Moortje en Spaanschen Brabander
(1999)–G.A. Bredero– Auteursrechtelijk beschermd
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 293]
| |
Derde deelEerste uytkomen
robbeknol
Men seyt, die wel drinckt, slaept wel, en die wel slaapt, en doet gheen sonden,Ga naar voetnoot956
En die geen sonden doet, die wort sluytelick salich gevonden,Ga naar voetnoot957
Maer ick heb wel gheslapen, en eens ghenoech gebanckt,Ga naar voetnoot958
Dan ick heb mijn gelucksalicheyt noyt noch seer bedanckt.Ga naar voetnoot959
960[regelnummer]
Wat loopt een mensch op aarde verscheyden avontueren?Ga naar voetnoot960
Wat moetmen al kommerkans en ongemacks besueren?Ga naar voetnoot961
Weet dit niemant niet? Die vraechtet, die vraechtet mijn,Ga naar voetnoot962
Die alleen weet en proef wat wy onderworpen zijn,Ga naar voetnoot963
Door de versochtheyt van de ramp by my gheleden,Ga naar voetnoot964
965[regelnummer]
Van hongher en van dorst, en meer ellendicheden,
Van swerven gints en weer by vyant en by vrient,Ga naar voetnoot966
Wat sonderlingher volck soo heb ick oock ghedient?Ga naar voetnoot967
Wat Meester dat ick kreegh, hy was suynich en spaarich,
En d'een was altijdt meer als d'ander vreck en kaarich,
| |
[pagina 294]
| |
970[regelnummer]
En nu heb icker een die gheeft-men spijs noch broot,Ga naar voetnoot970
Maer die ick self de kost te gheven ben van noot,Ga naar voetnoot971
Nochtans heb ick hem lief, want siet daar staat geschreven,Ga naar voetnoot972
De geen die niet en heeft, die kan oock niemant geven,Ga naar voetnoot973
En of ick schóón ghebreck op 't alderhóóchste lee,Ga naar voetnoot974
975[regelnummer]
So had ick steets met hem noch medelijden mee.Ga naar voetnoot975
Daer is den armen bloet stracx in zijn hempt ghelóópenGa naar voetnoot976
Hier achter op 'tghemack. Ick moet zijn Buyl eens stróópen,Ga naar voetnoot977
En snoff'len die eens deur, so raeck ick uyt 'tvermoen.Ga naar voetnoot978
Holla! ick most in zijn broeck eens gauw huyssoeckingh doen.
980[regelnummer]
Nu in zijn wambesje, en nu eens in zijn mouwen,Ga naar voetnoot980
Gants doot! ick heb de beurs, zy heeft wel duysent vouwen,Ga naar voetnoot981
Dits niet, niet, niet, niet, niet, niet, niet, nichil is hier meest,Ga naar voetnoot982
Het schijnt datter geen gelt in lang in is gheweest.Ga naar voetnoot983
Och dits een armen droes! Voorwaar hy is rechtvaerdich,Ga naar voetnoot984
985[regelnummer]
Om zijn armoede, mijn meedoogentheyt wel waerdich,Ga naar voetnoot985
Maar ick haat wel met recht mijn blinde gierighe Miester,Ga naar voetnoot986
En die ongheluckighe en nauw ghesette Priester.Ga naar voetnoot987
Den een die kreegh de kost waer dat ick hem voor gongh,Ga naar voetnoot988
En d'ander kreegh de winst van mijn gheleerde tongh,Ga naar voetnoot989
| |
[pagina 295]
| |
990[regelnummer]
En lieten my daar toe van scharpen hongher sterven.Ga naar voetnoot990
Ick sal (dat kenne Godt) gheen Hof-joncker sien swerven,Ga naar voetnoot991
Of ick sal dencken stracx, wanneer hy mijn ontmoetGa naar voetnoot992
Het gaat de kalis alst myn arme meester doet,Ga naar voetnoot993
Die ick doch liever dien met zijn behoefticheden
995[regelnummer]
Als d'andere, en dat om mijn voorgaande reden.Ga naar voetnoot995
Maer een dingh wild' ick wel, dat hy kende sijn staat,Ga naar voetnoot996
En dat hy niet en gingh so trotsch ghelijck hy gaat.
Dan 'tschijnt wel tis een wet die stip werdt onderhouwenGa naar voetnoot998
By het Brabantsche Volck, so Mannen oock als Vrouwen,Ga naar voetnoot999
1000[regelnummer]
Al dat verlóópen goet sijn al Joffers en Monseurs,Ga naar voetnoot1000
Al hebben sy (als ick) gheen penningh inde beurs.
De Heer die wilt versien, eer sy ons oock verderven;Ga naar voetnoot1002
Of sy sullen, soo 'k vrees, noch in die sonden sterven.
Nu ick wil binnen gaen, eer dat hier komt mijn Heer,Ga naar voetnoot1004
1005[regelnummer]
En vouwen daer de beurs in duysent ployen weer.
| |
[pagina 296]
| |
Derde bedrijf. Tweede uytkomen
Jan. Andries, en HarmenGa naar voetnoot+
jan
Bon'sjours, wat roester? wat nieuws Andries en Harmen?Ga naar voetnoot1006
andries
'tGaet so wat heen, maer niet alst hoort, het Lant is vol allarmen,Ga naar voetnoot1007
De een wil ons hier, en d'ander daer op 'tlijf, ó dit is quaat werck,Ga naar voetnoot1008
Daar toe inlandtsche twist, en scheuringh van de kerck.Ga naar voetnoot1009
1010[regelnummer]
Als de Kickvors ende Muys dus t'samen hassebassen,Ga naar voetnoot1010
So mocht de kuycken-dief wel schielijck haar verrassen.Ga naar voetnoot1011
harmen
De saacken vande werelt die gaan wat wispeltuur,Ga naar voetnoot1012
jan
Wat schaat dat Harmen voor u? 'tghelt u de Waghen-huur,Ga naar voetnoot1013
Jy bint van Twent en Drent op een stroowis komen dryven.Ga naar voetnoot1014
harmen
1015[regelnummer]
Maar dat is niemendal, ick ben so goet als jy met u vyven,Ga naar voetnoot1015
Ick heb hier meer ghebrocht als jy, verstaeje dat Jan?
