Historische taalkunde
(1996)–Cor van Bree– Auteursrechtelijk beschermdCor van Bree, Historische taalkunde. Acco, Leuven / Amersfoort 1996 (tweede druk).
-
-
gebruikt exemplaar
exemplaar universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur S. NED. 16 7321
algemene opmerkingen
De versie van Cor van Brees Historische taalkunde die hier digitaal gepubliceerd wordt, is niet eerder in deze vorm in druk verschenen. Het bestand is gebaseerd op de tweede, herziene druk uit 1996. De auteur heeft in de winter van 2003 in deze tweede druk diverse wijzigingen en correcties aangebracht en tekst toegevoegd, die in dit bestand zijn doorgevoerd.
redactionele ingrepen
Achter de meeste deeltitels is een asterisk aangebracht, waarop geklikt kan worden om de betreffende aantekeningen bij dit deel, afkomstig van pagina 315-322, te kunnen raadplegen.
Hoofdstuk 22 begint op pagina 305, de paginanummering wordt vervolgd op pagina 315. De tussenliggende paginanummers zijn komen te vervallen, omdat het betreffende hoofdstuk zo ingrijpend is gewijzigd dat er onvoldoende overeenkomsten zijn met de pagina's in de tweede druk.
Voor de overzichtelijkheid is de tabel op pagina 151 in drie gedeelten geknipt.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. 2, 16, 24, 32, 44, 78, 86, 142, 170, 188, 200, 202, 230, 252, 254, 280, 298, 304 en 334) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina 1)]
HISTORISCHE TAALKUNDE
[pagina 3]
Cor van Bree
Historische taalkunde
Acco Leuven / Amersfoort
[pagina 4]
Met dank aan auteurs en uitgevers voor hun toestemming tot overname van kaarten en figuren.
Eerste druk: 1990 | ML.106.00.1 |
Tweede, herziene druk: 1996 | 32 015 3426 |
Gepubliceerd door Uitgeverij Acco, Tiensestraat 134-136, 3000 Leuven (België)
Voor Nederland:
- Uitlevering: Centraal Boekhuis bv, Culemborg
- Correspondentie: Postbus 284, 3830 AG Leusden / Postbus 1285, 3800 BG Amersfoort
Omslagontwerp: Danny Juchtmans
© 1996 by Acco (Academische Coöperatief c.v.), Leuven (België)
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotocopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
No part of this book may be reproduced in any form, by mimeograph, film or any other means without permission in writing from the publisher.
D/1996/0543/77
NUGI 941
ISBN 90-334-3426-1
[pagina 5]
Inhoud
Woord vooraf | 13 |
Aanwijzingen voor de gebruiker | 17 |
Overzicht kaarten | 21 |
Overzicht figuren | 22 |
Overzicht schema's | 23 |
1. Inleiding | 25 |
1.1. Taalverandering en taalverwantschap | 25 |
1.2. De taken van de historische taalwetenschap | 27 |
1.3. Nog enige termen | 28 |
1.4. Overzicht van het boek | 29 |
Deel 1. Taalverwantschap en taalreconstructie | 31 |
2. Het vaststellen van taalverwantschap | 33 |
2.1. Inleidende opmerkingen | 33 |
2.2. Werken met kenmerken | 34 |
2.2.1. De woordenschat | 34 |
2.2.2. Affixen en uitgangen | 36 |
2.2.3. Andere kenmerken | 36 |
2.2.4. Samenvatting | 39 |
2.3. Iconen, indexen en symbolen | 40 |
2.4. Klankwetten en klankcorrespondenties | 41 |
