Moortje en Spaanschen Brabander
(1999)–G.A. Bredero– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 26]
| |
SonnetAenschout Lief-hebbers dees cloecke versierde reden,Ga naar voetnoot1
Die met een kunst gewracht is op de Franse maet:Ga naar voetnoot2
Nochtans die alle taal in boert te boven gaet,Ga naar voetnoot3
En met sijn kunst verryckt onse Hollantse Steden.
5[regelnummer]
Siet hoe ghetrou een Knecht al by syn Heer hier dede,Ga naar voetnoot5
'Twelck bredero te recht met rymery omvaet:Ga naar voetnoot6
En hoe een Vader trou syn kint oock niet verlaet,
In ‘tuyterst’ van syn noot, maer doet syn liefd' besteden.Ga naar voetnoot8
Den hoomoedighen mens beeldt hy seer cunstryck voort,Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
En hoe de vleyery de mensche dick bekoort,
Als den Liefhebber wel te rechte hier mach lesen.Ga naar voetnoot11
Hierom machmen met recht u schrand're gheest beooghen,Ga naar voetnoot12
Die ons Hoomoedt, en Trou, en Liefde doet vertooghen,Ga naar voetnoot13
En doet ons twijffelen dick, oft inder daedt mach wesen.Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
't Lijen verwint.Ga naar voetnoot15
|
|