling
1966 - Wesseling, J., De geschiedenis
van Axel. Groningen 1966. |
Willems
1837 - Willems, J.F., ‘Chronologische
lyst van oorkonden, de kamers van rhetorica te Antwerpen betreffende’, BM,
1 (1837), 147-71. |
Willems
1840 (a) - Willems, J.F., ‘Oorkonden
van rederykkamers. I. Prijskaerte van de Rederykkamer der stad Hulst: De
Transfiguratie, 7 September 1483’, BM, 6 (1840), 411-18. |
Willems
1840 (b) - Willems, J.F., ‘Oorkonden
van rederykkamers. II. Instelbrief van de Rederijkerskamer te Hasselt. 17
augustus 1482’, BM, 4 (1840), 418-23. |
Willems
1844 (a) - Willems, J.F., ‘Kronyk der
Kamers van Rhetorica te Lier’, BM, 8 (1844), 288-330. |
Willems
1844 (b) - Willems, J.F.,
‘Ordonnantie van het Antwerpsch Rederykersgild de Violieren’, BM, 8
(1844), 63-71. |
Willems
1919 - Willems, L., ‘Over landjuwelen
en haagspelen in de 16de eeuw’, VMA, 1919, 305-23. |
Willems
1920 (a) - Willems, L., ‘De
zoogenaamde rederijkerskamer van Sinte Barbara’, VMA, 1920, 569-80. |
Willems
1920 (b) - Willems, L., ‘De Axelsche
rederijkersgilde van sinte-Barbara en haar deken Jacob de Hondt (1487-1529)’, VMA,
(1920), 973-91. |
Willems
1932 - Willems, L., ‘De
zestiend-eeuwsch Diestersche rederijker Willem Elias’, in: Gedenkboek A.
Vermeylen. Brugge 1932, 521-26. |
Willems
1981 - Willems, A., ‘Over de
rederijkerskamers van Aarschot’, Het Oude Land van Aarschot, 16 (1981),
7-11, 57-70 en 97-106. |
Wilmet s.d. - Wilmet, L., Léau. La ville des souvenirs. Brussel s.d. |
Wils
1912 - Wils, J., Bijdragen tot de
geschiedenis der rederijkkamer “Het Kersouwken” te Leuven. Leuven 1912. |
|
|