Ghy quaamter met u kaale gat, en ick hadt mijn klieren an.Ga naar voetnoot1017
| |
[pagina 297]
| |
andries
Dats waar, al wel betaalt, wil jy met de vreemde gecken,Ga naar voetnoot1018
Dat sou ick en sommighe mijn wel dapper antrecken.Ga naar voetnoot1019
1020[regelnummer]
O lieve Jan hadden wy't en een ander niet ghedaan,Ga naar voetnoot1020
Het sou hier moghelijck nerghens na so wel niet gaan.Ga naar voetnoot1021
jan
So qualijck niet, seght so, want met de waar van buytenGa naar voetnoot1022
So kreghen wy int Landt veel afgherechte guyten,Ga naar voetnoot1023
Want dat ons is ghebrocht, of datter is gehaalt,Ga naar voetnoot1024
1025[regelnummer]
Dat is (Godt betert) hier te kostelijck betaalt:Ga naar voetnoot1025
D'ouwde eenvoudicheyt daar wy soo veel van spreeckenGa naar voetnoot1026
Quam door het nieuw bedroch wel haest den hals te breecken,Ga naar voetnoot1027
Waar is nu dat ghelóóf en die Hollandtsche trouw?Ga naar voetnoot1028
Die is soo ver van honck voor diese soecken souw.Ga naar voetnoot1029
1030[regelnummer]
Doen was een wóórt, een wóórt, nu moetmen listich schryven,Ga naar voetnoot1030
In dien men wil bewaert voor lóóse lidsers blyven.Ga naar voetnoot1031
andries
Wie brocht hier de neeringh en kóóphandel als wy?
jan
Wie brocht hier de valscheyt en boevery als ghy?
harmen
Wie brocht hier de scherpheyt in u onbeslepen sinnen?Ga naar voetnoot1034
jan
1035[regelnummer]
Wie brocht hier de bóósheyt om onse deucht te winnen?Ga naar voetnoot1035
Wanneer ick dit gedenck in waarheyt, soo dunckt mijnGa naar voetnoot1036
| |
[pagina 298]
| |
Dat wy noch verre an de quaatste kóóp noch zijn.Ga naar voetnoot1037
En wat Wissel dat wy met vreemdelinghen sluytenGa naar voetnoot1038
Soo weten sy altijdt de Burgers wel te snuyten.Ga naar voetnoot1039
harmen
1040[regelnummer]
Het spul dat heet siet toe, maar alsment wel besiet,Ga naar voetnoot1040
De Hollanders en zijn op var de beste niet.Ga naar voetnoot1041
andries
Het moet al duyster zijn daar dat volckje sal dwalen.Ga naar voetnoot1042
Gants lichters dat ick mocht, ick souwje wat verhalen.Ga naar voetnoot1043
jan
Andries praat soo gaarn van alle menschen quaat.
andries
1045[regelnummer]
En om een loghen Jan soo weetje lydich raat.Ga naar voetnoot1045
harmen
Wel ick bedingh dat wy onder ons drien sprekenGa naar voetnoot1046
Eerbare wóórden, en van allemans ghebreken,Ga naar voetnoot1047
Doch of ick wat vertrock, niemant en treckt hem an,Ga naar voetnoot1048
Maar lacht, en denckt hy mient voor my een ander man.Ga naar voetnoot1049
jan
1050[regelnummer]
Wel sullen wy dan quaat van al de luy versinnen,Ga naar voetnoot1050
Soo isset best dat wy van ons selven eerst beginnen.Ga naar voetnoot1051
harmen
Dats waar, dats recht, maar Jan 'tis yegelijck bekent,Ga naar voetnoot1052
Dat ghy een snuyver en een groote dronckert bent.Ga naar voetnoot1053
| |
[pagina 299]
| |
jan
Dat lieghje niet Harmen, maar ick en smijt gheen vrouwen,Ga naar voetnoot1054
1055[regelnummer]
Men weet wel wat voor huys dat ghy hier plech te houwen,Ga naar voetnoot1055
En is hier een hylick te roffen in de Stadt,Ga naar voetnoot1056
Daar heb ghy Andries het makelgelt of gehadt,Ga naar voetnoot1057
En wasser een banckeroet dat wist ghy juyst te maken,Ga naar voetnoot1058
Maar daarom hiet ghy oock de voorspraack van qua saken.Ga naar voetnoot1059
andries
1060[regelnummer]
Also; laat ommegaan, soo krijcht mijn vaar oock wat,Ga naar voetnoot1060
Hoe langh ist wel gheleen dat ghy de pocken hadt?Ga naar voetnoot1061
Dats nou al eveliens, doen ghy soo slinger-biende.Ga naar voetnoot1062
harmen
Met die kaars ist achthien. Elck bidt hier voor sijn vrienden,Ga naar voetnoot1063
Waar bleef het kleyne kijnt van u Suster de Non,Ga naar voetnoot1064
1065[regelnummer]
Die by nacht soo fijntjes by Heeróóm lóópen kon?Ga naar voetnoot1065
jan
Verklaart hier eens Harmen voor dese goede mannen,Ga naar voetnoot1066
Waarom datje bent te Ditmars uytghebannen,Ga naar voetnoot1067
Dat was niet om u deucht?Ga naar voetnoot1068
harmen
Hola Jan dat is te hóóch,
Hoe na mienje begut dat ick dan niet en dóóch?Ga naar voetnoot1069
| |
[pagina 300]
| |
1070[regelnummer]
Neen bylo praat soo niet, want ick ben vanden vroomen.Ga naar voetnoot1070
andries
Vroomen? ghy slacht de stronckt ghy benter afghekomen.Ga naar voetnoot1071
O lieve man men kan jou wel, en jou gheslacht,Ga naar voetnoot1072
Wie isser toch die jou of die de jouwen acht?
harmen
Ja, acht oft niet gheacht, daer leyt niet an bedreven,Ga naar voetnoot1074
1075[regelnummer]
Mocht ick met elcken kint een tonne Gouts maar gheven,Ga naar voetnoot1075
Ick wed dat ick eer langh oock op het kussen sat,Ga naar voetnoot1076
En dat de best van al my om mijn dochter badt,Ga naar voetnoot1077
Men weet het hedensdaags soo abel te besteken,Ga naar voetnoot1078
Elck soeckt de slechte luy soo deg'lijck te bepreken,Ga naar voetnoot1079
1080[regelnummer]
En al waren d'Amsterdammers niemendal graagh,Ga naar voetnoot1080
Soo souwer wel een Zeeuw, of een van 'sGraven-haagh,
Hoe wel dat sy niet veel van de Koeckeeters houwen,Ga naar voetnoot1082
Alsoo een macke moer minnelijck garen trouwen,Ga naar voetnoot1083
Alsser maar gelt en was, 'tis nu een ander tijdt,Ga naar voetnoot1084
1085[regelnummer]
Al waar ick Turck of Jood ick worde wel ghevrijdt.Ga naar voetnoot1085
jan
Ghy secht de waarheyt, maar men macht somtijts niet seggen,
Want daar is een volckje die wetent so uyt te legghen,
Dattet sondt en schandt is, ick hebbet self besochtGa naar voetnoot1088
Aan dinghen, die ick van mijn leven niet en docht,Ga naar voetnoot1089
| |
[pagina 301]
| |
1090[regelnummer]
Lijdt en mijdt, swygen best, soo hoeftmen niet te sorgen.Ga naar voetnoot1090
harmen
Secht ons Andries wat nieuws hebben wy van den morgen?
Wat isser ommegaen, gisteren of te nacht?Ga naar voetnoot1092
Isser niemant ghequetst, gevangen of verkracht?
