Brieven aan de uitgever van het tijdschrift Nederland 1873-1886
(1965)–Jan ten Brink, Cd. Busken Huet– Auteursrechtelijk beschermdAlle volgende brieven zijn gericht aan J.C. Loman Jr., de uitgever van Nederland. Onderstaande ongedateerde brief is blijkens de inhoud geschreven in januari 1866. | |
2Hooggeachte Heer, Ik behoef U niet te zeggen dat ik voor Nederland, waaraan ik voor eene wijl, al was het slechts in gedachte, zoo naauw verbonden geweest ben, eenig hart heb. Nu bemerk ik, dat er in Uwe advertentie in de H. Courant van heden volstrekt geene melding gemaakt wordt van een redakteur; en dit doet mij vermoeden dat Gij in het vinden van een geschikt persoon voor die betrekking in de plaats van | |
[pagina 18]
| |
den Heer Van Duyl, nog niet geslaagd zijt.Ga naar voetnoot2 Is die gissing juist, meld het mij dan svp., met keerenden post. In dat geval toch ben ik bereid, te schrijven aan mijn neef, L'Ange Huet, doktorandus in de theologie en woonachtig te Haarlem, doch die zich op dit oogenblik voor eenige dagen te Zutfen bevindt.Ga naar voetnoot3 Mij komt het voor dat deze én voor zichzelven eene eervolle carrière kiezen zou, én voor U en voor Uw tijdschrift nuttig werkzaam zou zijn, indien hij zich, hoewel betrekkelijk nog jong en ongeoefend (voor het overige is hij iemand van grondige studie en van een uitmuntend karakter), met hart en ziel aan Nederland wijdde. Hij is volslagen onkundig van dit mijn schrijven aan U; en ik wil ook niet met hem over deze zaak in korrespond[ent]ie treden zoo lang ik Uw antwoord niet ken. Doch ik geloof en hoop, dat indien Gij voor Nederland nog zoekende zijt naar een geschikt redakteur, Gij reden hebben zoudt om over de keus, die ik mij verstout U aantebevelen, tevreden te zijn.Ga naar voetnoot4 Beloften van medewerking doe ik niet, en kan ik niet doen; doch waar en wanneer ik zou kunnen helpen met goeden raad, zal ik daartoe bereid bevonden worden.
Uw dienstwillige
Bloemendaal, Donderdag-avond. |
|