Leelijke gewoonten en gebreken(ca. 1905)–C. Broers-de Jonge– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 8] [p. 8] Klaartje Luistervink. Nog een ander meisje ken ik. Mooglijk, dat ook gij haar kent. Klaartje is 't, een meisje, dat zich, 't Luisteren had aangewend. Was er iemand in de kamer Die daar wat te praten had, Fluks was Klaartje daar te luistren, Met haar oor aan 't sleutelgat. Ongeveer een week geleden, Was een vreemde dame daar, Kijk dat trof, de deur stond open, 't Kon niet mooier, is 't niet waar? Om geen woordje te verliezen, Stak ze 't oortje in de reet, 't Was, zooals ge aanstonds zien zult, Onvoorzichtig, dat ze 't deed. Vreeslijk was 't, wat toen gebeurde, Plots'ling kwam een harde wind, Die de deur pardoes in 't slot sloeg, En.....daar hing het arme kind. 't Oortje was geheel verpletterd, Dokter zei, het moest er af, Nu, dat was wel hard voor Klaartje, Maar het was verdiende straf. Vorige Volgende