Geroesmoest, geranckoolt, noch glasen uytgesmeten?Ga naar voetnoot1094
1095[regelnummer]
Ghy bent een man die alle dingh eerst pleech te weten,Ga naar voetnoot1095
Ghy bent des morgens vroech voor dach al op de brugh,Ga naar voetnoot1096
Daar neem jy de tijngjes uyt de nest eer sy zijn vlugh.Ga naar voetnoot1097
andries
Maer Jan, ick heb ghehóórt en oock van daagh vernomen,Ga naar voetnoot1098
Datter goet excellent Engels Bier is ghekomen:
1100[regelnummer]
En gister avondt laet isser een jonghe meyt,
Op de Haerlemmer dijck van een knoet neereleyt.Ga naar voetnoot1101
jan
Knoet? van een Westfaeling, zoo heb ick hóóren spreken.
andries
O bloedt krijcht hem de Schouwt, dat wil hem suur opbreken.Ga naar voetnoot1103
harmen
Al kreegh de Schouwt hem al, hy maackten dat wel of.Ga naar voetnoot1104
jan
1105[regelnummer]
Het Hof Provinciaal krijght selden daar yet of.Ga naar voetnoot1105
andries
Een Meyt neergheleyt? foey! dat hoorden ick noyt segghen.Ga naar voetnoot1106
| |
[pagina 302]
| |
De droes, wat schelm is dat? een Meyt neer te legghen?Ga naar voetnoot1107
harmen
Och lieve Andries Oom dat gheschiet nu zoo veul.Ga naar voetnoot1108
jan
't Is ghebeurt van een hals-Heer van Haarlem, de Beul,Ga naar voetnoot1109
1110[regelnummer]
Schoppen ien oogh: op een rat moet hy rusten.Ga naar voetnoot1110
andries
Of an een diefsche gallich, na zijn eyghen lusten.Ga naar voetnoot1111
Melis mal-mongt het gisteren een kóóntjen e hadt.Ga naar voetnoot1112
En ongse Jan die kreegh het luyer an zijn gat.Ga naar voetnoot1113
Dirck het Elsje sulcke ontyghe stucken verweten,Ga naar voetnoot1114
1115[regelnummer]
Ick segje dat, een hongt en souwer niet of eten:Ga naar voetnoot1115
En sy sprack hem weer toe, aars noch aars ofs'em vong.Ga naar voetnoot1116
Dat Wijf het de nicker of zijn speulnoot in heur tong.Ga naar voetnoot1117
Joost Dircksz is van daagh na Vlaand'ren ghevaren,Ga naar voetnoot1118
En zijn buyr-vryer Klaas die sal zijn Wijf bewaren,Ga naar voetnoot1119
1120[regelnummer]
En sluyten het voorhuys te deghen na sijn sin,Ga naar voetnoot1120
So komter niemandt vreemts by nacht of onty in.
O 'tis een veersient man, hy weet dat wel van buyten,Ga naar voetnoot1122
Datter niemandt in en mach als Klaas de Poort wil sluyten.Ga naar voetnoot1123
Och de voorsichticheyt is wel een gróóte deucht,Ga naar voetnoot1124
| |
[pagina 303]
| |
1125[regelnummer]
Sulcken wijsheydt was hy al in syn jonghe jeucht.Ga naar voetnoot1125
Warenar het syn pleyt en 'tgroote recht verlooren.Ga naar voetnoot1126
En met Gran marchand daer staetet qualijck gheschoren.Ga naar voetnoot1127
En Hillebrant Droochnap die het een sulvere schaalGa naar voetnoot1128
Van dese nacht versoent an Elsgen en Pruys-aal.Ga naar voetnoot1129
1130[regelnummer]
Dorst'ghe Dirckje die wil sijn ghelt niet verspeulen,
Maar wel verquans'len hier aan een malle meulen.Ga naar voetnoot1131
Dat kleyne Mannetgen dat op d'execusy lóópt,Ga naar voetnoot1132
En de plockjes haalt op d'Erf-goet dat men verkóópt,Ga naar voetnoot1133
Bleef gister-avont an een gróót huys hanghen.Ga naar voetnoot1134
1135[regelnummer]
En Jan de Pypestelder is vande Ratel-wacht ghevanghen,Ga naar voetnoot1135
En Harmen de raser is van kranck-hooft ghequest.Ga naar voetnoot1136
En ons aller Hans Jongh is verlooft an een ouwe Best.Ga naar voetnoot1137
En Broer Karnelis is getrout an een Waterlantse Tuytmeyt,Ga naar voetnoot1138
Maer sy wil hem niet, nu sy hoort dat hy sijn ayeren uyt-leyt.Ga naar voetnoot1139
jan
1140[regelnummer]
Andries jy weter of, waar haaljet al van daan?Ga naar voetnoot1140
Ick lóóf niet of ghy moet onder en boven d'aarde gaan.Ga naar voetnoot1141
| |
[pagina 304]
| |
harmen
Wel wat hóór ick daar? wel wat wil dit wesen?Ga naar voetnoot1142
andries
Het is de Ste-klock wis, men salder wat of-lesen.Ga naar voetnoot1143
robbeknol,
met een heel deel jacht van volckGa naar voetnoot+
Het Volck loopt na den Dam, wel wat of dat beduydt?
1145[regelnummer]
Daer sal Justicy schien, want de Ste-klock die luyt,Ga naar voetnoot1145
Daar moet ick me na toe, en siense wat of-smeeren,Ga naar voetnoot1146
Maar ofmense kastijt, selden sy haar bekeeren.Ga naar voetnoot1147
De kussens raken uyt: daar is men Heer de SchouwtGa naar voetnoot1148
Met de Secretaris, siet dat jy de mont wat houwt.Ga naar voetnoot1149
(1)Alsoo myne e.e. Heeren vanden Gherechte der Stede Amstelredam: Aan-Ga naar voetnoot(1)(2)ziende het groote bedroch en toeloop der stercke luye ledichgangheren,Ga naar voetnoot(2) (3)vagebonden, onnutte bedelaren en menichte der vreemde armen, waerGa naar voetnoot(3) (4)onder sich oock verschuylen en behelpen, verspieders, nacht-roovers en-Ga naar voetnoot(4)(5)de dieven, om wekker verraet, dief-stal, ende plonderingh, als oock deGa naar voetnoot(5) (6)Godloosheden van tuysschen, spelen, vechten, droncke drincken en hoer-Ga naar voetnoot(6)(7)dom te vermyden: mitsgaders de weynich voorraets van kooren, endeGa naar voetnoot(7) (8)d'apparency van dien, en de dierte die consequentelijck vallen moet totGa naar voetnoot(8) (9)groote beswaarnisse der Ghemeynte, ende tot verkortinge van onse eygenGa naar voetnoot(9) (10)rechte behoeftighe. So ist dat myne e. voornoemde Heeren hebben gheor-Ga naar voetnoot(10) | |
[pagina 305]
| |
(11)donneert, en gestatueert; als sy ordonneren en statueren expresselijck byGa naar voetnoot(11) (12)desen, dat nu voortaan gene Bedelaars, Landtloopers, Bayert-boeven,Ga naar voetnoot(12) (13)Troggelsacken, Huykevaken, 't sy oudt ofte jong, blint, kreupel, manck,Ga naar voetnoot(13) (14)melaats, ofte anders, en sullen moghen ommegaan, omme de AalmoessenGa naar voetnoot(14) (15)te vergaderen, op Marcten, Bruggen, voor Kercken, Poorten, hoeckenGa naar voetnoot(15) (16)van straten: maar dadelick te vertrecken, op peene van openbaarlick ge-Ga naar voetnoot(16)(17)schavotteert ende strenghelick ghegheesselt te werden. Ghebieden oock (18)myne e.e. Heeren dat niemant hem vervordere de Sergianten, Provoos-Ga naar voetnoot(18)(19)ten, en opsienders, die tot sulcken eynde sullen verkooren worden,Ga naar voetnoot(19) (20)eenighe mollesten, ghewelt ofte verhinderinghe te doen in't executeren enGa naar voetnoot(20) (21)'t apprenderen der moetwillighe luye boeven en leechloopers, op peeneGa naar voetnoot(21) (22)als boven. Voorts dat alle rechte Armen sullen gehouden wesen haarGa naar voetnoot(22) (23)namen, staet ende woonplaetse aen te gheven aende Vaders daer toe ghe-Ga naar voetnoot(23)(24)stelt, om de waerheydt daer van te vernemen, ende des noodt zijndeGa naar voetnoot(24) (25)bequamelijck inne te versien:Ga naar voetnoot(25)
(26)Aldus gedaen by de Raden deser stede: Actum den 18 Meert.Ga naar voetnoot(26) (27)Presentibus mijn Heer de Schout, ende al de Schepenen.Ga naar voetnoot(27)
(28)Brederood.Ga naar voetnoot(28) | |
[pagina 306]
| |
Andries. Jan. Harmen
andries
1150[regelnummer]
Wat duncktje daar of Jan, is dat niet wel bedocht?Ga naar voetnoot1150
jan
Daer is in langhen tijdt gheen beter werck ghewrocht.
