pretendent is die de voorkeur geniet, komt in Bredero's liederen vaker voor, maar de vermelding van de eigen geringheyt is uitzonderlijk.
8 u minne: Uit deze woorden volgt dat het meisje wel degelijk liefde voor de jonkman heeft opgevat, al verzwijgt zij dit feit voor haar familieleden.
11 En vat een Mooker swaar van droefheyt en van trueren: Al is de bedoeling van dit vs. wel duidelijk, de verklaring is minder eenvoudig. Er zijn tenminste vier problemen:
bij welk onderwerp behoort vat als gezegde, bij Dit (vs. 9) of bij Ick (vs. 10)?
is een moker vatten een vaste uitdrukking geweest, en zo niet, hoe is dan deze beeldspraak verklaarbaar?
moet swaar van droefheyt en van trueren worden gezien als éen bepaling, of zijn het er twee?
waarmee moet men deze bepaling(en) verbinden, met Mooker, met vat of met ick?
Indien ‘een moker vatten’ een vaste uitdrukking was, zou ick als onderwerp het meest in aanmerking komen. Maar dat is niet het geval. Volgens WNT IX, kolom 1012, betekent moker in algemene niet-technische taal iets dat zeer zwaar is. ‘Vandaar gewoon, vooral bij dichters, als het werktuig om deuren en afsluitingen te vernielen.’ Dat vs. 11 de woordschikking van een hoofdzin heeft, en niet zoals vs. 10 die van een bijzin, maakt samentrekking van het onderwerp ick wel niet onmogelijk, maar toch bezwaarlijk. Mede daarom gaat de voorkeur uit naar samentrekking met de hoofdzin, vs. 9, dus met het onderwerp Dit, dat terugwijst naar de vzn. 5-8. Met Dit als onderwerp van vat een Mooker wordt de ik-figuur stilzwijgend het doelwit van de moker.
Ofschoon de verbinding swaar van niet ongebruikelijk is, heeft die in dit geval geen zin: een moker is zwaar als zodanig, en niet door droefheid en getreur. Derhalve moet swaar op zichzelf een achtergeplaatste bijv. bep. zijn bij Mooker; de tweede bepaling met van kan het beste ook bij Mooker worden gevoegd, en geeft dan aan waar die zware moker het beeld van is, waar zij uit bestaat, dus evenals ‘een berg van bezwaren’ of ‘een zee van moeilijkheden.’ De volledige verklaring wordt dan: En dit alles is als een tot mijn vernietiging gegrepen zware moker van droefheid en getreur; of anders gezegd: dit alles betekent zoveel droefheid en getreur dat het mij als een zware moker zal vernielen. Deze verklaring vindt nog weer steun in vs. 14 waar het, precies zoals Dit (vs. 9), samenvattend terugwijst naar de vzn. 5-8. Van de beide mogelijkheden, op I: 444 gegeven, dient de tweede te vervallen. (+)
14 myn Ziel: Het uitroepteken na Ziel suggereert dat het om een aangesproken persoon gaat, dus de geliefde; het wijst terug op Hart (vs. 13);
verstueren: intransitief ww., verstoord raken; zie MNl. Wb. IX, kolom 69.