ment in vs. 9 deelneemt aan een doorgaande alternering. Twee heffingen in de vzn. 5, 6, 8 en 10; drie in de vzn. 1, 3 en 7; vijf in de vzn. 2 en 4.
Rijmschema: a b a b c c d e e d.
Melodie: Matter 1979, blz. 142.
2 ghelaet: Omdat er een zekere tegenstelling is tussen dit vs. en de daarop volgende werken (vs. 4 enz.) komt de bet. gelaatsuitdrukking hier meer in aanmerking dan gedrag, doen en laten. (+)
7 Hoe ick ben overwonnen: Hoe zeer ik machteloos ben, hoe zeer ik me er niet aan kan onttrekken.
10 verslonnen: Het overmachtige gevoel van liefde heeft de wilskracht (vs. 8) en het denken (vs. 9) tenietgedaan. Er is een tegenstelling tussen levende (vs. 9) enerzijds en sterven (vs. 1) en dood (vs. 13) anderzijds. Men zal daarom levende gedachten het best kunnen interpreteren als: het besef dat ik leef, mijn zelfbewustzijn als levend wezen.
31 Mijn Ziel-gelijcke zeden: De betekenis: ‘Mijn gedragingen overeenkomstig mijn ziel’ ligt het meest voor de hand, maar zo'n toestand is in strijd met wat er in vs. 5-10 en vs. 25-26 is meegedeeld. Er zijn nu twee mogelijkheden: a. Mijn hoort niet bij zeden maar bij Ziel, en ghelijcke sluit dáarbij aan. De zeden zijn dan die van het meisje, dus haar opvattingen en gedragingen; deze komen overeen met Mijn Ziel, dus met de ziel van de jonkman; er bestaat tussen hen beiden dus een sterke zielsverwantschap. Het bezwaar tegen deze verklaring is dat vs. 31 en vs. 32 nu beide betrekking hebben op het meisje, zodat de term verselschapt van wat vreemd aandoet; of b. na Mijn Ziel dient een komma te worden gelezen, het vs. begint met een aangesproken persoon, zoals ook de strofen hiervoor en hierna; gelijcke zeden moet dan slaan op een zekere gelijkheid in het gedragspatroon van de jonkman en het meisje. Als onderwerp bij het gez. Leert (vs. 33) komt Natuur en Reden het meest in aanmerking. De vzn. 31-34 kunnen dan betekenen: Mijn geliefde, de natuur en de rede leren mij de gelijkheid van onze gedragingen en uw hoge levensopvatting belangrijker te vinden dan alle rijkdom van de wereld. (+)
34 Verr' boven al 's werelts pracht: De dichter zal wel des werelts hebben geschreven, overeenkomstig het metrum.
37 Na-magen: Ofschoon het woord namagen (nabije bloedverwanten) bestaat (zie WNT IX, kolom 1535), is er alle reden om Na magen te lezen, of liever na magen, evenals Na praal(vs. 36) en Na hoogheyd (vs. 37). De hoofdletter van Na is hoe dan ook storend. (+)