- Nieu-Jaer-Liedeken: Ofschoon de eerste publikatie van dit gedicht heeft plaats gehad bij de jaarwisseling 1618-1619, en wat Bredero betreft dus postuum, maakt de tekst door enkele rederijkerselementen de indruk van een wat vroeger tijdstip te zijn. Er is ook geen toespeling op de zinspreuk van de Academie.
1 Rijst uyt den slaep, der sonden snoot: Door de komma, die in 1619 ontbreekt, wordt snoot een bijv. bep. bij sonden. Wanneer er géen komma staat, wordt slaep der sonden meer een eenheid en kan men snoot opvatten als een bijv. bepaling bij dit geheel, dus grammaticaal bij slaep. Het vs. is een toespeling op Efez. 5: 14: Ontwaeckt ghy die slaept, ende staet op van de dooden, ende Christus sal u lichten.
2 Weest wacker en voorsichtigh: Ontlening aan 1 Thess. 5: 6 en 1 Petr. 4: 7 of 5: 8.
9 als een kind naeckt: In dit vs. ontbreekt metrisch een syllabe; in de versie-1619, waar kindeken staat, is er éen te veel, maar die kan bij voordracht of zang gemakkelijk worden geëlimineerd. De variant verdient dus de voorkeur.
11 De oude tijdt is soo snel voor heen: Als men D'oude leest is er in dit vs. toch nog metrisch een syllabe te veel; in de versie-1619 - zonder soo - is dat niet het geval; deze verdient dus de voorkeur; voor heen: voorbij.
24 Die met nieuwe liefd' beminnen: De antimetrie in dit vs. blijkt in de versie-1619 niet aanwezig te zijn: nuvv liefd'. Het lied is kennelijk bedoeld als sterk metrisch; de -e kan dus beter vervallen.
27 Die mensch: Het aanwijzend voornaamwoord vat de vzn. 24-26 samen.
28 Gods heyl vol eer: De eer is inherent aan Gods heil.
31 Die d'oude boosheyd staegh behaeght: Het vnw. Die kan bij het ww. behaeght enkel meew. vw. zijn: de boosheid behaagt hém. Maar in vs. 32 waar Die moet worden toegevoegd, is dit het onderwerp: hij kiest. De samentrekking is dus niet feilloos. De vorm Die (vs. 33) is aanwijzend vnw. en hervat als onderwerp van de hoofdzin het vnw. met ingesloten antecedent Die (vs. 31).
35 Een verschickelijck loon van 't quaed: Ofschoon dit vs. de gebruikelijke acht syllaben bevat, zijn er maar drie heffingen. Als men opmerkt dat zowel de eerste als de tweede jambe zijn omgezet, moet men erbij voegen dat de eerste jambe bovendien geheel onderbetoond is. Daar de tekst zo ook in 1619 te vinden is, terwijl de antimetrie door een bijw. bepaling als seer gemakkelijk te vermijden was geweest, moet men concluderen dat deze hier welbewust als expressief zal zijn bedoeld.
40 Tot den troon der genade: Ontlening aan Hebr. 4: 16: Daerom laet ons toe gaen met vrymoedicheyt, tot den Throon zijner genade. De variant in de versie- 1619 (kroon) moet wel op een leesfout van de zetter berusten.
50 Wel salig: Dit vs. is óf een bijstelling bij nieu geslacht (vs. 49), óf een uitroepende zin: Zalig zijn de innerlijk herboren mensen!
53 En verleent: De varianten uit 1619 verdienen in metrisch opzicht de voorkeur.