Rodd'rick ende Alphonsus(1616)–G.A. Bredero– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Klinck-dicht. D'Ontrouvve Vruntschap vverdt ghetoetst in het bedroeven, Als in de nare noodt der Vrunden hulpe vliedt: De trouvve niet besvvijct, maar jonstigh 'taanschijn biedt; Dies moetmens' op den Steen als 'tsuyv're Goudt beproeven. De vlugghe schrand're Bie (tot s'nootdrufts groot behoeven) Niet om den scherpen vlim, of fellen anghel-spriet Verdruckt vvordt: Maar om't Seem ghekoestert in't verdriet, Die met een vollen svvarm gaat om haar korfkens loeven. Soo smaalt niet uvven Vrunt om een te korslen vvoort; Maar om voorgaande trouvv hem liefd en eer behoort. VVien vont ghy die voor-vvint door vruntschaps meyren bruysten? De voor-daadt siet al-hier van Brederood' verthoont; VViens soet-vloeyend' gherijm de vvare Vrundtschap kroont Van Rodd'rick en Alphons, soo lang sy't Aardrijck kruysten. Non Nobis. Vorige Volgende