De bron-swaan, of mengeldigten(1686)–Titia Brongersma– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Van een Rose-tak, waar op een Bye sit, suygende Honig uyt eene van die Rosies, met Devis. Ie vit de la douceur. HEt nerig Bytje suygt van Rose-bladen Sijn voetsel, en het trekt daar Honig uyt, Om door dat ratig vogt sig te versaden: En 't schijnt of het hem in dat Bloemtje sluyt, Om beter van de grond het sap te halen. Het geen my leerd te denken aan het soet Van d' Hemel Roos, geplant in Sions dalen, En dat ik selfs het Bytie wesen moet, Want tot die geur werd ik door pligt gedreven: En roep met hem, die soetheyd doet my leven. Vorige Volgende