Lucelle
(1976)–G.A. Bredero– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 7]
| |
InleidingUit de opdracht van de Spelen van 1617 door Coster aan de stadsbestuurders van AmsterdamGa naar voetnoot1 weten we dat het vertonen van stukken van hemzelf en van Bredero tussen 2 juli 1615 en april 1616 meer dan tweeduizend toenmalige guldens schoon heeft opgeleverd aan het Oudemannenhuis. Tot dat succes zal ook de Over-gesette Lucelle hebben bijgedragen. Het tekstboekje verscheen in 1616 en er is geen reden om te twijfelen aan de mededeling, in de opdracht aan Tesselschade, die het stuk gezien had, dat het ‘nuwelinx’ (kort geleden) vertaald en door de Oude Kamer gespeeld wasGa naar voetnoot2. Misschien is het in première gegaan in hetzelfde jaar als die andere bewerking naar het Frans, het Moortje, dat volgens het titelblad van de editie van 1617 op de Oude Kamer gespeeld is in 1615, en waarvan de opdracht aan Jacob van Dijck dagtekent van oudejaar 1616Ga naar voetnoot3. Uit het snel op elkaar volgen van twee verdietsingen mogen we niet besluiten dat onze dichter op zijn lauweren ging rusten. Lauweren bracht 1616 zeer zeker. Het Treur-spel van Rodd'rick ende Alphonsus genoot na zijn première in 1611 een reprise in 1616 en werd in dat jaar ook gedrukt. De Griane, première in 1612, beleefde zijn eerste druk eveneens in 1616, hetgeen toch wel met toneelsuccessen, van welke stukken dan ook, verband zal houden. Maar Lucelle en Moortje zijn niet zomaar vertalingen. Voor het eerstgenoemde spel zal dit nu moeten worden aangetoond. |
|