2.5. Typologische vergelijking | 43 |
3. Taalfamilies | 45 |
3.1. De germaanse taalfamilie | 45 |
3.2. De indoëuropese taalfamilie | 48 |
3.3 De indeling van de indoëuropese en de germaanse talen | 50 |
3.4. Stambomen en prototalen | 52 |
[pagina 6]
4. Klankcorrespondenties en reconstructie | 55 |
4.1. Analyse van de regelmatige klankcorrespondenties | 55 |
4.2. Verwantschap en ontlening | 58 |
4.3. Uitzonderingen op regelmatige klankcorrespondenties | 61 |
4.4. Het reconstrueren van prototalen | 62 |
4.4.1. Inleidende opmerkingen | 62 |
4.4.2. Externe reconstructie | 62 |
4.4.3. Interne reconstructie | 63 |
4.5. De betrouwbaarheid van de reconstructies | 65 |
4.6. Het zoeken naar regelmaat | 66 |
4.6.1. Algemeen | 66 |
4.6.2. De wet van Verner | 67 |
4.7. De reconstructie van oudere fasen | 69 |
4.7.1. Inleidende opmerkingen | 69 |
4.7.2. Klank en letter | 70 |
4.7.3. Reconstructie van klankwaarden; voorbeelden van argumentaties | 72 |
4.7.4. Grammaticale bronnen | 75 |
4.7.5. Afsluitende beschouwingen | 76 |
5. Taalverwantschap en taalreconstructie. Afsluiting | 79 |
5.1. Samenvatting en vooruitblik | 79 |
5.2. Historische aantekeningen | 79 |
5.2.1. De ‘voor-wetenschappelijke’ periode | 79 |
5.2.2. De beginperiode: Rask, Grimm, Bopp, Schleicher | 80 |
5.2.3. De neogrammatici | 81 |
5.2.4. Na De Saussure | 83 |
Deel 2. Taalverandering 1 (klank- en betekenisverandering) | 85 |
6. Klankverandering | 87 |
6.1. Inleidende opmerkingen | 87 |
6.2. De verandering | 87 |
6.3. De conditionering | 89 |
6.4. De fonetiek van de klankveranderingen | 91 |
6.5. Tijd en plaats van de klankwetten | 92 |
6.6. Tendensen in klankverandering | 93 |
6.6.1. Structurele tendensen | 93 |
6.6.1.1. Structurele samenhang | 93 |
6.6.1.2. Push chains | 94 |
6.6.1.3. Drag chains | 95 |
6.6.1.4. Push chains en drag chains | 96 |
6.6.1.5. Compenserende reacties | 96 |
6.6.2. Primaire tendensen | 97 |
6.6.3. Afsluitende beschouwingen | 100 |
[pagina 7]
7. Klank/betekenisverandering | 103 |
7.1. Inleidende opmerkingen | 103 |
7.2. De analogie | 103 |
7.2.1. Algemeen | 103 |
7.2.2. Analogie. Drie onderscheidingen | 104 |
7.3. Het isomorfieprincipe | 107 |
7.3.1. Een indeling naar gevallen | 107 |
7.3.2. Het betrekkelijke belang van het isomorfieprincipe | 111 |
7.3.3. Het betrekkelijke succes van het isomorfieprincipe | 112 |
7.3.4. De (on)voorspelbaarheid van de formeel-semantische analogie | 113 |
7.4. Analogische reïnterpretatie | 114 |
7.5. Samenvatting isomorfieprincipe | 115 |
7.6. Produktiviteit en incidentele (scheppende) analogie | 116 |
7.7. Analogie, synonymie- en homonymievermijding en de taalgebruiker | 119 |
8. Betekenisverandering | 121 |
8.1. Inleiding | 121 |
8.1.1. Betekenissen en betekenistheorieën | 121 |
8.1.2. De prototypische benadering van betekenis(verandering) | 121 |
8.1.3. Betekenisverandering, zaakverandering, vormverandering, verandering in gevoelswaarde | 123 |
8.1.4. Semasiologie en onomasiologie | 124 |
8.1.5. Veranderingen in gebruik (pragmatische verandering) | 124 |
8.2. Types betekenisverandering | 125 |
