Moortje en Spaanschen Brabander
(1999)–G.A. Bredero– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 226]
| |
SonnetDroeve Melpomene die steets met treuricheden,Ga naar voetnoot1
En uytghelaten dacht van d'een of d'anders val,Ga naar voetnoot2
Beslommert u Toneel: gheverwet over alGa naar voetnoot3
Met bloet van Princen en van Heeren overleden.Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
'Tis rustens tijdt voor u, want siet u Suster treden,Ga naar voetnoot5
U Suster Thalia, die ons vermaacken salGa naar voetnoot6
Met deuntjens stichtelijc, bequaam van maat en stalGa naar voetnoot7
Van Hollantsche soo wel als van Brabantsche reden.Ga naar voetnoot8
Siet haar gheneghentheyt beswanghert barsten uyt,Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Noodighend' yder een door't lieffelijc gheluytGa naar voetnoot10
Van Bred'ro, haar Poëet, gheneycht met wil en yver.Ga naar voetnoot11
De grootse hoocheyt van veel opgheblasen lienGa naar voetnoot12
Te myden, moochdy in dees Kalen-duyvel sien,Ga naar voetnoot13
En Croonen met Laurier den edelen Beschryver.Ga naar voetnoot14
Eerlijck en Leerlijck. |
|