harmen
Ja hoewel datmen doet noch salt yemant berespen.Ga naar voetnoot1152
andries
Ja wien? een deel ghespuys van fielen, schudden, wespen,Ga naar voetnoot1153
Of ander gorlegoy van onschamel gheboeft.Ga naar voetnoot1154
harmen
1155[regelnummer]
Neen van eerelijcke lien die d'arremoed' bedroeft.Ga naar voetnoot1155
jan
Te beter ist voor haar die hier rampsalich leven,Ga naar voetnoot1156
Indien sy haar ghebreck en commer maar angheven:Ga naar voetnoot1157
Men salder in versien, 'tis goedt na mijn verstandt;Ga naar voetnoot1158
So bantmen voegelijckst, de schelmen uyt het Landt.Ga naar voetnoot1159
andries
1160[regelnummer]
Als men den armen dus sou over al versenden,Ga naar voetnoot1160
Werwaerts so souden sy int leste dan be-enden?Ga naar voetnoot1161
jan
Daar laat ick heur voor sien, hoe spreeckt ghy heur so veur?Ga naar voetnoot1162
Hoe nae vrees je dat ghy oock stracx sult moeten deur?Ga naar voetnoot1163
De luy die werden moe van dus en so veel ghevens,Ga naar voetnoot1164
1165[regelnummer]
Sy verluyen daar op die Jottoon en kromstevens;Ga naar voetnoot1165
| |
[pagina 307]
| |
Sy zijn de óórsaack van der rechter armen nóót,
Die treurichlijck verkoopt zijn schaamt om wat dróóch bróót.Ga naar voetnoot1167
En onder alle die de huyssitten hier spysen,Ga naar voetnoot1168
En suldy gheen twintich Burghers kinderen wysen.Ga naar voetnoot1169
1170[regelnummer]
Haar hert is haar te gróót. Maer Moffen, Poep en knoetGa naar voetnoot1170
Dat syn troggelaars tot bedelen opghevoet;Ga naar voetnoot1171
Dat bewijst de Rietvinck, en noch de ouwe Wael // uyt:Ga naar voetnoot1172
Maar de Haarlemer-dijck, o bloedt! die levert ael // uyt:Ga naar voetnoot1173
Wat woont daar een ghesnor van Volck van wijt en sijt,Ga naar voetnoot1174
1175[regelnummer]
Daar is nauwlijcx een dach datmer niet vecht en smijt.Ga naar voetnoot1175
Wat comter vrydaachs en gherit ter poort indringhen,Ga naar voetnoot1176
Van revelduytsche en van vreemde hommelinghen,Ga naar voetnoot1177
Al ghesonde wyven, met besieckte doecken om,Ga naar voetnoot1178
By hiele vaendels vol, doch met een stille Trom,Ga naar voetnoot1179
1180[regelnummer]
De Nieuwendijck langhes, en voort door alle straten,
Het volck is hier goedt gheefs, 'tblijckt an haar karitaten,Ga naar voetnoot1181
Elck werpt zijn aalmoes wech, want is het niet van 't malGa naar voetnoot1182
Dat men lieden gheeft die 'tverkaetsen met de bal,Ga naar voetnoot1183
Sundaechs 's morghens voor de poort, of daar yewers buyten?Ga naar voetnoot1184
| |
[pagina 308]
| |
1185[regelnummer]
Of verdobb'len met rabauwen en met guyten?Ga naar voetnoot1185
Of ver-evenhoutent, of hutselen met mekaar?Ga naar voetnoot1186
Of int kuyltje, of opschieten, of lechtseme daar?Ga naar voetnoot1187
Wat voordeel doet haar 'tghelt? niet al zijnt kop're duyten,Ga naar voetnoot1188
Men sieter bloetstortingh en doodtslaghen uyt spruyten,
1190[regelnummer]
Ja móórt en dievery: En wordense ghevat
Van Schouten dienders of Soldaten van de Stadt,Ga naar voetnoot1191
En raken sy int gat, so sullen de vis-wyvenGa naar voetnoot1192
Dit eerloose volck noch voorspreken en voorschryven,Ga naar voetnoot1193
Of 'trecht dat wort door 't ghelt gheblintdoeckt en verdreyt,Ga naar voetnoot1194
1195[regelnummer]
Door den yver van haar sotte barmherticheyt;Ga naar voetnoot1195
En noch en mach men niet op dit misbruyck eens schempen,
Noch schrollen op die gheen die 'tghelt onnut verslempen,Ga naar voetnoot1197
En laten wijf en kint in commer en in rouw
Daar men het vlytich voor den noot bewaren souw.Ga naar voetnoot1199
1200[regelnummer]
O kon den Overtoom of de Kathuysers spreken,Ga naar voetnoot1200
Of Sloterdijck: wat souwer een bommel uyt-breken.Ga naar voetnoot1201
andries
De Arrebeyers en de Draghers ande straat,Ga naar voetnoot1202
Dat is een volckjen dat haar op den dronck verstaat:Ga naar voetnoot1203
Wat duncktje byget Jan, en zijnt gheen leck're boeven,Ga naar voetnoot1204
| |
[pagina 309]
| |
1205[regelnummer]
Die niet van waar 'tbier is, maar van wat merck is, konnen proeven?Ga naar voetnoot1205
harmen
Sy benaerstighen steets de middelen van 't Landt.Ga naar voetnoot1206
andries
Sy benaarstighen steeds haar eyghen sond en schandt:
Sy misbruycken den dranck en oock de goede suyvel:Ga naar voetnoot1208
Sy vorderen het Landt, hoe? sy vorderen de duyvel,Ga naar voetnoot1209
1210[regelnummer]
Sy helpen de Schoyer en Sluycker wel an ghelt:Ga naar voetnoot1210
Maar dat baat het Landt noch Pachter niet een spelt.Ga naar voetnoot1211
Wat Boeren datter zijn, worden sy medestander,Ga naar voetnoot1212
Den eenen fiel die sal 't dan stelen van den ander:
Maar dese Brouwers, of de ghene die 't beschoyt,Ga naar voetnoot1214
1215[regelnummer]
Of die het sluycken 'snachts, sy blyven noch beroyt.Ga naar voetnoot1215
Behalven de kóópluy die eerlijck willen schynen,Ga naar voetnoot1216
Die Kelders verhuuren an Frans en Rijnsche Wynen,Ga naar voetnoot1217
En halen door een deur somtijts een vaatjen Wijns,Ga naar voetnoot1218
En steelen jaar op jaar also den Heer het sijns.Ga naar voetnoot1219
1220[regelnummer]
So daar de Magistraat niet beter op wil letten,Ga naar voetnoot1220
So sullen sy het Landt dapper ten achter setten.Ga naar voetnoot1221
Daar zijn Wijnkóópers die oock setten een ghelach,Ga naar voetnoot1222
En draghen stoutelijck een heele nacht en dach:Ga naar voetnoot1223
| |
[pagina 310]
| |
En hadden sommighe haar handen recht ghehouwen,Ga naar voetnoot1224
1225[regelnummer]
Sy souwen in so kort gheen groote huysen bouwen.Ga naar voetnoot1225
De vromen kijcken toe, en sien dit an met leet,Ga naar voetnoot1226
Haar Neringh werdt verkort, ghelijck men siet en weet.Ga naar voetnoot1227
Waerachtich 'tis al laat, ick wil nu t'huys gaan eten.
harmen
Ick heb oock etens lust, want ick heb niet ontbeten.
robbeknol
1230[regelnummer]
O bloedt! nu machmen sien de vasten van ons huys,Ga naar voetnoot1230
En d'inwoonders zijn zoo stil, zoo stil als een muys,
Wy spreken niet een woort, zoo seer zijn wy bedroeft,
Niemant weet vande noot, dan diese treurich proeft.Ga naar voetnoot1233
Wat raat gaat mijn doch an? och ick kan niet versinnenGa naar voetnoot1234
1235[regelnummer]
Waar mede dat ick best de schaam'le kost mach winnen:
Maar noch ben ick zoo seer beladen niet met mijn,Ga naar voetnoot1236
Als ick nu met mijn Heer bewoghen wel moet zijn,
Waar sal hy armen man van nu voortan of leven,Ga naar voetnoot1238
Hy heeft noch gelt noch panckt en niemant sal hem gheven:Ga naar voetnoot1239
1240[regelnummer]
Maer 'k weet niet hoe ick 't heb, het schijnt alliens byget,Ga naar voetnoot1240
Of mijn Joncker nimmer gheen hongher schier en het,Ga naar voetnoot1241
Ick weet niet wat hy eet, noch ick kan niet bedencken,
By wie dat hy mach gaen, die hem het Noenmael schencken.Ga naar voetnoot1243
Of leeft hy by de wijnt ghelijck het Kameljoen?Ga naar voetnoot1244
1245[regelnummer]
En nietemin alsmen hem siet komen op de noen,Ga naar voetnoot1245
Soo steeckt hy op zijn hóóft so rustich over enden,Ga naar voetnoot1246
Ghelijck een wack're wint van schóóne swacke lenden.Ga naar voetnoot1247
| |
[pagina 311]
| |
Robbert nu is het tijdt dat ghy middel versiert,Ga naar voetnoot1248
Gheen beter als mijn ampt dat ick jongh heb gheliert,Ga naar voetnoot1249
1250[regelnummer]
Ick wil mijn Evenjely gaen halen uyt de hoecken,Ga naar voetnoot1250
En gaene by de buurt mijn broot met eeren soecken,
Trijn Snaps. Els Kals. Jut Jans. Spinsters
trijn
Dat roert jou niet, hoor je dat wel? Jan kurckevaer,Ga naar voetnoot1252
Jou Wijf mach een Hoer wesen, of jou dochter, of jou snaar:Ga naar voetnoot1253
Loopt heen ghy hoere-dop, ghy gatvinck by jou wortel-teef,Ga naar voetnoot1254
1255[regelnummer]
Ghy hebt gróót geluck malle pis-dief dat ickje backhuys niet an mortel wreef,Ga naar voetnoot1255
Ick ben een Vrouw met eeren, en so goet as jy of mijns gelijck,Ga naar voetnoot1256
Wat rijtmen dese rekel, de duyvel dienje binje rijck.Ga naar voetnoot1257
Is mijn man een veughel? jy selt jou mont beteughelen,Ga naar voetnoot1258
Komter uyt, hebjet hart, jy schrobber, ick selje lieren veughelen:Ga naar voetnoot1259
1260[regelnummer]
Jy selt niemandt veughel hieten, Jan hanghgat, verstaje dat,Ga naar voetnoot1260
Of blaest hem ierst een pont veren: de rest in 't Sout-vat.Ga naar voetnoot1261
Ick seght noch eens op mijn burgherschop, jy selt niemant veugel heten,Ga naar voetnoot1262
| |
[pagina 312]
| |
Of jy sult ierst, walbarcken aensicht, van sijn eyeren eten,Ga naar voetnoot1263
So siet. Ick sel jou dat veughelen noch kornen uytje gat,Ga naar voetnoot1264
1265[regelnummer]
Isser by gans wongden anders maer recht inde stadt,Ga naar voetnoot1265
Komt enreys voor den dach hontsklink! komt eens uyt de koocken,Ga naar voetnoot1266
Al het mijn man in zijn jeucht enreys een huys oppe broken,Ga naar voetnoot1267
Wat schaat dat? dat schaat niet, al even goet vrient.
Al is hy enreys e giesselt en e brantmerckt hy haddet verdient,Ga naar voetnoot1269
1270[regelnummer]
Ick wetet also wel als jy, dat ick jong voor Hoer liep,
Al was ick jong ick was so wijs dat ick niet om mijn moer riep,
Ick was om mijn veertien jaer al mans genoch voor en man,Ga naar voetnoot1272
En of ick niet deugen wil, wat hondert guldelingen gaat 't jou an.Ga naar voetnoot1273
els
Nou Trijntje nou, nou, 'tis hoogh ghenoch 't is lang e noch gekeven,Ga naar voetnoot1274
1275[regelnummer]
Het hy watte seyt, 'tis hem leet, men moet vergeten en vergeven.Ga naar voetnoot1275
Hy is best die best doet, weetje niet een Hoer is een vrouwe naam,
Die 'tniet en is en trecktet hem niet aan.Ga naar voetnoot1277
trijn
Ast is, mijn faam!
