Verspreid werk
(1986)–G.A. Bredero– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 119]
| |
Eer-dichtGhelyck den dapp'ren handt des Maalders TaeffereeldenGa naar voetnoot1
Den Agamemnons Moordt, vermengt met wijn en bloedt:Ga naar voetnoot2
So dat het oogh verschrack, en keef tegen 'tgemoedt,Ga naar voetnoot3
Oft 'twesen was of schijn van Ameloose Beelden.Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
O Koning! van gelijck so twisten en krackeeldenGa naar voetnoot5
De zinnen onderlingh, van de geheele stoetGa naar voetnoot6
En menichte des volx in grooten overvloet
Oft' spel of errenst was dat hier Iephtah speelden;Ga naar voetnoot8
Als met de Vaders handt de Dochter werd' onthooftGa naar voetnoot9
10[regelnummer]
Doen wierd' de schaduw voor het eygen stuck gelooftGa naar voetnoot10
Van 'tVrouwelijcke hart dat buys van medelijenGa naar voetnoot11
Haer tedre traanties swalp. Doch ghy, O Koning treedtGa naar voetnoot12
Den Koning David na: dien heyligen Poëet
Die Geestlijck heeft gedicht veel schoone Rijmerijen.Ga naar voetnoot14
garbrandt bredero 'tKan verkeeren. |
|