Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Groot lied-boeck (1975-1983)

Informatie terzijde

Titelpagina van Groot lied-boeck
Afbeelding van Groot lied-boeckToon afbeelding van titelpagina van Groot lied-boeck

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (13.95 MB)

XML (3.28 MB)

tekstbestand






Editeurs

A.A. Keersmaekers

F.H. Matter

Garmt Stuiveling

C.F.P. Stutterheim

P.J.J. van Thiel

F. Veenstra

C.A. Zaalberg



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Groot lied-boeck

(1975-1983)–G.A. Bredero–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

LII Liedt

I: 202-204

Amoureus gedicht met sterke rederijkerstrekken, gezien de letteromkering Egtillen (vs. 19) blijkbaar geschreven voor een zekere Nellitge.

Beginregel: Ach dach! wenschelijcke dach,

Vindplaatsen: Groot Lied-boeck 1522: 69-70 (vel K); Kalff 1890: 315-317; Knuttel 1929: 8-9; Van Rijnbach 1944: 113-114.

Omvang: 72 verzen, acht strofen van 9 regels.

Versvorm: drieheffingsmetrum in de eerste zes verzen van elke strofe, daarna in vs. 7 en 8 tweemaal twee gevarieerde anapesten, en in vs. 9 meestal vier jamben.

Rijmschema: a b a b b b (c) c (c) b; de rijmen a zijn dubbelrijmen; in de derde strofe zijn de rijmen b verdeeld in een tweetal en een drietal met enigszins verschillende klinker.

Melodie: Matter 1979, blz. 42.

 

2 gheleghentheyt: Wat deze gelegenheid inhoudt, staat in de vzn. 3-5.

3 menschelijcke: Op menselijke wijze, als mens, als onvolmaakt mens, waarbij dan de tegenstelling tot Goddin (vs. 5) meespeelt. Het bijwoord heeft hier een -e. Misschien heft de term menschelijcke de tegenstelling juist op, doordat minnaar en meisje zich nu beiden als mens gedragen.

9 rechte voort leyt: voort hoort bij rechte: rechtstreeks, linea recta.

22 Die de begeert: Die is lijd. vw. en wijst terug naar grille (vs. 21); de begeert is onderwerp. De vzn. 22-23 vormen een retorische vraag: het zijn dus géen dolle grillen.

24 mijn lief perfeckt: Dit zou in z'n geheel een vocatief kunnen zijn: Mijn volmaakte geliefde. Het is echter beter mijn lief perfeckt op te vatten als een bep. van gesteldheid bij Sien, terwijl zowel u als geen aer (vs. 26) lijd. vw. zijn;

[pagina 293]
[p. 293]

de betekenis is dan: beschouwen u en geen ander als mijn volmaakte geliefde. Maar alleen de toestemming van het meisje kan dit ‘beschouwen’ tot werkelijkheid maken.

28 In sulcken cierelijcken staet enz.: Het gehele complex vs. 28-31 hoort bijeen; de komma na vs. 29 is misleidend; vs. 28 heeft geen betrekking op ick (vs. 29) maar op praet (vs. 30), en alleen daardoor ook op de ick-figuur. Er staat dus: ik kan mij nauwelijks voorstellen dat de lieftallige woorden die ik telkens weer van je hoor, echt zo mooi zijn als ze schijnen. (+)

35 Of ick wel die ghesel, Die ick thans was, wel souw sijn: Deze woorden van de minnaar die eigenlijk niet kán geloven dat zijn verlangen wordt vervuld, doen sterk denken aan wat Daifilo zegt in Hoofts Granida:

 
Ick en gelove nauw mijn staet dus hooch geresen,
 
En denck vast of ick wel Daifilo niet zou wesen.
 
(vs. 1573-74)
 
(Gedichten van P.C. Hooft, ed.-Stoett, deel II, blz. 202)

52 mijn ghemoet: Er bestaat blijkbaar een verschil tussen ghemoet en herte (vs. 53); dit laatste is het orgaan waar de liefde zetelt; ghemoet duidt de emotionele geestesgesteldheid aan, de mens onder het aspect van de emotionaliteit.

56 Indien dat ick verstont: In dit vs. is dat niets anders dan een op zichzelf overbodige hervatting van Indien. (+)

71 na 't ghebodt: naar Zijn gebod, overeenkomstig de bijbelse voorschriften; zie o.a. Genesis 22: 18; idem 2: 24.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken