Van hare zijde had ze Alexander reeds grondig bestudeerd, en den volbloed baar met zeker leedvermaak in ongemeene verlegenheid gezien. Voor 't overige had ze vrede met zijn voorkomen. Zijn frissche blos, levendige bruine oogen en krullend zwart hair, zijne fijne trekken en rijzige houding, pleitten met voldoende kracht in zijn voordeel.
Juist bracht Padang een grooten, ronden bak, met verschillende afdeelingen, waarin sambal-sambal van allerlei soort. Alexander maakte eene afwijzende beweging met de hand, schoon zijn buurman met het bruine gelaat van 't een en ander iets had genomen. Op 't zelfde oogenblik voelde hij zich licht op den arm tikken, en vernam hij de stem der jonge dame:
‘Neen, meneer! dat mag u niet weigeren! Dat hoort bij de rijst. Heeft u meer Indische rijst gegeten?’
Alexander vermant zich, on antwoordt zonder haperen, maar eenigszins fluisterend, dat hij er niet het minste denkbeeld van heeft.
‘Dan zal ik u wel eens op den weg helpen’ - vervolgt ze - ‘Padang! kassi-sambal-sambal sama toewan! (Breng de toespijzen aan meneer!) En nu moet u nog wat van dat roode nemen, dat is délicieus - en van die boontjes, gekookte peteh, zeer Indisch, maar zeer lekker!’
Alexander gehoorzaamt, en dankt zijne voorkomende buurvrouw zoo beleefd mogelijk.
‘Ik kan wel merken, dat u pas in Batavia is aangekomen!’ - gaat ze weêr voort. - ‘Met de mail gereisd, meneer?’
‘Met een zeilschip, de Thetis!’
‘Ja, dan kan u ook niet veel van Indië weten. Met de mail komt men in Galle en Singapore, en wordt men zoo langzamerhand aan het Indische leven gewend. Wat mij betreft, ik vind het bijzonder flauw, om iemand, die pas aankomt, een koopje te geven, en daarom help ik de baren altijd.’
‘Verplicht, juffrouw! Aan boord hebben een paar Indische officieren mij enkele inlichtingen gegeven; maar ik merk, dat ik er de helft al van vergeten ben.’