LXXV Liedeken
I: 273-276
Lyrisch lied, getuigend van een vurige verliefdheid die nog niet tot vervulling is gekomen.
Beginregel: Waer vlucht ghy Liefde henen?
Vindplaatsen: Groot Lied-boeck 1622: 104-105; Liedt-boeck 1644: 14-15; Liedt-boeck 1677: 16-17; Kalff 1890: 358-360; Knuttel 1929: 152-153; Van Rijnbach 1944: 146-148.
Omvang: 84 verzen, veertien strofen van 6 regels.
Versvorm: jambisch metrum met drie heffingen, maar in vs. 6 van elke strofe twee.
Rijmschema: a b a b c c.
Melodie: Matter 1979, blz. 162.
Varianten: Liedt-boeck 1644 geen.
5 moordadigh, En genadigh: De twee tegengestelde termen behoeven niet op het afwezig-zijn, respectievelijk het aanwezig-zijn van wederliefde te slaan; de eenheid van tegendelen (oxymoron) is bij het karakteriseren van de liefde een gewoon stijlverschijnsel; zie ook wreet, en soet gesicht (vs. 12). (+)
19 het windigh Oosten: De tegenstelling windigh-luwe (vs. 20) als typerend voor het verschil tussen oost en west is alleen zinvol als windigh tevens koud en kil betekent, en luwe tevens niet-hard-waaiend. Op grond van de meteorologische verschijnselen in Nederland is de tegenstelling wel verklaarbaar.
23 onse twee Lichamen: In dit vs. zijn nog de dichter en Cupido bedoeld; eerst bij vs. 32-33 gaat het lied over naar het meisje.
38 Die sacht is, en so soet: Indien men de tweede helft van dit vs. opvat als een variant van de eerste, volgt daaruit dat vs. 39 asyndetisch en met een samentrekking begint, d.w.z. in gedachten moet worden aangevuld met En die. Maar het is beter de nieuwe zin te laten beginnen met de tweede helft van vs. 38; de komma na vs. 39 denke men weg.
43 Want dit lief-oogen, wijsen: Het is mogelijk dat hier twee gesubstantiveerde infinitieven zijn bedoeld, al is het vreemd dat dan bij de middelste van de drie aanduidingen het aanwijzend vnw. dit ontbreekt. Een andere en waarschijnlijk betere mogelijkheid is lief-oogen ondanks de komma op te vatten als tegenwoordig deelwoord dat een bepaling vormt bij wijsen; een parallel geval vindt men in lied LXXVII, vs. 20. De vorm van het tegenwoordig deelwoord zonder -d is in de zuidelijke Nederlanden lang in gebruik gebleven, o.a. bij Gezelle.