Jellen en Mietje
(1992)–Karel Broeckaert– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 37]
| |
Den nieuwen Dobbelen Schaepers-Almanach voor 1816 (bij Houdin te Gent)Drukker J.N. Houdin gaf in de loop van januari 1816 toch nog zijn almanak in het licht: Den Nieuwen Dobbelen Schaepers-Almanach, voor het schrikkel-jaer O.H. Jesu-Christi MDCCCXVI, Zynde het echt Vervolg en Tweede Deel van den genen van het Jaer 1815. Door M.B.T. Klad-Schryver, gekend door menigvuldige diergelyke Werken. TOME II. - 2.de Jaer. De eerste rubriek is wel weer de concordantietafel voor de republikeinse en de gregoriaanse kalender, maar een afzonderlijk overzicht van de dagen met hun republikeinse kalendernamen komt niet meer voor. De gregoriaanse kalender met zijn heiligennamen is natuurlijk wel aanwezig. Dan komen de volgende brokstukken en rubrieken: een volledige efemeridenreeks (d.w.z. dat op elke dag van het jaar een gebeurtenis wordt aangehaald die op dezelfde dag in een willekeurig vroeger jaar is voorgevallen), p. 1-28. - Dag-Verhael van het voornaemste dat er voorgevallen is geduerende de Patriotische Geschiedenissen in de jaeren 1789 en 1790, in de Oostenryksche Nederlanden, p. 29-53. - Over de excommunicatien van ratten en muyzen, p. 54-57. - Over de tooverye, spooken, geesten, weerwolven en bloed-zuypers. Samenspraek tusschen eenen Minne-Broeder en eenen Pachter, p. 58-69. - Het eyland Lampedouze of de hypocriten (met als aanhef: ‘Montagne verhaeld’ - bedoeld is de Franse schrijver Montaigne) p. 70. - Cosaken, p. 71-74. - Gevoelens onzer voor-ouders, over de Engelsche goederen. Zynde eene Samenspraek over het Decreet van den 21 December 1680, getrokken uyt een echt in dien tyd verschenen Schrift, over den Oorsprong van de Ruine en Armoede der | |
[pagina 38]
| |
Nederlanden, p. 75-85Ga naar voetnoot(1). - Over den voorspoed onzer fabrieken, zynde eene Samenspraek tusschen Phlippen, Meester-Knegt van eene Katoen-Spindery, en verscheyde Spinnerssen en Fabriek-Wevers, p. 86-92. - Meester Naeyer, of men moet het naerzien. Een verhael bevattende de Konst om wys en ryk te worden zonder moeyte, p. 93-99. - Onderaerdsche legers, of vervolg der historie van den Rooden Man, p. 100-101. - Varia, p. 102-107. - Kronyke van het merkweerdigste in Europa geschied (...) 1815, p. 108-114. - Jaer- en Peirde-markten, p. 115.
Even treffend als de verwantschap tussen de almanak-Houdin 1815 en de almanak-De Busscher 1816 is de kloof tussen eerstgenoemde almanak en deze almanak-Houdin 1816. En toch prijkt op allebei de auteursnaam M.B.T. De onmogelijkheid alleen al dat ze allebei het werk zijn van een zelfde schrijver zet ertoe aan om aan die initialen niet al te veel aandacht te schenken. Tenzij natuurlijk de voor de hand liggende M(ynheer) B(ROECKAER)T de gevolgen van zijn overloperij zou hebben opgevangen door een bevriend almanakschrijver aan te spreken.
Jozef Bernard Cannaert? Alles laat aan hem denken. Daar waar Houdins almanak voor 1815 overwegend gevuld was met brokstukken uit de traditionele volksboekenschat (de Wandelende Jood, Mandrin, Faustus) slaat de inhoud van Houdins almanak voor 1816 om naar de rechtsgeschiedenis, met daar bovenop een bijdrage over de Brabantse Omwenteling die toch wel enigszins aan de fameuze Excellente Print-Cronike (waaraan Cannaert heeft meegewerkt) herinnert, en een stukje dat aanvangt met de naam van Cannaerts lievelingsauteur Montaigne. In een biografische schets naar aanleiding van | |
[pagina 39]
| |
Cannaerts overlijden heeft de dichter Prudens van Duyse hém De dobbele Schapersalmanak voor 't jaer O.H. 1816, Gent, De Busscher toegeschreven, weliswaar niet zonder te beklemtonen dat het daarin opgenomen Jellen en Mietje dan toch wel geheel van Broeckaerts hand wasGa naar voetnoot(1). Wij zijn ervan overtuigd dat Van Duyse niets anders dan ‘Den nieuwen Dobbelen Schaepersalmanach voor 1816 van Houdin voor ogen had, en dat in deze lapsus de grondslag is te zoeken van een onoverzichtelijke reeks toeschrijvingen van De nieuw-jaer-gift, Noncle-Jan e.a. stukken uit de almanak-De Busscher 1816 aan Cannaert. |
|