Rijmschema: a b a b c c d e e d.
Melodie: Matter 1979, blz. 142.
Varianten |
|
|
|
Groot Lied-boeck 1622 |
Geestich LB. 1621 |
Liedt-b. 1644:23 |
Idem:31 |
7 voorspoet |
't voorspoet |
voorspoet |
voorspoet |
12 neetlich |
neetlich |
neetlicht |
neetlich |
23 Goddin |
Godt in |
Goddin |
Godt in |
42 myne |
mynen |
mijne |
mijnen |
44 ghy |
hy |
ghy |
hy |
62 gonnen |
gunnen |
gonnen |
gunnen |
64 jonnen |
junnen |
jonnen |
junnen |
11 weeldighe vloeden: De op zichzelf al uitdagende betekenis van dit adjectief krijgt door de antimetrische omzetting van de tweede jambe niet enkel een bijzondere nadruk, maar ook een effect van klankplastiek.
12 neetlich: lichtgeraakt, prikkelbaar; zie WNT IX, kolom 1879. In de vzn. 11-14 hebben de golven een duidelijk antropomorf karakter, hun eigenschappen en gedragingen zijn als die van menselijke wezens.
18 Wat sy door seylen: In de eerste strofe is enkel u aanwezig, als aanduiding van de geliefde. Opmerkelijk is in de tweede strofe ghy als aanduiding van de vloeden (vs. 11), u (vs. 17) als aanduiding van de Zuyer Zee (vs. 15), en nu in vs. 18: sy, dat het beste kan worden opgevat als een algemene aanduiding: men, de mensen.
21 Voor d'Amsteldamsche palen: De vzn. 21-34 behoren tot de meest modern-aandoende, meest ‘impressionistische’ uit Bredero's gehele werk. In zijn boek De groote dichters heeft Herman Gorter de derde en de vierde strofe van dit lied aangehaald als een voorbeeld van ‘volmaaktheid in het kleine’. (Verzamelde Werken VII, Amsterdam 1952, blz. 321 en 323).
32 door blauwe Wolcken: door blauwgrijze, blauw-glanzende wolken.
41 U seer verlichte sinnen: Het interessante van deze strofe is de typering van de jonge vrouw als de meest begaafde, en van de dichter als de meest verliefde van hen beiden. Daarbij sluit dan de slotstrofe aan, met name vs. 64, waar duidelijk het verlangen uit spreekt om de liefde eens beantwoord te zullen zien. Ofschoon het haast onmogelijk is in dit verband niet aan Tesselschade te denken, is er in feite geen enkele aanleiding tot zo'n veronderstelling. Liederen, vervuld van dit soort bewondering voor een zeer begaafde jonge vrouw zijn er bij Bredero wel meer.
60 'tHuys met vreden: De interpretatie van het woord 'tHuys hangt ervan af, of men de vzn. 58-60 opvat als een nadere uitwerking van vs. 57, dan wel als een nieuw feit daarná, d.w.z. haar latere terugkeer naar Amsterdam. Voor déze