8.2.1. Inleidende opmerkingen | 125 |
8.2.2. Betekenisspecialisatie en betekenisveralgemening | 126 |
8.2.3. Metafoor | 126 |
8.2.4. Metonymie | 127 |
8.2.5. De onderscheiding van de types | 127 |
8.2.6. Betekenisverandering en stijlfiguur | 128 |
8.2.7. Eigenlijke en oorspronkelijke betekenis | 129 |
8.3. Factoren in betekenisverandering | 129 |
8.3.1. Behoefte aan naamgeving. Taaleconomie | 130 |
8.3.2. Ellips. Reïnterpretatie | 130 |
8.3.3. Structurele factoren | 132 |
8.3.4. Types betekenisverandering en factoren in betekenisverandering | 133 |
8.4. De gevoelswaarde van woorden | 134 |
8.4.1. Inleidende opmerkingen | 134 |
8.4.2. Veranderingen in de gevoelswaarde | 134 |
8.4.3. De gevoelswaarde als factor | 135 |
8.4.4. De sociale en stilistische waarde van woorden | 136 |
9. Taalverandering 1. Afsluiting | 137 |
9.1. Samenvatting en vooruitblik | 137 |
9.2 Historische aantekeningen | 138 |
[pagina 8]
9.2.1. Klankwetten | 138 |
9.2.2. Analogie en verwante fenomenen | 139 |
9.2.3. Betekenisverandering | 140 |
Deel 3. Taalverandering 2 (grammaticale en lexicale verandering) | 141 |
10. Fonologische verandering | 143 |
10.1. Inleidende opmerkingen | 143 |
10.2. Louter fonetische verandering | 143 |
10.3. Nieuwe foneemvarianten | 144 |
10.4. Veranderingen in de foneeminventaris | 144 |
10.5. Veranderingen in de distributie | 146 |
10.6. Verdwijnen of introductie van distinctieve kenmerken | 147 |
10.7. Reïnterpretatie van een klanksegment | 148 |
11. Morfologische verandering | 149 |
11.1. Inleiding | 149 |
11.2. Flexie | 150 |
11.2.1. Inleidende opmerkingen | 150 |
11.2.2. Externe flexie | 150 |
11.2.2.1. Het deflexieproces | 150 |
11.2.2.2. Gotisch en Nederlands | 151 |
11.2.2.3. Flecterende en agglutinerende talen | 153 |
11.2.2.4. Ontstaan van flexiemorfemen (uitgangen) | 154 |
11.2.3. Interne flexie | 155 |
11.2.3.1. De Ablaut | 155 |
11.2.3.2. Ontstaan van interne flexie | 155 |
11.2.3.3. Ontwikkeling van interne flexie | 156 |
11.3. Samenstelling | 157 |
11.3.1. Klank- en betekenisontwikkelingen | 157 |
11.3.2. Het ontstaan van samenstellingen | 159 |
11.3.2.1. Samenkoppelingen | 159 |
11.3.2.2. Analogie en productiviteit | 160 |
11.3.2.3. Reïnterpretatie als samenstelling | 161 |
11.3.3. Het verdwijnen van samenstellingen | 161 |
11.4. Afleiding | 162 |
11.4.1. Vormen van afleiding | 162 |
11.4.2. Klank- en betekenisontwikkelingen | 162 |
11.4.3. Veranderingen in productiviteit | 164 |
11.4.4. Het ontstaan van nieuwe affixen | 166 |
11.4.5. Het verdwijnen van affixen | 167 |
11.5. Samenstellende afleidingen | 168 |
12. Syntactische verandering | 171 |
12.0. De analyse van de zin | 171 |
12.1. Syntactische veranderingen | 172 |
12.1.1. Inleidende opmerkingen | 172 |
[pagina 9]
12.1.2. Constructionele veranderingen | 173 |
12.1.2.1. Het ontstaan van constructies | 173 |
12.1.2.2. Het verdwijnen van constructies | 175 |
12.1.3. Veranderingen in de woordvolgorde | 176 |
12.1.3.1. Correlaties tussen woordvolgordes | 176 |
12.1.3.2. De veranderingen | 177 |
