CLV Een Klach-Liedtjen
I: 500-501
Klaaglied van een jonge vrouw oorspronkelijk geschreven voor Bredero's Griane en met zoveel verwijzingen naar haar situatie daarin, dat het los daarvan weinig zin heeft. Prinses Griane is gevangen gezet omdat zij een huwelijk met de door haar vader gewenste prins Tarisius afwijst; zij heeft trouw beloofd aan prins Florendus van wie zij heimelijk een kind verwacht. Waarom men dit lied in 1622 heeft opgenomen, is duister, en méer nog waarom het in 1644 en 1677 gehandhaafd bleef.
Beginregel O Droeve tijdt//die ick verslyt
Vindplaatsen: Griane 1616, vs. 1169-1208; Groot Lied-boeck 1622 II: 97-98; Liedt-boeck 1644: 29; Liedt-boeck 1677: 34; Kalff 1890: 494-496; Knuttel: enkel in Griane; Van Rijnbach 1944: 267-268.
Omvang: 40 verzen, tien strofen van 4 regels. Aangezien de vzn. 1 en 3 enkel binnenrijm hebben en niet op elkaar rijmen, zou men de strofe ook kunnen zien als bestaande uit zes versregels.
Versvorm: jambisch metrum met vier heffingen (of eigenlijk tweemaal twee) in de vzn. 1 en 3, drie in de vzn. 2 en 4.
Rijmschema: (a) a b (c) c b.
Melodie: Matter 1979, blz. 194.
Varianten |
|
|
Groot Lied-boeck 1622 |
Griane 1616 |
Liedt-boeck 1644 |
5 verd |
verr' |
verd' |
7 Helaes |
Helas |
Helaes |
11 haer |
hart |
haer |
27 bedreest |
bevreest |
bevreest |
10 Sult nimmer ghy ophouwe: In Griane (ed.-Veenstra; Culemborg 1973) blz. 73 wordt ghy opgevat als proleptisch by Dit hart ghewelt (vs. 11). Daaruit volgt dat ophouwe moet worden vertaald als: eindigen, tot een einde komen. In I: 500 wordt ophouwe echter verklaard als tegenhouden, beletten, dus als een over-