Groot lied-boeck
(1975-1983)–G.A. Bredero– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 80]
| |
I: 131Stemme: Onder de linde groen daer ick laetst, &c. Melodie naar Stalpert 1631, p. 511-513.
Bij Bredero ook voor: G'luckige jonge l'ien (I: 337) | |
[pagina 81]
| |
Dit is een van de in het Groot Lied-boeck gewoonlijk in het Nederlands aangeduide melodieën van Engelse herkomst, nl. die van het lied ‘All in a garden green’. Het is niet erg waarschijnlijk dat dit lied deel uitmaakte van de Engelse kluchtspelen die hier omstreeks 1600 furore maakten en waaraan wij zoveel melodieën te danken hebben. De Engelse bronnen wijzen naar een betere afkomst en ook in Nederland wordt het lied bij voorkeur in werken van zekere standing genoemd. Het aangehaalde Nederlandse lied is gedrukt in Bloem-hof 1610, p. 30, en in Nieuwen Jeucht Spieghel (c. 1620), p. 58. De eerste strofe in Bloem-hof luidt: | |
[pagina 82]
| |
Voys: Alst begint
Onder een linde groen
Waer ick laetst nam mijn rust
Sittend' ondert' groen beplant,
K'sach twee liefkens handt aen aen [!] handt
En min ghenoot syn lust:
T'eerbare maechdelijn,
Die haer vont alleyn
Streed' ghelijck de deuchde doet
Maer het Knaepjens tonghe soet
Verwon haer (soo het scheen)
T'milt ghewinck van haer ghesicht
Was ghelijck der sterren licht
Dus ick dromend lagh
K' ontwackten [!] ende ick sagh
Den hemel soo versteurt
Om t'ghene was ghebeurt
Meer dan de deught vermagh.
De wijsaanduiding ‘Alst begint’ kan de gewone betekenissen hebben (vgl. hiervóór nr. 3), maar het kan hier ook gaan om een vertaling of bewerking direct naar een Engels origineel dat voor het eerst wordt genoemd in 1565-66 (vgl. Simpson, p. 10). De bij Chappell, p. 111v, meegedeelde tekst komt daarvoor echter niet in aanmerking. In 1610 moet de melodie in ons land min of meer courant zijn geweest. Ze zou echter later nog slechts spaarzaam worden voorgeschreven, voor het laatst door Lodensteyn. Als wijsaanduiding wordt het lied aangehaald in Bloem-hof 1610, p. 74, voor ‘Lest als ick was vergaert’, verder in Cupido's Lusthof (1613), p. 92 (= 91) en 152, en Amst. Pegasus 1627, p. 77 en 121. De vroegste luitbewerking is Vallet 1616 (ed. 1970), p. 212, terwijl Sweelinck een belangrijk variatiewerk voor klavier over de de melodie componeerde. De variaties ‘All in a garden green’ van William Byrd (o.a. in Fitzwilliam Virginal Book (begin 17e e.; ed. 1899), I p. 411) en de ‘Allemande Linde’ in hs. Thysius (na 1590), f. 502r (ed. Land nr. 309a), berusten op andere melodieën. Dat de wijziging van de bij Stalpert geheel verminkte sequens in de tweede helft op goede gronden is aangebracht, bewijzen behalve Sweelinck, t.a.p.: Lodensteyn 1676, p. 137, Boerenlieties (c. 1700), XI p. 20 nr. 841, en Simpson, t.a.p.
Lit.: Chappell, p. 110-112; Van Duyse, I nr. 173; Jansen, nr. 32; Simpson, p. 10-11. |
|