Mijn eer! mijn eer! mijn eer! mijn eer! die sal hy my verbeteren,Ga naar voetnoot1278
Of ick sel hem, sie daer, met dat mes na zijn gat veteren,Ga naar voetnoot1279
1280[regelnummer]
En of in de Stadt van Hóóren, mijn óóren staan an de kaack,Ga naar voetnoot1280
En offer mijn Vaar ghehanghen is, is dat so grooten saack?Ga naar voetnoot1281
Daar hangt so menigen vroomen man, daar leyt niet an bedreven,Ga naar voetnoot1282
| |
[pagina 313]
| |
Hy brocht hem God-danck noch selver niet om 'tleven,Ga naar voetnoot1283
Als sommighe luy. Wat gafjer wel om, waer ghyGa naar voetnoot1284
1285[regelnummer]
Noch met rabraken en met verbranden vry?
jut
Maar Trijntje wat kal is dit? wat soumen doch so kijven,Ga naar voetnoot1286
Hetty watte seyt en watte daen, 'tsal an hem selfs beklijven,Ga naar voetnoot1287
Wees ghy de quaatste niet, nou stil, weest stil mijn moer.Ga naar voetnoot1288
trijn
Wel wat duyvel het hy te seggen van mijn jongste Broer?
1290[regelnummer]
Al staat hy na 'tBeulschop, hy doetet met God en met eeren,Ga naar voetnoot1290
Mach hy alsoo wel als een aar niet en request presenteren?Ga naar voetnoot1291
Hy is een Burgers kijnt. Maer 'tHof gaater so wat me deur,Ga naar voetnoot1292
D'eene vreemdelingh of d'ander, die gaat altoos veur,
Draaght hy hem wel, het Dief-leyer-schop dat sellense hem wel beschicken,Ga naar voetnoot1294
1295[regelnummer]
Maar hy moet eerst een neerlaagh, of een maant vijf ses verklicken,Ga naar voetnoot1295
Men komter so niet an lieve moer, op en stel op en sprongh,Ga naar voetnoot1296
Of men moet vry wat voorlóóps hebben van ouwt en jongh,Ga naar voetnoot1297
Men mach segghen watmen wil, kijnts het is een eerlijck Officy,Ga naar voetnoot1298
Het is een diender van Godt en de heylighe Justicy,
1300[regelnummer]
'Tis een smeerich Ambacht waren sy wat goet spaars,Ga naar voetnoot1300
Sy mochtender hondert pont gróót op verteeren s'Jaars.Ga naar voetnoot1301
| |
[pagina 314]
| |
els
Ja seecker, dats geen kleyne maater, isser so veel me te winnen,Ga naar voetnoot1302
So geeftet me wongder, datter geen groote Kadetten Diefleyers sinnen?Ga naar voetnoot1303
trijn
Wat doeje, spinje wat? dat is seker hiel goet vlas,
1305[regelnummer]
'Tis een garentje als een sijt, wel trouwen jy spint wel ras,Ga naar voetnoot1305
Waar haalje de steentjes op de Nieuwendijck of inde Halsteegh?Ga naar voetnoot1306
Op de Luysemarckt, en op de Burgh-wal daar ist al leegh.Ga naar voetnoot1307
Wat geefjet pont? waar brengjet? of heb jy jou huysen?Ga naar voetnoot1308
Ick heb hier wat werck te heeckelen en te pluysen,Ga naar voetnoot1309
1310[regelnummer]
Heer ick kent so moytjes doen, also wel als onse Hilletjebuur,
Al seggen de luy datset puyckje, en 't ammeraaltje is van de buurt,Ga naar voetnoot1311
As ick begin, so heb ick noch niette daan, dat soumen seggen,Ga naar voetnoot1312
De heeckelsters vande varckemerct mogender heur broeck by leggen,Ga naar voetnoot1313
Ick ben al mier as mient, ick slacht Jan bruynen neus,Ga naar voetnoot1314
1315[regelnummer]
Jutje Jans met oorlof wat sinje Benist, Papist, Arminiaens, of Geus?Ga naar voetnoot1315
Wat isser nu al te doen, niet waar? met gheloofs saken?Ga naar voetnoot1316
Dat het an ons drien stong wy souwen dat hylick wel maken,Ga naar voetnoot1317
Wat noch prijs ick mijn: Ick spreeck wel een haastich woort,Ga naar voetnoot1318
| |
[pagina 315]
| |
Maar daar me ist ghedaan. Och moer ick weet hoet hoort!Ga naar voetnoot1319
jut
1320[regelnummer]
Elsje kaacks dat 't an ons stondt, wat dunckje souwt dan beter wesen,Ga naar voetnoot1320
Swijcht, swijcht om Gods wil, kijnt Heeren boecken zijn quaat om lesen.Ga naar voetnoot1321
Och dat is ons dingen niet laten wy ons moeyen met onse werck,Ga naar voetnoot1322
Elsjen kals, hebje nou een lootjen van de ouwe of nieuwe kerck?Ga naar voetnoot1323
d'Alemosseniers dielense 'sweecx wat uyt voor de arme luytjes,Ga naar voetnoot1324
1325[regelnummer]
De luy werpen nou so niet over, sy bestellent nou met duytjesGa naar voetnoot1325
Die wel eer guldens gaven, doe ginge de vaars grof,Ga naar voetnoot1326
Trouwen 'tis nou een duere tijdt, 'tmacher nou so niet of,Ga naar voetnoot1327
Kijck alle dingh is duur, maer Anne Klaas in de drie testenGa naar voetnoot1328
Die doet so veel goedts (God loontser) hier ande vesten,Ga naar voetnoot1329
1330[regelnummer]
Ghy weetet niet, hoe veel boogjes datse 's jaers wel huurt,Ga naar voetnoot1330
En daarse alle Sondags warmis, kóól, erreten en boonen stuurt,Ga naar voetnoot1331
En stockvis, en bry, och s'is so goet arms, jen hebtje leven,Ga naar voetnoot1332
Datse selfs een Rogghenbroodt was, ick lóóf niet, of sy souwer self wech gheven,Ga naar voetnoot1333
| |
[pagina 316]
| |
'Tis, 'tis dat ickje niet segghen en kan, 'tis te goethartighe wijf,
1335[regelnummer]
Sy souw verseepertjes huer hert wel duwen uyt huer lijf,Ga naar voetnoot1335
En gheven 't an een aar. Stuurdese daar gistren niet so veel lakenGa naar voetnoot1336
Datter Lobberich, Dibberich, en Gerberich een roc of souwen maken,Ga naar voetnoot1337
Sy haalden eensdaags, een gróót Linneweb uyt het middelste bom.Ga naar voetnoot1338
Wat gingse doen? maar sy dieldent daart nóót was, rustich om.Ga naar voetnoot1339
els
1340[regelnummer]
Ja sulcken ien ken icker oock, ick moeter deucht of spreken,Ga naar voetnoot1340
Och! hoe dickwils het sy wel in mijn spynt en tresoor e kekenGa naar voetnoot1341
Offer oock yet ghebrack, of watter was van nóót,Ga naar voetnoot1342
Daar kreegh ick noch flusjes een pot met botter, en een bróót,Ga naar voetnoot1343
Met een sle met turf, en een mant met spaanders, en vyventwintich eecken houten,Ga naar voetnoot1344
1345[regelnummer]
Met een kinnetje harings, en met lustich en wel ghesoutenGa naar voetnoot1345
Aal, en Labberdaan, en se het mijn kyeren gnapjes e kliedt en e riet,Ga naar voetnoot1346
En sy stuurtse int gróót schóól, 'tis van s'en leven niet e schiet.Ga naar voetnoot1347
