herhaling van de vierde. Men mag aannemen dat het etc. na het volledige vs. 5 een vergissing is; vgl. vs. 49-50.
Versvorm: jambisch metrum, vier heffingen in de vzn. 1 en 3; drie heffingen in de vzn. 2, 4 en 5. Enkele omzettingen in vs. 11, 13, 17, 46 en 47.
Rijmschema: a b a b b.
Melodie: Matter 1979, blz. 70.
Varianten: geen.
17 Oock vande liefde mijn: De minnaar heeft haar dus herhaaldelijk twee dingen gezegd: dat het gevaarlijk is in het duistet alléen uit te gaan (= dit, vs. 16), en dat hij van haar hield.
29 Soo is de kaart heel valsch: dan is het geen eerlijk spel. Een min of meer gebruikelijke uitdrukking, in WNT VII, eerste stuk, kolom 704 verklaard als: de zaak is niet richtig, niet pluis.
34 Wat sou nu doen de daat: hoe verheugd zou mijn hart dan zijn, als wij het niet bij woorden lieten. (+)
41 Nu ghy my dit te kennen gheeft: Gezien het woordje dit moet men aannemen dat er tussen vs. 40 en vs. 41 iets plaats vindt - een gebaar? een kus? - dat voor de jonkman het gewenste antwoord betekent op zijn klachten. De vzn. 41-45 staan dan ook in een geheel andere toonzetting dan de strofen daarvóor. Daar hij nu afscheid neemt, zal zij hem ook te kennen hebben gegeven waarom ze nu verder alleen moet gaan.
46 Princes: Behalve deze inzet van de slotstrofe en de term Adieu aan het einde is het lied vrij van typische rederijkerselementen.
48 Die wil dy: my bewaren mee: Dat dy lijdend voorwerp is, ligt voor de hand, maar my kan op zichzelf evengoed meewerkend als lijdend vw. zijn. Door het woord mee (= ook, tevens) wordt echter een ándere functie dan die van lijdend voorwerp (dus zoals dy) vrijwel uitgesloten. De beste interpretatie lijkt dan: die moge jou en daarmee ook mij behoeden. (+)