De bron-swaan, of mengeldigten(1686)–Titia Brongersma– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Op Goede Vrydag. MAar heeft de Son ooyt droever dach beschenen, Als doen het Licht van't stralen vvierd berooft Neen: maar het Leven selfs gink sig vereenen Door 't vast besluyt van 't Eeuwig levend' Hooft. In doots gevaar, verselt met Helse banden, Waar 't bloedig sweet het heylig heeft bemorst, Waar 't Iodenrot met onbesuysde handen, Soo plomp, soo vvreet, beknelden kaak, en borst. O! vreeselijk gewelt, vvat Donderslagen, Wat baren van tempeest omringden Dien, [pagina 102] [p. 102] Dien seg ik die de lasten heeft gedragen Van die hem vveer verheerlijkt sullen sien. Vorige Volgende