De lesende robbeknol. Els Kals. Tryn Snaps. Jut JansGa naar voetnoot+
Uyt ist, siet daar blijf ick buur-wijfje, siet daar by dat titeltje.Ga naar voetnoot1348
trijn
Maar hoe reyn is dit ooc, komt me vaar leestmen noch een kapiteltje,Ga naar voetnoot1349
1350[regelnummer]
Jesus, Marye, maar kyeren, God segen ons, is dat Gods woort?Ga naar voetnoot1350
Ja wel Heer; ick wort schier aars, ick hebt mijn leven niet e hoort,Ga naar voetnoot1351
| |
[pagina 317]
| |
Ic ken niet een a voor een b, mijn ouwers lietent my noyt lieren,
Hoe moy leest die knecht! hoe keunent de menschen versieren?Ga naar voetnoot1353
Houw daar mijn vaar, ay lieve leest dan noch iensGa naar voetnoot1354
1355[regelnummer]
Een Evangelytje uyt de schrift, je weet wel, dats nou alliens,Ga naar voetnoot1355
Ick ben me Rooms-Katelijck, en ick gae wel in de preecken,Ga naar voetnoot1356
Maar wat ist? hier e seyt, ick macher mijn hooft niet me breken,Ga naar voetnoot1357
Of daar een Paap staat en praat int Latijn, en haaltet wel so vart,Ga naar voetnoot1358
Ick laat mijn noch staan; maar dat hyer selver in verwart,Ga naar voetnoot1359
1360[regelnummer]
Men hoort ons slecht en recht en eenvoudich te leerenGa naar voetnoot1360
Wat weet ick of mijns ghelijck van 'taalwaarich disputeren?Ga naar voetnoot1361
els
Nou mijn Ridder van 'tsint Jooris, nou mijn vryer assen man,Ga naar voetnoot1362
Leest nou en reys dat heyligje, moytjes van voorenan.Ga naar voetnoot1363
Robbeknol leest.
jut
Maar woondje daar men vaar? Heer je keunt, jy hebt wel annenomen,Ga naar voetnoot1364
1365[regelnummer]
Mijn Koningh jy moet wat dickwils, en wat mier ankomen,Ga naar voetnoot1365
Ghy komt al te luttel uyt, 'tis niemendal, hoorje dat wel.Ga naar voetnoot1366
Siet dat geef ickje, nou, neemtet vry, wat dats ien gesel,Ga naar voetnoot1367
Jy bint ien man als spec, en spec is so goet as gelt: altijt as jy komt lesen,Ga naar voetnoot1368
So sel ons eten so wel voor jou, als voor ons selven wesen,
robbeknol
1370[regelnummer]
Ick bedanekje buur-wijfjes, onse lieven Heer is het loon,
| |
[pagina 318]
| |
Die so veel menschen spijsden met vijf garsten broon.Ga naar voetnoot1371
trijn
Gaat heen mijn Engeltje, mijn snobbeltje, och! hy is so soet,Ga naar voetnoot1372
Dat jou onse lieven Heer in den Hemel halen moet,
Komt altoos an, al wast een Kaars in nacht: dat waren woorden,Ga naar voetnoot1374
1375[regelnummer]
Wat dochtje Jutje, wast anders of je een Propheet hoorde?
Ay komtme binnen, en praat wat, ick heb so moyen vier.Ga naar voetnoot1376
els
Wel an ic koomje by.Ga naar voetnoot1377
jut
Al waar ick doot so bleef ick doch niet hier.
jerolimo.
Robbeknol
Moor hoe voriabel en sunderling da 't avontuurs beloop is,Ga naar voetnoot1378
En weet niemant van ouwlien goeliens of Amsterdam te koop is?Ga naar voetnoot1379
1380[regelnummer]
Ick wilt betoolen niet op termijnen, maar met argent kontant,Ga naar voetnoot1380
Puf Koopliens, puf Mannekens ick ben de grootste van 'tLant,Ga naar voetnoot1381
En waren de Stooten niet geimpescheert met facieuse soken,Ga naar voetnoot1382
Ick sood versoecken de Haarlemmermeer drooch te moken,Ga naar voetnoot1383
Op myne kosten, ic sood doen, och joock! och Jesus joock! ba 'tJan,Ga naar voetnoot1384
1385[regelnummer]
d'Hollandsche botmuylen sien Sr. Jerolimo voor een slechthoot an,Ga naar voetnoot1385
Ja wel kijckt eens, en wordy niet sot. Waar ic te Brussel gebleven,Ga naar voetnoot1386
De Grave van Egmont had my zijn suster of zijn nicht wel gegeven,
En noch paasen dese Ollandtsche Moeyers van Amsterdam,Ga naar voetnoot1388
Dat ick kick om hoor schoon ensicht uyt Brabant quam:Ga naar voetnoot1389
| |
[pagina 319]
| |
1390[regelnummer]
Ba schaamt ou gay kladdekens, en moockt daar af geen mencyGa naar voetnoot1390
Of ken doe ou van mayn leven gheen honeur noch reverency:Ga naar voetnoot1391
En weest danckboor aan Jerolimo die hem so loogh verneertGa naar voetnoot1392
Dat hy uwe stadt door de grandese van sijn presency eert.Ga naar voetnoot1393
Ke vuyltjens, ke ne ke ne gheen lust tot houwen,Ga naar voetnoot1394
1395[regelnummer]
Al mocht ick de Princes de Koninghs Dochter trouwen.
robbeknol
Ghy hadt al groot gheluck hadje noch een Beerstekers wijf,Ga naar voetnoot1396
Ja wel dat mal sier deed jy hoefden een playster overje hiele lijf.Ga naar voetnoot1397
jerolimo
Moor Robknol sie door ons Heer doet buyten mayn hopenGa naar voetnoot1398
Zayn goeyertieren handt altans mildelijck open.Ga naar voetnoot1399
1400[regelnummer]
Goot henen op de Mert, koopt vlees, broot en fruyt,Ga naar voetnoot1400
So steken wy de rijcke liens en de Duyvel het oogh eens uyt:
En dat meer is, so wil ick dagge ou suit verblyen,Ga naar voetnoot1402
Want ick he van daach een ander huys ghehuert veer besyen,Ga naar voetnoot1403
Ick blijf hier langher niet in dit versworen nestGa naar voetnoot1404
1405[regelnummer]
Als dese loopende moont, en saterdach is de lest.Ga naar voetnoot1405
Vervloeckt soo moet hy zijn die 'thout daar toe bereyde,
Of die de eerste steen op desen gront in kalck leyde:
Want tot mijn ongheluck so quam ick in dit huys
'tWelck is ghedestineert tot mysserie en tot kruys,Ga naar voetnoot1409
1410[regelnummer]
By gort van d'uur dat icker quam, da moe gay weten,Ga naar voetnoot1410
En proefden ick noyt een dronck wijns, noch 'kheve gheen mondt vol vlees gheten.Ga naar voetnoot1411
Noch 'ken ha noyt wa rust, oock ist so quolaijck gebouwt
| |
[pagina 320]
| |
En 'tesser so doncker en so droef datter een mensch voor grouwt.Ga naar voetnoot1413
Lóópt, lóópt, lóópt, Robbert lóópt, en wilt gheduerich draven,Ga naar voetnoot1414
1415[regelnummer]
Wy sullen nu eten en bancken als jonghe Graven.Ga naar voetnoot1415
Jerolimo en RobbeknolGa naar voetnoot+
robbeknol
Och lieven Heer hebt danck, och dit is wel ghemaackt,Ga naar voetnoot1416
Maar hoe is mijn Joncker toch an dit ghelt gheraeckt?
