Groot lied-boeck
(1975-1983)–G.A. Bredero– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 94]
| |
I: 180Melodie naar Valerius 1626, p. 62.
Bij Bredero ook voor: Ghy weet mijn lief wie u bemint (I: 497)
| |
[pagina 95]
| |
Ook van deze melodie gaat het spoor verloren ergens in de doolhof van Engelse gezongen en gedanste kluchtspelen, zgn. jiggs, uit het eind van de 16de eeuw en later. Baskervill, p. 324 en elders, bevestigt dat schoenlappers (cobblers) en molenaars in dat repertoire geliefde personages waren, terwijl Chappell, p. 277v, uit de oudste hem bekende Engelse bron (1686) een variant van de melodie meedeelt onder de titel ‘The Cobbler's Jigg’. Dat in Engeland geen oudere bron dan van 1686 bekend schijnt - ook bij Simpson komt het lied niet voor - zou kunnen betekenen dat deze kluchten en hun liederen vooral voor de export bestemd waren, o.a. naar Nederland waar de melodie al sinds c. 1600 geregeld wordt gesignaleerd. Dat Swaen zoals hij zegt ‘de Engelsche woorden’ zou hebben gevonden, is minstens twijfelachtigGa naar voetnoot1. Dat de melodie van Engelse origine moet zijn, staat trouwens evenmin vast. Als ‘Coble’, ‘Cobbeler’, ‘Schoenlapperken’ e.d. wordt de melodie als wijsaanduiding voorgeschreven in hs. Ariaenken de Gyselaer (c. 1600), f. 14v; hs. Buytevest (c. 1600), f. 30v, 69r, 155v; Nieuwen verb. Lust-hof 1607, I p. 92; Cupido's Lusthof (1613), p. 51; Apollo 1615, p. 102; Wellens 1617, p. 157; Starter 1621, II f. A4r; Amst. Pegasus 1627, p. 72; Pers (c. 1630), p. 104 (met mel.). Latere vermeldingen komen slechts incidenteel voor, de grootste bekendheid van de melodie valt in de eerste decennia van de 17de eeuw. Intrigerend is nog het opschrift boven de luitbewerking van de melodie in hs. Thysius (na 1590), f. 393r (ed. Land, nr. 66): ‘Het was een Engelsch boerken schoenlappen soud' hij doen’. Van dit lied, wellicht een vertaling naar het Engels, ontbreekt verder elk spoor.
Lit.: Chappell, p. 277v; Van Duyse, II nr. 437. |
|