12.2. Tendensen in syntactische veranderingsprocessen | 181 |
12.2.1. Inleidende opmerkingen | 181 |
12.2.2. Deflexie en syntactische verandering | 181 |
12.2.3. Veranderingen in verband met het isomorfieprincipe | 182 |
12.2.3.1. Inleidende opmerkingen | 182 |
12.2.3.2. Reacties op syntactische homonymie | 183 |
12.2.3.3. Syntactische synonymie en mogelijke reacties daarop | 185 |
12.3. Het gebruik van de flexie | 186 |
13. Grammaticale en lexicale verandering | 189 |
13.1. Afsluiting | 189 |
13.1.1. Overgangen en interacties | 189 |
13.1.2. Verandering in de woordenschat | 190 |
13.1.2.1. Veranderingen van semantische en grammaticale aard | 190 |
13.1.2.2. Overgang naar andere woordsoorten | 190 |
13.1.2.3. Ontstaan van uitdrukkingen | 190 |
13.1.2.4. Ontstaan en verdwijnen van woorden | 192 |
13.1.2.5. Naamgeving | 192 |
13.1.2.6. Nogmaals iconiciteit | 193 |
13.1.3. Morfologische en syntactische reconstructie | 194 |
13.1.3.1. De morfologie van protofasen | 194 |
13.1.3.2. De syntaxis van protofasen | 194 |
13.1.3.3. Geschreven taal - gesproken taal | 195 |
13.1.3.4. Het probleem van de acceptabiliteit | 197 |
13.2. Vooruitblik | 197 |
13.3. Historische aantekeningen | 198 |
13.3.1. Pregeneratieve ontwikkelingen | 198 |
13.3.2. Generatieve ontwikkelingen | 198 |
Deel 4. Het proces van taalverandering | 201 |
14. Het proces van taalverandering. Algemeen | 203 |
14.1. Inleidende opmerkingen | 203 |
14.2. Taalvariatie en taalverandering | 203 |
14.3. Onderzoek naar taalverandering | 205 |
14.3.1. In het heden en in het verleden | 205 |
14.3.2. Onderzoek in werkelijke en schijnbare tijd | 205 |
14.3.3. De waarde van de schijnbare tijd-methode | 207 |
14.3.4. Een nederlands schijnbare tijd-patroon | 209 |
[pagina 10]
15. De talige, sociale en stilistische geleidelijkheid | 211 |
15.1. De talige geleidelijkheden | 211 |
15.1.1. Inleidende opmerkingen | 211 |
15.1.2. De fonetishe, input- en conditionele geleidelijkheid | 211 |
15.1.3. Lexicale geleidelijkheid | 214 |
15.1.4. Grammaticale (en norm)aspecten | 216 |
15.2. De sociale en stilistische geleidelijkheden | 217 |
15.2.1. Inleidende opmerkingen | 217 |
15.2.2. Variatie naar sociaal-economische klasse en stijl | 218 |
15.2.3. Veranderingen uit hogere of lagere klassen | 220 |
15.2.3.1. Veranderingen uit de lagere klassen | 220 |
15.2.3.2. Veranderingen uit de hogere klassen | 222 |
15.2.4. Andere mogelijkheden | 224 |
15.3. Hypercorrectie | 225 |
15.4. Sexeverschillen | 226 |
15.5. Taalattitudes | 228 |
16. Regionale aspecten | 231 |
16.1. Regionaal bepaalde taalvariatie | 231 |
16.2. Taalgrenzen | 235 |
16.3. De verklaring van de regionale differentiatie | 238 |
16.3.1. Extra-linguïstische verklaringen | 238 |
16.3.2. Intern-linguïstische verklaringen | 242 |
16.3.3. Samenspel van externe en interne factoren | 242 |
16.4. Standaardisering | 243 |
16.4.1. Motieven voor standaardisering | 243 |
16.4.2. De vier aspecten van standaardisering | 244 |
16.4.2.1. Selectie | 244 |
16.4.2.2. Codificatie | 244 |
16.4.2.3. Functieuitbreiding | 245 |