Hebt danck, heb duysentmaal danck, o Heer alder Heeren,
Die onse droefheydt haast in blijdtschap kan verkeeren.Ga naar voetnoot1419
1420[regelnummer]
Maar hoe sel ick het best nu aenlegghen met het ghelt,
Laat sien hoe veel isser wel, ick hebt niet eens ghetelt.
Dit is ghelt alliens oft een excecusijs plockje was,Ga naar voetnoot1422
Datter anden Damsluys nu wat ghebraens tot dat koekje was,Ga naar voetnoot1423
Dat waer immers wel goedt, maer 'tventjen is te duur.Ga naar voetnoot1424
1425[regelnummer]
Ick wil gaan koopen een pan-aaltje van Jannetjen Hoyschuur.
Neen dat is te oudt-backen, 'thet al te langh inde son e staan:
Ick eet so garen haasje koddette fluyta van Piere le son e daan.Ga naar voetnoot1427
Maar dat goetjen is wel lecker, maar 't is so verbrancxst tey,Ga naar voetnoot1428
Ick mach gaan halen tot Pauwels een moye venesoen Pastey.Ga naar voetnoot1429
1430[regelnummer]
Ick heb niet ghelts ghenoech, ganslyden dat rijt sijn lappen,Ga naar voetnoot1430
Wat sal ick in dese pot Lonsbier of delewijn laten tappen?Ga naar voetnoot1431
Dat dient my niet voor al, want worden myn Meester buys,Ga naar voetnoot1432
| |
[pagina 321]
| |
Hy sloech de pottebanck stucken, en al de glasen uyt in't huys,Ga naar voetnoot1433
Want waar hy niet dol e weest, hy was noch te Leuven Pater.Ga naar voetnoot1434
1435[regelnummer]
Waar sal ick het bróódt halen, inde veughels-dwarsstraat, inde Deuvekater?Ga naar voetnoot1435
Dat Wijf is so vies, ick weet niet hoe. Ick moetme wat berain.Ga naar voetnoot1436
Ick hadd' garen goet koop, want ick sou niet garen alle daaghs te Merckt gain.Ga naar voetnoot1437
Daarom als ick het doen wil so doe ick het met een gracy.Ga naar voetnoot1438
Wel hy, hier komt een doodt, by gants bloet dit is een stacy.Ga naar voetnoot1439
Het Lijck, de Draghers, de Priesters en de Vrouw: de Mannen, Robbeknol
vrouw
1440[regelnummer]
Mijn Heer, mijn Man, mijn goedt, wat is my dit een kruys?
Helaas waar brenghtmen u? in 'tongheluckich huys?Ga naar voetnoot1441
In 't droef, in 't doncker huys, int huys van het vergheten,
In het huys daar men weet van drincken noch van eten?
robbeknol
O mijn, wat hóór ick daar? ó mijn! mijn pols die slaet.Ga naar voetnoot1444
1445[regelnummer]
Mijn dunckt warachtich dat Hemel en aerdt vergaet,
Sy brenghen dese dóódt in mijn huys, dits mijn vresen,
Maar ó popelency daer sal ick noch voor wesen.Ga naar voetnoot1447
Wapen! wapen! móórt! móórt! móórt! móórt! brant! brant!Ga naar voetnoot1448
Helpme! wapen! brant! de duyvel is in Hollandt.
1450[regelnummer]
Och Miester! Joncker! Heer! help! help! helpt! helpt my beschermen
De deur! de poort! de deur! of jy seltet bekermen.Ga naar voetnoot1451
| |
[pagina 322]
| |
jerolimo
Wel jonghen, wel hoe dus, hoe komt dagge so krijt?Ga naar voetnoot1452
Wat isser dagge so furieus de deur toe-smijt?
robbeknol
Och Joncker! ey komt hier! Ick ben de deur niet machtich.Ga naar voetnoot1454
1455[regelnummer]
Want men brenght hier een doodt in ons huys, ja warachtich.
jerolimo
Een lijck? een doot? wel hoe?Ga naar voetnoot1456
robbeknol
Sy quamen my te moet,
En siet de Vrouwe sprack: Mijn Heer, mijn Man, myn goet:
Helaas waar brenghtmen u? int huys van het vergheten?
In het huys daar men weet van drincken noch van eten?
1460[regelnummer]
Int ongheluckich huys, in 't huys seer droef en doncker?
Och, och, sy brenghent hier, komt helpt my doch myn Joncker,
Ick staa hier met mijn rugh en dringh teghens de poort.Ga naar voetnoot1462
jerolimo
Ick kan van lacchen nau spreken een enckel woort,Ga naar voetnoot1463
Och, ach, ick lach men doodt, ick kan 'tniet langher harden.Ga naar voetnoot1464
robbeknol
1465[regelnummer]
Ja wel lach jy der om, ick souwer dol om warden.Ga naar voetnoot1465
jerolimo
Het is wel woor Robknol al heb ick wa ghelacht,Ga naar voetnoot1466
Ghy hadt reden te dincken dagge hebt ghedacht,Ga naar voetnoot1467
Doen ghy hóórde 'tgheen de droeve Weduw seyde,Ga naar voetnoot1468
Die hoor afghesturven man weenend' ter aerde leyde.
1470[regelnummer]
Moor dewijl dat ons Heer het alles heet versien,Ga naar voetnoot1470
Doet op en haalt ons spijs, ou sal gheen leet gheschien.Ga naar voetnoot1471
robbeknol
Och laetse eerst mijn Heer een weynich zijn vertrocken.
| |
[pagina 323]
| |
jerolimo
Nu Markolfus makop, malkus hoe salt hier locken?Ga naar voetnoot1473
Doet open, lacker flucx, wech uyls-kuycken, loopt wech,Ga naar voetnoot1474
1475[regelnummer]
En haalt ons den ontbijt, en hoordy niet wa ick segh?Ga naar voetnoot1475
robbeknol
Nu Joncker, ick sal gaan, al blijf ick wat staan temen,Ga naar voetnoot1476
Wie kan een ander hier de vrese doch benemen.Ga naar voetnoot1477
|
|