Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Moortje en Spaanschen Brabander (1999)

Informatie terzijde

Titelpagina van Moortje en Spaanschen Brabander
Afbeelding van Moortje en Spaanschen BrabanderToon afbeelding van titelpagina van Moortje en Spaanschen Brabander

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.69 MB)

Scans (15.43 MB)

ebook (3.83 MB)

XML (1.25 MB)

tekstbestand






Editeur

E.K. Grootes



Genre

drama

Subgenre

blijspel / komedie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Moortje en Spaanschen Brabander

(1999)–G.A. Bredero–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 407]
[p. 407]

De strekking van de
Spaanschen Brabander

Waar draait het om in de Spaanschen Brabander? Bedoelde Bredero het stuk in de eerste plaats als een zedenspiegel, beoogde hij een tafereel te geven van een corrupte wereld, van een zieke stad, waar de pest heerst, waar de oude degelijkheid is ondergraven door vreemd gespuis, waar geestelijke waarden opzijgezet zijn voor materiële belangen? Zo stelt David Brumble, de Amerikaanse vertaler van de Spaanschen Brabander, het voor in een interessante poging greep te krijgen op de betekenis van het stuk als geheel.Ga naar voetnoot* Ook door de meeste andere commentatoren wordt hekeling van menselijke gebreken centraal gesteld. Bredero hekelt of laat zijn personages hekelen. ‘Door zijn tijdgenoten een spiegel voor te houden, wil hij tot verbetering der zeden bijdragen.’Ga naar voetnoot† Prudon plaatst deze satirische aanpak in het perspectief van een religieus opgevatte gerechtigheid: in het zicht van het einde (het doodsmotief!) wordt ieder mens opgeroepen zich te verantwoorden over wat hij of zij werkelijk waard is.Ga naar voetnoot‡

Bredero zelf geeft in zijn voorrede steun aan het idee dat het om een zedenspiegel gaat: ‘Want ic stel u hier naacktelijck en schilderachtich [onverhuld en aanschouwelijk] voor óóghen, de misbruycken van dese laatste en verdorven werelt [deze verdorven wereld, in afwachting van het Laatste Oordeel]; de ghebreckelijckheyt van onse tijdt: En de Kerck, en straatmaare mishandelinghen van de gemeene man [de algemeen bekende verkeerde handelingen van gewone mensen]: doch onder andere, heb ik mijn eyghen bekende swackheyden niet vergeten.’ Hij prijst in de ‘Inhoudt van 'tspel’ ook de auteur van de Lazarillo de Tormes omdat deze openlijk en op bedekte wijze de gebreken van zijn landgenoten aanwijst en kritiseert. In dit verband valt het wel op dat Bredero van alle in zijn stuk gereleveerde ondeugden alleen de hovaardij (van de Brabanders) en het nodeloos bankroet gaan met zoveel woorden noemt. Zijn lofdichters voegen er nog de ‘boose seden’ van de hoeren aan toe.

In zijn gedicht ‘Tot den leser’ verdedigt Bredero zich tegen de kritiek dat hij door de ware aard van de zonde te laten zien, de mensen tot kwaad zou verlokken:

 
Ist dat ghy yet, merckt, leest of siet
 
Dat quaat is, schuwt dat, doetet niet.
 
Ick heb met lust, tot leer ghedaan,
 
En niet om dien wegh in te slaan:
[pagina 408]
[p. 408]

God weet dat hij dit ook niet geschreven heeft om mensen op hun ziel te trappen, maar om ‘my en alle menschen te verlustigen en verbeteren’. Die lust zal mede gelegen zijn geweest in de ‘levendige afbeelding’, de aanschouwelijkheid en herkenbaarheid van de voorgestelde wereld. Realisme als artistiek credo wordt in die tijd eigenlijk niet uitgesproken zonder een verbinding te leggen met de lering die eruit te trekken valt. Maar Bredero zegt elders, in de voorrede tot zijn Gheestich Liedt-Boexcken, niet voor niets ‘Het zijn de beste Schilders die 't leven naast komen.’ Hij hoopt daar dat zijn boertige liedjes de eigenschappen van de boeren ‘op het levendigste na spelen en spreken sullen’. Ook in het voorwerk van Moortje en Spaanschen Brabander is ‘levendig’, in de zin van naar het leven getekend, een kernwoord. Dat herkenning op zichzelf al een krachtig komisch middel is, wordt niet expliciet verwoord, maar Bredero moet dat terdege beseft hebben.Ga naar voetnoot* Het plezier in het weergeven van de realiteit, in het bijzonder van kenmerkend taalgebruik, spat immers van de bladzijden af.

