De bron-swaan, of mengeldigten
(1686)–Titia Brongersma– Auteursrechtvrij
[pagina 227]
| |
Toon: Anfin de nos Bergere.DE Velden digt besaayt, en overvloerdt
Met duysendt geurige, en schoone bloemen,
Daar 't quelend' Pluymgedierte van gaat roemen,
En 't Herderdom opnieuw met haar gesang beroert,
Maar de Natuyr vergeefs te lachend' wil me streelen:
Vertoont al het vermaak waar door sy my verblijt,
Mijn Philis maakt 't is ernst, of speelen,
Mijn Winter, of mijn Lente tijdt.
|
|