Rodd'rick ende Alphonsus
(1968)–G.A. Bredero– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 76]
| |
Sonnet.Verbint'nis, Ionst en Trouvv', door vvaar gheneghentheden,
Toont ons Poëten Prins, Breed'roo, vvat die vermocht
Tegen Trots, Spijt en Haat: hoe Vruntschap en Min vocht,
Met nutte Leeringh meer, uytmuntend' schoon in reden.
5[regelnummer]
VVenscht s'anders ondergang: siet vveghs-baan door verraat:Ga naar voetnoot6
Doch Vrunts plicht; Vrouvve Min, komt hy Rodd'rick te baat:
Vertreekt ras; vvordt ghevaan: d'ander verlost hem meden.
Rodd'rick komt voort in last door't vanghen van zijn Vrouw:
10[regelnummer]
Alphons verlost die vveer; hier bleeck Liefd, Vruntschap, Trouvv;
Doch onkundbaar vvort hy van Rodderick verslaghen.Ga naar voetnoot11
Vergeeft 'tong'luck misdaan; Voorbeeldt gedenckens vveert:
Leert dat een trouvve Vrundt het beste is op eert.
En ghy, ô Rymer rijck! zijt vveert een Kroon te draghen.
G. Martens. k'Betrouvv in een.Ga naar voetnoot†
|
|