Of dat de werkelijkheid van zijn eigen tijd en omgeving is, is een omstreden punt. Zoals hierboven al is aangestipt, zegt Bredero zelf dat hij de discretie in acht heeft genomen het stuk in een andere tijd te laten spelen, opdat de inhoud ervan niet direct betrokken zou worden op levende personen. Vrijwel alle interpretaties van het stuk gaan ervan uit dat dit met een korreltje zout genomen moet worden. Het beeld van de Amsterdammers uit het verleden zou evenzeer passen op die uit 1617. Om met Stutterheim te spreken: ‘De mensen waren in 1576 niet anders dan in 1617 en alles wat over allerlei verdorvenheden wordt gezegd, kan op beide jaren betrekking hebben.’Ga naar voetnoot† Een hiervan afwijkende visie is recentelijk door René van Stipriaan verdedigd. In drie principiële en zeer lezenswaardige artikelen over de Spaanschen Brabander plaatst hij het stuk, net als eerder Moortje, in het kader van de tegenstelling tussen bedrieglijkheid en scherpzinnigheid, die hij in zijn dissertatie uit 1995 had geschetst als kenmerkend voor de zeventiende-eeuwse klucht.Ga naar voetnoot‡ In zijn opvatting is de onnozelheid van de Amsterdammers, die zich door een armoedige bedrieger als Jerolimo laten beetnemen, door Bredero opzettelijk in een vroegere tijd gesitueerd. Geen nostalgie naar een simpeler en oprechter verleden, maar spot met een oud-Hollandse botheid gespeend van subtiele scherpzinnigheid. Veertig jaar later heeft men een culturele en intellectuele emancipatie achter de rug. Amsterdams koopmansvernuft beheerst de wereldhandel; wetenschap, literatuur en kunst bewegen zich op een niveau dat niet onder zou doen voor dat van de oude

[pagina 409]
[p. 409]

Grieken. In het sonnet waarmee Bredero's Boertigh Liedt-boeck opent, vertolkt de dichter zijn trots op dit nieuwe Amsterdam:

 
Tot sulcken grootheydt sal Amstelredam noch komen,
 
Dat sy in treff'lijckheyd sal overwinnen Romen
 
In deftigheyd van Raed, in Mannelijck gewelt,
 
In Ooreloghs-beleyd, in Machtigheyd van gelt.

Inmiddels hebben de Amsterdammers het niet meer nodig dat zij van een oplichter als Jerolimo ‘een spelleken en een kluchtken leeren’ (vs. 44). Zij zijn voldoende door de wol geverfd.

Dit is een interessante hypothese, die mede steunt op de constatering dat misleiding, dubbelzinnigheid en de ermee gepaard gaande problemen voor de oordeelsvorming in het hele stuk een centrale rol spelen. Dat laatste is zeker juist. De oplichter Jerolimo fungeert als een katalysator in een proces dat in de eerste plaats de stuitende naïveteit van de Amsterdammers voor het voetlicht brengt. De bedriegerij van deze bankroetier die danig in het nauw zit en dus wellicht niet valt onder de in Bredero's voorrede scherp veroordeelde ‘geen-noot-hebbende-moetwillige Banckeroetiers’, wordt daarentegen nogal mild getekend. De waarde van het stuk ligt dan volgens Van Stipriaan ‘enerzijds op het niveau van reflectie op de schijnheiligheid en andere vormen van dubbelzinnigheid als opstap naar behoedzame wijsheid, anderzijds op het niveau van de vermakelijke kluchtigheid als heilzame verkwikking voor gemoed en geest’.Ga naar voetnoot* Het kan niet anders of hij veronderstelt voor het eerste niveau een goede, intelligente lezer. Nu weten we van de feitelijke receptie van literatuur uit de zeventiende eeuw bijzonder weinig af. Of het toneelpubliek van die tijd (mensen die in Bredero's eigen woorden ‘meestendeel meer met boefachtighe potteryen [schelmse grappen], als met gheestighe Poeteryen zijn vermaackt’Ga naar voetnoot†) tot de door van Stipriaan veronderstelde subtiliteit in staat was, valt echter te betwijfelen. Dit publiek was, zo is naar aanleiding van Moortje al aangehaald, gewend aan het verkondigen van morele waarheden door toneelfiguren. Kunnen we dan bij Bredero een intentie aannemen die aan die gewenning geheel voorbijgaat en die uitsluitend een elite van goede verstaanders voor ogen heeft? Van Stipriaan lijkt die mening toegedaan: hij acht de ‘gangbare opvatting dat Bredero via zijn personages moralisme bedrijft, [...] niet houdbaar’. Bredero zou volgens hem in zijn woord vooraf laten doorschemeren dat ‘de Spaanschen Brabander als satire of moralisme gelezen kán worden, maar dat dit niet het juiste spoor

[pagina 410]
[p. 410]

is’.Ga naar voetnoot* Daarmee lijkt mij een interessante zienswijze te veel verabsoluteerd te worden. Naar mijn mening kan de Spaanschen Brabander ook als een zedenspiegel gezien worden, en werd het stuk in Bredero's tijd zeker mede zo gezien. Tot de aantrekkelijkheid van Bredero's meesterwerk behoort in mijn opinie juist de bijzondere gelaagdheid van het werk die uiteenlopende perspectieven toelaat. En dat kan de aantrekkelijkheid van dit stuk voor de moderne lezer alleen maar vergroten.

voetnoot*
Brumble 1976.
voetnoot†
Bredero 1974, p. 89.
voetnoot‡
Bredero, Spaanschen Brabander, 1968, p. 17.
voetnoot*
Zie over herkenning als komisch procédé Van den Bergh 1972, hoofdstuk vii.
voetnoot†
Bredero 1974, p. 24-25.
voetnoot‡
Zie Van Stipriaan, Leugens en vermaak, 1996 en zijn artikelen in Kort Tijt-verdrijf (1996) en in Nederlandse letterkunde 2 (1997).
voetnoot*
Van Stipriaan, ‘De Spaanschen Brabander, een kluchtig spel’, 1997, p. 60.
voetnoot†
Bredero in de Voor-reden van zijn Rodd'rick ende Alphonsus (Bredero 1968, p. 75).
voetnoot*
Van Stipriaan, ‘De Spaanschen Brabander, een kluchtig spel’, 1997, p. 60 en p. 59.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken