Dicht- en zedekundige zinnebeelden en bespiegelingen(1770)–Johan Pieter Broeckhoff– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Folio ***4v] [fol. ***4v] Op de dicht- en zedekundige zinnebeelden, van den heere Johan Pieter Broeckhoff. Braave Broeckhoff, die uw vlyt, Aan de schoone Dichtkunst wyd, Duld dat we u ter eere zingen; Nu gy ons vermaakt en sticht, Zinnebeelden geeft in 't licht, Die naar d'eersten lofprys dingen. Hoe juicht de eedle Poëzy Aan het handelkweekend Y, Met haar hemelsche Gespeelen! Zy wil dat haar blyde stoet Uwe Zangster welkom groet, Kranssen vlecht voor haar Tafreelen. [Folio ****1r] [fol. ****1r] Schoon in ons Gemeenebest, De ondeugd woed gelyk de pest Gy durft nochtans haar bespringen: Toont aan elk haar haatlyk Beeld, En de rampen, die zy teeld, Voor haar snoode Voedsterlingen. Woordenschilder! maar hoe schoon Steld gy de achtbre Deugd ten throon! Hoe zagtvloeijend zyn uw verwen! Uw verrukkend Zinnebeeld Van den Godsdienst, dat my streeld, Doet u ieders lof verwerven. 't Weezen der Godvrugtigheid Schenkt ge eedle Majesteit. Uw tafereel, der nutte Vrede, Lokt ons tot verwondring uit (Heilverschafster! Hemelspruit! Gy brengt duurbre voorspoed mede!) Gy toond ons, myn Kunstörest, Dat de tweedracht is de pest, En de val voor Kerk en Staaten: Wensch vry dat in Batoos oort 't Muitgerugt nooit word' gehoord Tot verderf van de Onderzaaten: [Folio ****1v] [fol. ****1v] Toon van haar uwe afkeer vry, Maar wat streelend schildery! 'k Zie Verdraagzaamheid verschynen! Zy heersch' in ons vry gebied, Maar verzett' haar paalen niet, Dan zal nooit de rust verdwynen. Vindingryke Puikpoëet, Daar ge uw' tyd zo nut besteed, Toond ge aan onze Landgenooten, Hoe Gods hand de boosheid treft, En het hoofd der Deugd verheft; Schoon haar val reeds was beslooten. Maar ik dwaale in zo veel stof. Gy spreid zelfs alom uw' lof, Door uw Beelden, ryk van luister! Hunne houding, zwier en Kunst, Wonnen u voorlang elks gunst, Toen uw Naam noch schuilde in 't duister. r. wouters. Vorige Volgende