8 Hoe dat dit lieve Paar Den Hemel heeft beslooten enz.: Het ligt het meest voor de hand Den Hemel (vs. 9) op te vatten als onderwerp. Het denkbeeld dat een raadsbesluit Gods ten grondslag ligt aan elk huwelijk, stemt overeen met de christelijke levensvisie. Bij Bredero komen echter de woorden Hemel en Hel ook voor als aanduiding van een gelukkig en een ongelukkig huwelijk; zie lied XIX, vs. 71-72; lied XXXVII, vs. 55-56.
18 Nae dit leven: Op een bruiloft alvast te zingen over de zaligheid na de dood, lijkt voorbarig. Bovendien duidt de direkt aansluitende vierde strofe, beginnende met Dit siel-mengend vergaaren (vs. 19), op een door God te schenken áards geluk. Vandaar dat de interpretatie: naar dit leven, overeenkomstig dit aardse bestaan, de voorkeur verdient. Zie WNT IX, kolom 1382-1383. (+)
21 Begiften met wel-vaaren: De punt na dit vs. denke men weg; vs. 22 is een bijv. bepaling bij wel-vaaren.
31 Prins laet In Liefde bloeijen: Zowel deze aanhef van de slotstrofe, ofschoon hier kennelijk God bedoelende, als het gebruik van twee zinspreuken (zie ook vs. 36) past in de rederijkerstraditie. In Liefde bloeijen verwijst naar de zinspreuk van de amsterdamse Kamer d'Eglantier, en kan niet anders betekenen dan dat er enige relatie tot die Kamer bestond. Al ligt het voor de hand daarbij aan Bredero zelf te denken, toch kan dit vs. niet dienen als een afdoend bewijs dat hij in februari 1612 al in deze Kamer was opgenomen.