Een weekje Dodesluis
(1967)–Rouke G. Broersma–bron
Rouke G. Broersma, Een weekje Dodesluis. A.W. Sijthoff, Leiden 1967
codering
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
logboek
-
-
verantwoording
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar dbnl
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Een weekje Dodesluis van Rouke G. Broersma uit 1967.
redactionele ingrepen
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (binnenkant voorplat, 6, 132, binnenkant achterplat) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[ voorplat]
Rouke G. Broersma
Een weekje Dodesluis
[pagina 1]
Een weekje Dodesluis
[pagina 2]
aurea
Redaktie:
Bert Jansma |
Jan-Willem Overeem |
Jan van der Vegt |
Ger van Wijck |
[pagina 3]
Rouke G. Broersma
Een weekje Dodesluis
A.W. SIJTHOFF • LEIDEN • 1967
[pagina 4]
© A.W. Sijthoff's Uitgeversmaatschappij, N.V., 1967
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotocopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Gedrukt in Nederland door A.W. Sijthoff's Drukkerijbedrijf, Leiden. Omslag Frits Stoepman.
[pagina 5]
Inhoud
i De verteller | 7 |
ii Dodesluis | 9 |
iii De verteller | 27 |
iv Lagestein | 30 |
v Het huis | 43 |
vi De verteller | 53 |
vii Lagestein | 58 |
viii De schoenen | 65 |
ix De verteller | 70 |
x Van Wetering | 73 |
xi Lagestein | 81 |
xii De verteller | 92 |
xiii Van Wetering | 95 |
xiv Lagestein | 99 |
xv De auto | 115 |
xvi Van Wetering | 118 |
xvii Het water | 122 |
xviii De verteller | 130 |
[ achterplat]
In de gesloten gemeenschap van het stadje Oudezijl verschijnt een vreemdeling, die door een merkwaardige samenloop van omstandigheden met zijn auto gestrand is. Zijn komst grijpt diep in het leven van de centrale figuren in. Dat zijn de dominee en de burgemeester. Dood en schuld spelen een rol in wat er gebeurt tussen die twee en de geheimzinnige vreemdeling. Dit leidt tot een dramatische ontknoping. De naamsverwisseling Oudezijl-Dodesluis, waar het verhaal mee begint, is dan ook meer dan een schijnbare zinsbegoocheling. Door de intrigerende gebeurtenissen en de boeiende compositie is ‘Een weekje Dodesluis’ een debuut van belang.
Rouke G. Broersma, geboren in 1940 te Amsterdam, was een tijd onderwijzer in de kop van Overijsel. Daar speelt zich ook ‘Een weekje Dodesluis’ af. Hij is momenteel leraar in Groningen. Van hem verschenen tot nu toe gedichten en verhalen in ‘Kentering’, ‘Raam’ en ‘Contour’.
Aurea-delen
Martien J.G. de Jong ‘Leopolds “Cheops”’. Een interpreterend essay met tekstuitgave |
F.W. van Heerikhuizen ‘Als de wind ophoudt’. Gedichten |
Jan-Willem Overeem ‘Eenentwintig’. Novelle |
J.H. van Dijk ‘Het recht van buit’. Gedichten |
Maria de Groot ‘Amsterdams Getijdenboekje’. Gedichten |
Edward Valens ‘Het paard van Troje’. Novelle |
Dick Walda ‘Klein frontnieuws’. Verhalen |
Rouke G. Broersma ‘Een weekje Dodesluis’. Korte roman |
Maria de Groot ‘Het Florentijnse Circus’. Gedicht |
Arnold de Vos ‘Uit een volslagen duisternis’. Gedichten |
Maxim de Winter ‘De transparante zee’. Gedichten |
67/550