16.4.2.4. Acceptatie | 245 |
17. Het proces van taalverandering. Afsluiting en vooruitblik | 247 |
17.1. Stamboommodel en golfmodel | 247 |
17.2. Beïnvloedingssituaties. Vooruitblik | 248 |
17.3. Verwantschap en ontlening | 249 |
17.4. Historische aantekeningen | 249 |
Deel 5. Talen in contact | 253 |
18. De tweetalige taalgebruiker | 255 |
18.1. Inleidende opmerkingen | 255 |
18.2. Overname en substraatwerking | 255 |
18.3. Het tweede taal-verwervingsproces | 256 |
18.3.1 Algemeen | 256 |
[pagina 11]
18.3.2. Interferentie | 257 |
18.4. De psychostabiliteit van taalelementen | 258 |
18.5. Overname, tweede taal-verwerving en taalverandering | 261 |
19. Taalcontactsituaties | 263 |
19.1. Inleidende opmerkingen | 263 |
19.2. De culturele contact-situatie | 263 |
19.2.1. Algemeen | 263 |
19.2.2. Invloeden op en van het Nederlands | 264 |
19.3. De intensieve contact-situatie | 265 |
19.3.1. Inleidende opmerkingen | 265 |
19.3.2. Een sociaal niet-dominante minderheid | 265 |
19.3.3. Een sociaal dominante minderheid | 267 |
19.3.3.1. Algemeen | 267 |
19.3.3.2. De dominante taal wint | 267 |
19.3.3.3. De onderliggende taal wint | 268 |
19.3.4. Convergentiegebieden | 269 |
19.4. Pidgins en creolentalen | 271 |
19.4.1. Het ontstaan van pidgins | 271 |
19.4.2. Creolisatie | 274 |
19.4.3. Decreolisatie | 275 |
19.4.4. Samenvatting | 278 |
20. Effecten van en reacties op vreemde invloed | 281 |
20.1. De woordenschat | 281 |
20.2. Fonische beïnvloeding | 283 |
20.2.1. Fonische beïnvloeding bij overname | 283 |
20.2.2. Fonische beïnvloeding bij substraatwerking | 285 |
20.2.3. Fonische ontwikkelingen in de brontaal of in de gevende taal | 286 |
20.3. Morfologische beïnvloeding | 287 |
20.3.1. Flexie | 287 |
20.3.2. Samenstellingen | 288 |
20.3.3. Afleidingen | 289 |
20.3.3.1. Effecten | 289 |
20.3.3.2. Reacties | 291 |
20.4. Syntactische beïnvloeding | 293 |
20.4.1. Niveaus van beïnvloeding | 293 |
20.4.2. Wijze van beïnvloeding | 293 |
20.4.3. Parallelle syntactische ontwikkelingen in verschillende talen | 294 |
20.4.4. Genustoekenning | 296 |
20.5. Interpretaties van woordcombinaties als woord | 296 |
21. Talen in contact. Afsluiting | 299 |
21.1. Het onderzoek naar ontlening | 299 |
21.1.1. Inleidende opmerkingen | 299 |
21.1.2. Het vaststellen van overname | 299 |
21.1.3. Het dateren van overname | 300 |
[pagina 12]
21.1.4. Het vaststellen en dateren van substraatwerking | 301 |
21.2. Historische aantekeningen | 302 |
22. De oorzaken van taalverandering | 305 |
22.1. Inleidende opmerkingen | 305 |
22.2. Het onzichtbare hand-proces | 305 |
22.3. Communicatie en gemak | 306 |
22.4. Taalverwerving als bron van taalverandering | 307 |
22.5. Taalverwerving en taalschepping. Samenvatting | 308 |
22.6. Taalgebruiker en taalsysteem | 308 |
22.7. De waarschijnlijkheid van taalveranderingen | 310 |
22.8. De tijd- en plaatsgebondenheid van taalverandering | 311 |
22.9. De rol van leeftijdsgroepen | 311 |
22.10. Afsluiting | 312 |
Aantekeningen | 315 |
Bibliografie | 323 |
Register | 335 |