Brieven aan de uitgever van het tijdschrift Nederland 1873-1886
(1965)–Jan ten Brink, Cd. Busken Huet– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 206]
| |
[pagina 207]
| |
Ik had met Schimmel afgesproken dat ik in het April-nummer eene studie over La Joie de Vivre zou geven.Ga naar voetnoot324 Ik had mij veel tijd en moeite getroost, om op 20 Maart gereed te zijn. Ik stuur de kopij naar Spin. Ik krijg proeven maar zóó laat, dat ik bijna geen revizie kan vragen. Ik zend de oogenblikkelijk gekorrigeerde proeven per extra-bestelling terug. En nu komt de aflevering uit zonder mijn stuk. Weet Gij ook, wie dit zoo heeft beschikt? En zou het niet noodig zijn, dat de drukkerij zich wat meer haast ging veroorloven bij het zetten der stukken voor Nederland? Als mijne studie met 1o April ware verschenen, zou ze op tijd gekomen zijn. Nu wordt het 1o Mei. Ook doet het mij leed, dat ik als redakteur v. N. het niet eenmaal meer in mijne macht heb, dat ik mijne eigene stukken plaats, wanneer ik wil. En nu nog in de laatste plaats. Ik wilde u dringend vragen, mij het honor. voor den geleverde arbeid, die nu 1 Mei komt reeds nu te voldoen. Ik had er vast op gerekend. Verlies ik één mijner inkomsten, dan raakt alles bij mij in de war. Ik hoop, dat Gij mij dit plezier zult doen. Kan ik in de zaak der Hed. Lett. u van dienst zijn, dan ben ik tot wederdienst bereid. Steeds
den Haag 2 April 84. |
|