9 harte: Bedoeld is het meervoud, gezien Gebruycken (vs. 11).
17 Mijn lief gepresen: Het is mogelijk de vzn. 17-18 als éen zin te beschouwen: Mijn vereerde geliefde moge welkom zijn, natuurlijk met de betekenis: Liefste wees welkom. Vat men vs. 17 op als aangesproken persoon, dan word vs. 18 een zin met weggelaten onderwerp, of een soort van gebiedende zin. In al deze gevallen blijft de betekenis dezelfde. (+)
20 duchten: treuren. In WNT III, tweede stuk, kolom 3549, vindt men de bet treuren of klagen, met als bewijsplaats een citaat uit Cats met hetzelfde paar rijmwoorden. (+)
40 Voel ick an 't myne: De terugwijzing naar dit (vs. 39) is vreemd; er is echter nergens een ander onzijdig woord in deze strofe. Ook de meer algemene verklaring: aan wat mijzelf overkomt, is uitsluitend gebaseerd op de door het zinsverband gesuggereerde betekenis. Alleen indien men het aandurft 't myne op te vatten als een spellingvariant van d'myne, is er een alleszins duidelijke verwijzing naar liefde (vs. 36). Voor een vergelijkbaar geval zie men lied CLX, vs. 3.
48 weder: Aangezien de rijmen in dit lied consequent zijn volgehouden, zou men aan het eind van dit vs. weere verwachten. Dit woord staat echter al in vs. 44. Het drietal voor de hand liggende rijmen is: meere, seere, weere, en daarvan zou meere het best in vs. 44 passen, en weere dan in vs. 48. Maar een oud vlekje is vaak beter dan een moderne retouchering.
57 Ick gelijck 't byde Band enz.: De gehele strofe bevat een gecompliceerde vergelijking, want het gaat niet enkel om de liefde die als een zijden band is, maar ook om het feit dat deze band die éen bosje bijeen houdt, ook wel zou kunnen dienen voor méer; zó houdt de liefde het ene, lang vertrouwde vast, dus onder uitsluiting van de andere mogelijkheden. Dit langh vertroude (vs. 64) is dus niet de smart van de liefde (I: 248), maar de ene uitverkoren liefde - of geliefde - zelf. (+)
77 Vande Minnaer wel verwacht: De opvatting dat wel verwacht een achtergeplaatste bijv. bep. is bij Minnaer ligt het meest voor de hand. Daarin is dan het gevoel van het meisje jegens hem uitgedrukt, dat zij nu voor het eerst onder woorden brengt. In dit verband krijgt ook hem (vs. 78) een aanvaardbare betekenis: voor hém, zo zegt zij, zal alles wat van de geliefde (dus van haar zelf) komt, nog veel zoeter zijn dan deze bloemen nu. (+)