C |
Amsterdam |
1621 |
(Unger B*) |
D |
Rotterdam |
1622 |
(Unger C) |
E |
Amsterdam |
1632 |
(Unger D) |
F |
Amsterdam |
1638 |
(Unger E) |
Aangezien F, behalve het eerste katern, geen nieuwe druk is maar identiek met E, is na vs. 88 de aanduiding F, als zinloos, weggelaten.
Het weergeven van de tekst uit 1616 biedt geen bijzondere problemen, behalve voorzover druk A maar éen teken gebruikt als hoofdletter van de i en van de j: een oud-hollandse kapitaal, die visueel tussen beide in staat, terwijl de moderne I en J onderling sterk verschillen. Aangezien noch de consequente toepassing van de I, noch die van de J tot een bevredigend resultaat leidt, is in dit geval gebruik gemaakt van beide kapitalen, met dien verstande dat de J systematisch vóór een volgende klinker is geplaatst. Dit betreft dus alleen de kapitalen; bij de onderkast, waar het gebruik van de i en de j niet steeds consequent blijkt te zijn, is niet genormaliseerd, zo min als bij andere lettertypen dan oud-Hollands. Op soortgelijke wijze is gehandeld met de gotische hoofdletter van u en v; die is door een U weergegeven waar thans een klinker, door V waar een medeklinker geschreven zou worden.
Voor het overige gelden de onderstaande richtlijnen, zoals die in onderling overleg door de tekstverzorgers van deze Bredero-editie zijn vastgesteld:
Evidente drukfouten worden in de tekst verbeterd, maar met verantwoording dienaangaande in de voetnoten.
Een lange ʃ wordt vervangen door een s, een ronde r door een gewone.
Een schuine streep, in gotisch schrift, wordt vervangen door een komma.
De weinig talrijke afkortingen worden aangevuld.
Wisseling van lettertype bij gehele reien of liederen wordt niet gehandhaafd, maar wel in een voetnoot vermeld.
Romeins lettertype bij eigennamen, vreemde woorden, korte citaten enz. in de gotische tekst wordt steeds aangeduid door klein kapitaal.
Namen van sprekende personen worden zowel naar de spelling als in typografisch opzicht genormaliseerd door ze steeds voluit in klein kapitaal boven de versregels te plaatsen.
Toneelaanwijzingen worden eveneens genormaliseerd door ze steeds cursief, met de eigennamen voluit, en zonodig door een punt afgesloten, tussen de versregels te plaatsen.
Bij een toneelaanwijzing die tevens de aankondiging van een volgende spreker betekent, wordt de eigennaam in klein kapitaal gedrukt, de rest cursief.